Donderdag 30 januari 2025 was de vierde en laatste zittingsdag van het strafproces tegen Fouad L, de Erasmusschutter. Op vrijdag 21 februari zullen de rechters van de Rotterdamse arrondissementsrechtbank gedrieën vonnis wijzen.
1. De Officier van Justitie beëindigde het requisitoir met zijn strafeis: een celstraf van dertig jaar, in combinatie met een gedwongen TBS-behandeling van ongemaximeerde duur, gevolgd door streng GVM-toezicht door de Reclassering. Wat ongenoemd bleef was de mogelijkheid (of onmogelijkheid) van het opleggen van een beroepsverbod, zodat hij niet meer als arts zou mogen werken. In dat geval zou hem alsnog het masterdiploma kunnen worden uitgereikt, hetgeen zijn latere reïntegratie in de maatschappij zou vergemakkelijken.
2. In haar pleitrede verzette mr. Marlin Nolte (SKE Advocaten) zich niet tegen de geëiste TBS met dwangverpleging, Zij wees erop dat de psychiater van het Pieter Baan Centrum tijdens de zitting heeft opgemerkt dat haar cliënt toentertijd “verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar” was. Gezien de ernst van de stoornis in het autistisch spectrum en de daaruit voorvloeiende beperkingen, sluit zij zich aan bij het advies van de deskundigen dat de TBS met dwangverpleging zo snel mogelijk moet beginnen. Daarom zou zij een levenslange gevangenisstraf faliekant afwijzen, want in dat geval zou haar cliënt pas ná de eventuele beëindiging van de celstraf voor behandeling in aanmerking komen. Maar anderzijds acht zij de gevangenisstraf van dertig jaar veel te hoog, die door de OvJ geëist wordt om de afschuwelijke eigenrichting van de verdachte te vergelden.
3. In dat verband is het verwonderlijk dat de advocaat geen verzachtende omstandigheden heeft aangevoerd. Het is deze week bekend geworden dat de faculteit al het mogelijke gedaan heeft om te voorkomen dat haar cliënt zijn masterdiploma zou behalen. Toch hebben alle examinatoren van de masteropleiding hun tentamencertificaat zonder voorbehoud ondertekend, ten bewijze dat deze student volgens hen alle 179 studiepunten gehaald heeft en dus aan de exameneisen voldaan heeft. Zelfs het 180e studiepunt is zonder morren vrijgegeven door de lokale toetsingscommissie Longitudinale Beoordeling Professionaliteit. Toen de diploma-uitreiking aanstaande was, heeft de examencommissie lopen bedelen bij de Inspectie Gezondheidszorg: gelieve ons in te lichten inzake eventuele “meldingen over crimineel of onprofessioneel gedrag” op grond waarvan we hem het diploma zouden kunnen ontzeggen [Reflectierapport Casus Fouad L, p.32]. Uiteindelijk lekte het parket van de Rotterdamse arrondissementsrechtbank (het O.M. dus) een antecedentenrapportage die voor de examencommissie het alibi vormde om deze student aan te pakken op grond van een justitiële veroordeling wegens dierenmