• Fouad L: uitkomsten van de 5e pro-formazitting

    /

    Uit de krantenverslagen van de vijfde pro-formazitting maak ik op dat het OM geen mededelingen heeft gedaan over eventuele bevindingen aangaande de wijze waarop Fouad L. tijdens zijn geneeskundestudie bejegend is door de faculteit. De zitting was vooral gewijd aan de vraag in hoeverre de verdachte tijdens het moorddrama toerekeningsvatbaar was.
    De aanleiding daartoe waren passages uit het rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC) over de dissociatie- en meer in het bijzonder dépersonalisatiestoornis die zich voor het eerst manifesteerde toen Fouad 12 jaar oud was [circa 2001?]. Deze stoornis werd vervolgens krachtig geactiveerd door een [kennelijk zeer schokkend] gesprek met de facultaire examencommissie (2021) en deze stoornis bleef hem kwellen tot een maand vóór de gebeurtenissen op 28 september 2023 (Erasmus Magazine 2/12/2024).
    Hoe ging dat in zijn werk? In zijn beleving voerde hij een inwendige dialoog met een moeilijk toegankelijk deel van zijn persoonlijkheid [de ‘Partitie van de inwendige geheugenschijf’ die hij geërfd had van zijn Marokkaanse ouders en voorouders?]. In die heftige dialoog werd hij geconfronteerd met het traditionele uitgangspunt dat je het eventuele onrecht dat jou is aangedaan behoort te wreken [indien door dat onrecht je manlijke eer en waardigheid is aangetast].
    Gezien deze PBC-bevindingen lijkt het mij noodzakelijk voor een eerlijk strafproces dat de advocaten van Fouad nu gaan onderzoeken of doen onderzoeken in hoeverre hem tussen 2021 en zomer 2023 schrijnend onrecht is aangedaan door de examencommissie. Ook moet worden uitgezocht in hoeverre hem tussen 2021 en de zomer van 2023 schijnend onrecht is aangedaan door het OM, dat een hetze tegen “die Marokkaanse dierenbeul” gevoerd heeft, uitmondend in de beslissing de uitkomsten van een justitieel en politioneel antecedentenonderzoek te lekken naar de examen­commis­sie. Op grond daarvan heeft de examencommissie besloten Fouad het diploma te weigeren, tenzij hij met een positieve psycho­logische beoordeling kon bewijzen dat hij geschikt was voor de uitoefening van de geneeskunst.
    De noodzaak van zorgvuldige waarheidsvinding over Fouads studieloopbaan is des te nijpender waar de Rotterdamse faculteit Geneeskunde geneigd lijkt te zijn sporen van onrechtmatig handelen uit te wissen. Ter adstructie van deze stelling geef ik twee voorbeelden:
    1. De Onderwijs- en Examenregeling van de masteropleiding (bijlage 5) is per 1/9/2024 vernieuwd: studenten die op grond van hun functie­beperking beroepsongeschikt worden beschouwd (zoals Fouad), worden niet langer door sancties getroffen als zij niet bereid zijn de opleiding uit eigen beweging te verlaten (Holleman 2024).
    2. Wat de aanleiding voor de examencommissie betreft om Fouad het diploma te weigeren werd voorheen gewezen op het feit dat hij zich blijkens de antecedentenrapportage van het OM (Holleman 2023; Reflectierapport juni 2024, pp. 31-32), anders dan als student misdragen heeft. In plaats daarvan wordt nu gesteld dat hij zich als student onprofessioneel gedragen heeft. De weigering is, volgens de nieuwe lezing van de Rotterdammers, namelijk “mede” ingegeven door de bewering van de wijkagent dat deze student zich als arts zou hebben uitgegeven (Erasmus Magazine 30/9/2024, download 27/11/2024). Herstel: de melding van de wijkagent is volgens de Rotterdammers [de enige] aanleiding voor die weigering geweest (Erasmus Magazine 2/12/2024).

  • The 4th domain of Bloom’s Educational Objectives: induction

    /

    In de jaren 1950 en 1960 is een driedelige taxonomie van opleidingsdoelen ontwikkeld, verdeeld over een cognitief, een affectief en een psycho­motorisch leerdomein. In 1985 heb ik voorgesteld daar een vierde domein aan toe te voegen: het inductieve opleidingsdomein. De gemeen­schappelijke noemer van de vier domeinen is dat men de student beoogt te bewerktuigen voor succesvolle uitvoering van een verzameling uiteindelijke taken (bijvoorbeeld beroepstaken). Door middel van taakanalyse identificeert men taakvereisten die vervuld moeten worden voor succesvolle uitvoering daarvan en daaruit leidt men vervolgens de opleidingsdoelen en -eindtermen af. Bloom c.s. richtten zich op taakvereisten die betrekking hebben op het gedragsrepertoire van de student: welke kennis, vaardigheden en houdingen moeten studenten aanleren om de uiteindelijke taken succesvol te kunnen uitvoeren? Maar als je goed kijkt, kun je nog vier andere taakvereisten onderscheiden. Deze kunnen worden samengevat als de ‘inductie’ (binnenleiding of inlijving) in de taken die de student uiteindelijk wil gaan uitvoeren (tabel A).
    Lees verder … (PDF)

  • Strafproces Fouad L: 5e proformazitting

    /

    Wat is er gebeurd tijdens de tienjarige geneeskundestudie van de hoogbegaafde Rotterdamse student Fouad L., de hoofdverdachte in het drievoudige moorddrama op 28 september 2023? Ik heb daarover enige klaarheid trachten te brengen in de voorgaande 21 blogberichten. En we mogen hopen dat het Openbaar Ministerie daarover ook opening van zaken geeft op de vijfde voorbereidende zitting, die op de agenda staat van aankomende maandag 2 december 2024. We weten inmiddels dat Fouad behept is met een functiebeperking in het autistisch spectrum; dat hij vroeg in het eerste kwartaal van 2023 al zijn studiepunten behaald had; dat de examencommissie desondanks weigerde hem het masterdiploma (het zgn. diploma Basisarts) toe te kennen; en dat deze weigering bij Fouad tot de wanhoop en woede heeft geleid die in het moorddrama uitmondde. Ook weten we dat het om een voorwaardelijke weigering van het diploma ging: de examencommissie meende te mogen verlangen dat Fouad zich eerst aan een psychologisch onderzoek zou onderwerpen om vast te stellen of hij, gezien zijn justitieel verleden (een taakstraf van veertig uur voor dieren­mishande­­ling), geschikt was voor de uitoefening van de geneeskunst.
    Naast al die dingen die we weten, worden er in Erasmus Magazine (4/7/2024, 30/9/2024), het webkrantje van de Rotterdamse universiteit, allerlei onverifieerbare beweringen over de verdachte gedaan: dat hij aan een “zwaar autistische stoornis” zou lijden, dat de examencommissie zich in haar weigering “mede” zou hebben laten leiden door de bewering van een wijkagent als zou hij zich prematuur “als arts hebben uitgegeven”, en dat hem het diploma was geweigerd “omdat hij [het] geschiktheidsonderzoek van [de] psycholoog niet doorkwam.” Verder wordt de verdachte door de Rotterdamse journalisten zwartgemaakt met insinuaties over vermeend alcoholgebruik, vermeende dossiervorming op het faculteitsbureau en vermeende schorsingen wegens disfunctioneren (insinuaties zonder behoorlijke bronvermelding en inkadering).
    We mogen langzamerhand wel verwachten dat het OM met nadere bevindingen komt over de facultaire handelwijze (jegens Fouad en diens advocaat) rond het geweigerde diploma en over de facultaire bejegening tijdens diens tienjarige geneeskundestudie. Op de tweede voorbereidende zitting kondigde het OM immers aan dat onderzoek zou worden gedaan naar het waarheidsgehalte van Fouads berichten op sociale media en van de klachten die hij geuit heeft over de facultaire bejegening (RTV Rijnmond 11/4/2024). Bovendien is in het ‘Reflectierapport casus Fouad L.’ (juni 2024 p.5) aangekondigd dat de Rotterdamse faculteit Geneeskunde met een eigen rapportage komt over de wijze waarop zij Fouad L. in zijn tienjarige studietijd bejegend heeft. Maar sindsdien hebben we niets meer over beide onderzoekingen vernomen. Pikante vragen zijn bijvoorbeeld: werden c.q. worden studenten met een functiebeperking (zoals Fouad) gediscrimineerd door de faculteit? en hebben zij recht op onvoorwaardelijke toekenning van het masterdiploma zodra ze alle benodigde studiepunten behaald hebben?
    Ook zijn we erg benieuwd naar de uitkomsten van het nadere verhoor dat het OM op de vierde voorbereidende zitting heeft aangekondigd naar aanleiding van het rapport van het Pieter Baan Centrum. Daarin is uitgebreid verslag gedaan van de interviews die de gedragsdeskundigen met Fouad gevoerd hebben over (onder meer) zijn tienjarige studieloopbaan.

  • Fouad: een facultair proefkonijn

    /

    Één reactie

    In mijn vorige blogbericht bood ik een inhoudsanalyse van een artikel dat dr. Benno Bonke in 2017 samen met een oud-collega heeft gepubliceerd in het artsentijdschrift Medisch Contact. Hij wilde een lijn uitzetten voor de ontwikkeling van de Nederlandse opleidingen Geneeskunde, in de richting van het Britse opleidingsmodel. Ik zal nu onderzoeken in hoeverre zijn voorstellen geïmplementeerd zijn door de Rotterdamse faculteit Geneeskunde, waar hij veertig jaar lang (tot 2015) gewerkt heeft. In een slotbeschouwing (IX) bekijk ik in hoeverre mijn bevindingen relevant zijn voor het straf­proces tegen de Rotterdamse geneeskundestudent Fouad L., de hoofdpersoon van het moorddrama op 28 september 2023.
    Lees verder … (PDF)

  • Het testament van dr. Benno Bonke

    /

    Na veertig jaar trouwe dienst nam dr. Benno Bonke in 2015 afscheid van het Erasmus MC. Hij was opgeklommen tot universitair hoofddocent Medische Psychologie bij de Rotterdamse faculteit Geneeskunde. Hij was vele jaren voorzitter van de facultaire examencommissie. En in 2010 had hij het interlokale Protocol Iudicium Abeundi opgesteld.
    Zette hij in 2015 definitief een punt achter zijn onderwijscarrière? Nee, twee jaar later schreef hij nog, samen met een oud-collega, een soort testament in het artsentijdschrift Medisch Contact. Het ging over een student die hij Simone noemde en die een diagnose in het autistisch spectrum had. In casu Asperger: hoogbegaafd doch autistisch. Het artikel werd in 2023 herdrukt door de redactie van Medisch Contact, vier dagen na het moorddrama van de Rotterdamse student Fouad L., die naar eigen zeggen van 1/9/2013 tot 1/9/2023 Geneeskunde studeerde en die de diagnose Asperger aan de broek kreeg nadat hij in aanvaring was gekomen met dr. Benno Bonke, hoofd van het bachelorpracticum Klinische Vaardigheden. Het is dus zeer waarschijnlijk dat Simone in werkelijkheid Fouad heette.
    Om het testament van dr. Bonke te begrijpen is wel wat achtergrondinformatie nodig. De medische faculteiten in Nederland zijn jaloers op hun Britse collega’s. In het Verenigd Koninkrijk mogen geneeskundestudenten uit de opleiding worden verwijderd als ze beroepsongeschikt (unfit to practise) zijn, en de daartoe benodigde toetsing start al in de toelatingsprocedure. Maar binnen het Nederlandse hoger onderwijs mogen ze alleen worden verwijderd als ze zich onprofessioneel gedragen in het kader van de opleiding. De geneeskundefaculteiten voeren een lobby om daarin verandering te brengen en onder aanvoering van de Rotterdamse faculteit zoeken ze daarbij de randen op van wat wettelijk is toegestaan. De bedoeling van dr. Bonke is een lijn uit te zetten voor de ontwikkeling van de Nederlandse opleidingen Geneeskunde, in de richting van het Britse model.
    Ik begin (in de paragrafen 1, 2 en 3) met een parafrase van het testament, en dan komt (in §4) mijn commentaar op het testament. In een volgend blogbericht wordt onderzocht in hoeverre de Rotterdamse faculteit daadwerkelijk invulling heeft gegeven aan de lijn die in het testament is uitgezet.
    Lees verder … (PDF)

  • Vooronderstelling van de langstudeerboete: Onbelemmerde Studievoortgang (II)

    /

    Één reactie

    In de jaren 1970 werd er druk gedelibereerd over de beperking van de inschrijvingsduur in het universitaire onderwijs. Als je te veel studie­vertraging opliep, zou de inschrijving-als-student worden beëindigd. Als tegenargument werd aangevoerd, dat deze straf onredelijke straf was zolang faculteiten bevoegd waren om studenten bij een onvoldoende uitslag van het propedeutisch examen een afwijzingstermijn op te leggen [“U hebt het examen zó slecht gemaakt dat u het pas over tien maanden opnieuw mag proberen”]. Met andere woorden: het is onaanvaard­baar de studierechten van studenten na x jaar wegens onvoldoende studievoortgang in te trekken zolang zij binnen die periode van x jaar geen eerlijke kans hebben gekregen om studievoortgang te boeken. Als men binnen de periode van x jaar de studievoortgang van tragere studeerders willens en wetens belemmert (bijvoorbeeld door een draconische BSA-regeling of door het opleggen van gedwongen leegloop en/of dubbel werk), dan mag men hen na die x jaar niet straffen omdat ze te weinig studievoortgang hebben geboekt. Dat noemen we: Het Beginsel van Onbelemmerde Studievoortgang.
    Dit beginsel is weer actueel geworden nu er plannen circuleren om een Langstudeerboete in te voeren: een boete van bijna 7600 euro per jaar (prijspeil 2024/25) als je de nominale opleidingsduur met meer dan één jaar overschrijdt. Indien men een dergelijke boete op studievertraging zou invoeren, dan moet men tegelijkertijd alle reeds bestaande studievertragende boeteregelingen afschaffen.
    Lees verder … (PDF)

  • Fouad heeft een autistische functiebeperking

    /

    3 reacties

    Maandag 30 september 2024 was de vierde voorberei­dende zitting van het strafproces tegen Fouad L. Hij wordt verdacht van een drievoudige moord, gepleegd op 28 september 2023. Op de derde zitting, in juli, maakte het OM bekend dat de Rotterdamse geneeskundestudent bij het aanvankelijke politieverhoor had verklaard waarom hij zijn misdaad had begaan: “Ik was extreem boos op het Erasmus MC. Ik heb al mijn studiepunten [van de masteropleiding behaald], maar ze [d.w.z. de examencommissie] willen mij [op grond van een justitiële antecedenten­rapportage] geen diploma geven. Ik kom niet vooruit en niet achteruit. Ik kan op mijn 32ste geen nieuwe studie doen, ik heb geen baan [althans niet meer, want de werkgever wilde vóór indiensttreding het diploma zien] en straks ook geen huis [want binnenkort volgt huisuitzetting wegens huurschuld].”
    Op de recente, vierde zitting heeft het OM meer licht geworpen op de psychische gesteldheid van de verdachte (zie Bijlage I). Donderdag 26 sep­tember bracht het Pieter Baan Centrum (PBC) namelijk de rapportage van het forensische observatieonderzoek uit. De gedragsdeskundigen concluderen dat Fouad behept is met een stoornis in het autistisch spectrum. Die indruk bestond ook al bij de Rotterdamse faculteit waar Fouad Geneeskunde studeerde: zij gaven hem het etiket Asperger (hoogbegaafd doch autistisch). Dat vertelde Fouad op het discussieplatform 4Chan (5/6 augustus 2023). Fouad karakteriseerde zichzelf als introvert. Naar eigen ervaring kon hij door zijn hoge intelligentie moeilijk aansluiting bij anderen vinden. Hij wilde na zijn basisartsexamen medisch onderzoeker worden.
    Het PBC acht de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar en geeft de rechtbank het advies hem, behalve de eventuele gevangenisstraf, TBS met dwangverpleging op te leggen. De PBC-rapportage is niet openbaar. We komen dus niet te weten hoe de autistische functiebeperking volgens de gedragsdeskundigen van invloed is geweest op de daden van de verdachte. Het is zeer denkbaar dat Fouad L. niet goed kan omgaan met over­belasting en stress. In dat geval zou het OM moeten onderzoeken, in de maanden die resteren tot het strafproces (zie Bijlage II), welke stress­factoren bij Fouad in het spel zijn geweest. Bij het bepalen van de strafmaat zouden deze factoren ook als verzachtende omstandigheden kunnen worden meegewogen. In Bijlage III wordt geïnventariseerd uit welke bronnen het OM kan putten bij dat onderzoek, waaronder de negentien blog­berichten die ik tot nu toe aan “de zaak-Fouad-L” gewijd heb.
    Maar laten we eerst samenvatten wat wij als buitenstaanders tot nu toe te weten zijn gekomen. Bij gebrek aan andere gegevens moeten we daarbij zwaar leunen op de gegevens die Fouad zelf heeft aangeleverd (discussieplatform 4Chan) en op het Reflectierapport casus Fouad L.
    Lees verder … (PDF)

  • Erasmus humaniseert

    /

    De faculteit Geneeskunde van de Erasmusuniversiteit te Rotterdam tracht studenten met een functiebeperking te weren, althans als hun handicap afbreuk kan doen aan de uitoefening van het artsenberoep. Dat blijkt uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER, bijlage 5) van de masteropleiding: als er signalen zijn dat studenten onvoldoende beschikken over “de algemene vaardigheden die zijn vereist in het contact met anderen”, dan komen ze in een strenge selectieprocedure terecht. Er wordt dan een onafhankelijke beoordelaar ingeschakeld om te onderzoeken of de betrokken student dóór mag gaan in de medische studie (en zo ja onder welke voorwaarden), of dat hij/zij beter kan omzwaaien naar een andere opleiding. Tot nu toe had de examencommissie bovendien, krachtens de OER, de bevoegdheid sancties (zoals schorsingen) op te leggen om onwillige studenten te bewegen de opleiding te verlaten. Maar op 1 september aanstaande wordt een humanere, nieuwe versie van bijlage 5 ingevoerd, waarmee deze bevoegdheid komt te vervallen. Voortaan mogen gehandicapte studenten zelf bepalen of ze gevolg geven aan het advies van de examencommissie; het staat hun vrij het advies naast zich neer te leggen en toch te proberen het masterdiploma Basisarts te behalen.
    Waar komt deze beleidswijziging vandaan? Sinds 28 september 2023 zijn de Rotterdamse instanties doende geweest met een zelfonderzoek naar hun eigen rol in het drievoudige moorddrama. De uitkomsten zijn inmiddels gepubliceerd in het Reflectierapport casus Fouad L. En de faculteit Geneeskunde heeft een eigen reflectieproject op touw gezet over haar handelen jegens de masterstudent Fouad L., maar bij mijn weten zijn de uitkomsten daarvan nog niet openbaar gemaakt. Waarschijnlijk heeft dat project geleid tot de nu ingezette humanisering van de selectieprocedures binnen de masteropleiding. Naar eigen zeggen was Fouad L. immers gelabeld als Asperger (hoogbegaafd doch autistisch) en werd hij door de examencommissie herhaaldelijk vergast op schorsingen van een half jaar. En het slot van het verhaal is bekend: de examencommissie weigerde hem het masterdiploma toe te kennen (terwijl hij alle benodigde studiepunten behaald had). Ten gevolge daarvan raakte hij in een meltdown.
    Trouw aan het gedachtengoed van Erasmus, heeft de Rotterdamse faculteit dus haar draconische selectieprocedures binnen de masteropleiding enigszins gehumaniseerd, maar we mogen niet vergeten welke ellende door die voormalige procedures teweeg is gebracht. En de Rotterdamse OER-bijlage nummer 5 blijft, ook in zijn nieuwe vorm, een kwalijke vorm van discriminatie jegens studenten met een functiebeperking en een kwalijke inbreuk op de vigerende hogeronderwijswetgeving en op het vigerende hogeronderwijsbeleid.

  • Nieuws over plagiaat (II)

    /

    Het voormalige College van Beroep Hoger Onderwijs was ten strijde getrokken tegen de criminalisering van slordigheden in scripties en werk­stukken (zie mijn blogbericht d.d. 4/7/2022). Dirk Wolthekker (HOP) signaleert dat de Raad van State, de rechtsopvolger van het CBHO, dit estafettestokje heeft overgenomen: slecht citeren is niet hetzelfde als frauduleus plagiëren (Folia 27/6/2024). De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (26/6/2024) heeft gevonnist dat een Groningse studente in haar bachelorscriptie misschien wel slordigheden heeft begaan maar geen (tuchtrechtelijk strafbaar) plagiaat heeft gepleegd.

  • Het iudicium abeundi (II)

    /

    Op 10 juli heeft de bestuursrechter in laatste instantie gevonnist dat het Rotterdamse universiteitsbestuur een masterstudent Orthopedagogiek uit de opleiding heeft mogen verwijderen wegens onprofessionele gedragingen, gepleegd in de hoedanigheid van student. Dat wordt bericht door het Hoger Onderwijs Persbureau (Erasmus Magazine 31/7/2024). Vervolgens wordt door de HOP-auteur uitgeweid over twee eerdere casussen die betrekking zouden hebben gehad op heenzending ex artikel 7.42a WHW wegens onprofessionele gedragingen (waarmee blijk wordt gegeven van ongeschiktheid voor de praktische beroepsuitoefening of voor de praktische voorbereiding daarop). Maar de auteur vergeet dat de recente casus betrekking heeft op onprofessionele gedragingen gepleegd in de hoedanigheid van student. Alleen onder die voorwaarde kunnen studenten of aspirant-studenten op basis van artikel 7.42a worden heengezonden. In de beide eerdere casussen is aan die voorwaarde niet voldaan:
    a) De casus van de Erasmusschutter. Het speciale studiedossier van de hoogbegaafde geneeskundestudent Fouad L. betrof zijn vermeende functie­beperking in het autistisch spectrum. Hij heeft zich, naar eigen zeggen, in het kader van zijn studie niet schuldig gemaakt aan onprofessionele gedragingen. Maar toen hij zijn masteropleiding had afgerond, werd hem het diploma ontzegd op grond van een miniem strafblad (40 uur taakstraf wegens dierenmishandeling); en deze misdraging was niet gepleegd in de hoedanigheid van student. Ten gevolge van die ontzegging van het diploma geraakte de student in een meltdown die tot een drievoudig moorddrama leidde.
    b) De pedofiele aspirant-student Orthopedagogiek. De tweede casus betrof een pedofiele student die bestuurslid was van een vereniging die liberalisering van de leeftijdsgrens bepleitte. Wegens zijn openlijk beleden geaardheid werd hij geweigerd voor de opleiding Orthopedagogiek (en dus niet op grond van een vermeend strafblad, dat minister Plasterk erbij verzonnen had). Afgemeten aan wetsartikel 7.42a (dat toen nog niet was ingevoerd) hebben de CBHO-rechters driedubbel gedwaald: b1) een afwijkende seksuele geaardheid behoort niet tot de onprofessionele ge­dragingen; b2) uit deze afwijkende seksuele geaardheid mag men niet zomaar concluderen dat daaruit strafbare pedoseksuele ge­dragingen zullen voort­vloeien; en b3) pedoseksuele ge­dragingen, indien gepleegd anders dan in de hoedanigheid van student, zouden sowieso buiten het bedoelde bereik van dit wetsartikel vallen.
    c) Naschrift ad a) en b). Het druist tegen de bedoelingen van de wetgever in als men artikel 7.42a misbruikt om de toegang tot een opleiding of beroep te blokkeren op grond van (reële of vermeende) strafrechtelijke gegevens die niet betrekking hebben op gedragingen gepleegd in de hoedanigheid van student. Als men wil voorkomen dat patiënten of cliënten aan criminele gevaren worden bloot­gesteld, is er in dat geval een betere optie: stel als toegangsvoorwaarde dat de aspirant-student (c.q. aspirant-professional) een justitiële Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) overlegt.

  • Geachte Onderwijsinspectie

    /

    Één reactie

    Stel je bent een student en de faculteit weigert je het masterdiploma toe te kennen terwijl je alle studiepunten behaald hebt. Je bent dus wanhopig en ten einde raad. Wat kan je nu doen? Dat hangt er van af:
    Optie 1: Als je ouders veel geld hebben, dan huren ze een dure advocaat en die zal dat varkentje wel eens wassen. In eerste instantie maakt de advocaat nog even bezwaar bij de examencommissie, waarna hij/zij in beroep gaat bij het lokale College van Beroep voor de Examens; en in tweede instantie tekent hij/zij beroep aan bij de Raad van State. Ondertussen krijg je van je ouders financiële ondersteuning, totdat je het zuurverdiende diploma in ontvangst kunt nemen en je op basis daarvan een passende baan hebt gevonden.
    Optie 2: Als je psychisch labiel bent, dan laat je je gek verklaren en laat je je opnemen in een GGZ-instelling.
    Optie 3: Als je gewoon wanhopig en ten einde raad bent, dan kun je zelfmoord plegen; je wanhopige ouders kunnen achteraf een NieWieder-melding bij de Onderwijsinspectie indienen, die immers als wettelijke taak heeft toe te zien op de wettigheid van het handelen van instellingen van hoger onderwijs.
    Optie 4: Als je extreem wanhopig bent én eigenrichting verkiest, kun je besluiten de voorzitter van de examencommissie te vermoorden, waarna je de pro-deo advocaat verzoekt: 4A) alsnog het diploma op te eisen en 4B) een NieWieder-melding naar de Onderwijsinspectie te sturen (zie de ouder­lijke vervolgactie ad optie 3).
    Lees verder … (PDF)

  • De langstudeerboete van het kabinet-Schoof

    /

    Één reactie

    De vier formerende partijen hebben het kabinet-Schoof de opdracht meegegeven een nieuwe bezuinigingsmaatregel voor het hoger onderwijs in te voeren. In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord staat namelijk:
    §44. VERHOGEN COLLEGEGELD LANGSTUDEERDERS (VIA LAGERE BEKOSTIGING). Het collegegeld wordt met 3.000 euro ver­hoogd voor voltijdstudenten die langer dan 1 jaar uitlopen in de bachelor- of masterfase. Instellingen krijgen per langstudeerder 3.000 euro minder Rijksbekostiging. De budgettaire opbrengst gaat uit van invoering in het studiejaar 2026/2027.” De papieren Volkskrant van 11 juli wijdde er wederom een kritisch artikel aan: naarmate de ouders van studenten een lager inkomen hebben, doen studenten langer over hun studie. Ik zou me kunnen voorstellen dat die studenten eerder geneigd zijn een baantje naast hun studie te nemen of dat ze gemiddeld meer reistijd nodig hebben om van en naar hun woonadres te forensen, of dat ze meer mantelzorgverplichtingen hebben. Hoe dat ook zij, door dergelijke factoren hebben ze minder tijd voor hun studie beschikbaar en lopen ze dus een groter risico op studievertraging. Maar het zou ook kunnen zijn dat ze meer studie-uren nodig hebben om hun studiepunten te behalen: beheersen zij de Nederlandse en Engelse taal minder dan hun medestudenten? hebben ze minder geld beschikbaar om de beste studieboeken en –materialen aan te schaffen en hun dagprogramma efficiënt in te richten? zijn ze meer tijd kwijt aan het zoeken van een stageadres? Of hebben ze minder sociaal kapitaal van mensen die hen kunnen helpen in hun studievoortgang? Kortom: ik voelde me geroepen om diezelfde ochtend nog een lezersbrief naar de Volkskrant te sturen:
    “De invoering van een langstudeerboete (VK 11/7 p.12) is een ondoordacht plan. De wettelijke studielast voor de gemiddelde student is 1680 uur per cursusjaar. De wetgever neemt dus voor lief dat slechts 50% van de studenten het programma zal bijbenen als ze 40 uur per week in hun studie steken. De resterende 50% loopt een groot risico op studievertraging. Daar komt bij dat er na afloop van het eerste studiejaar streng geselecteerd wordt: je moet in tien maanden bijna alle studiepunten scoren, want anders moet je vertrekken en je heil elders zoeken. Door dat gedwongen omzwaaien lopen studenten algauw een jaar studievertraging op.”
    Maar dat was verloren moeite, want mijn lezersbrief stond gisterochtend niet in de krant en vanochtend evenmin. Dat wordt dus Sint-Juttemis. Achteraf heb ik me nog wel bedacht dat die veertigurige werkweek voor de gemiddelde student alleen van toepassing is als het jaarprogramma 42 weken lang is. Tegenwoordig geven vele faculteiten echter de voorkeur aan een jaarprogramma van 40 weken, want dan houden de docenten meer tijd voor andere klussen over (bijvoorbeeld voor hun onderzoekstaken). [Dat is de reden dat de herkansingen in de tweede helft van augustus ook allang wegbezuinigd zijn.] De helft van de studenten moet in dat geval méér dan 42 uur per week in de studie steken om het programma bij te benen.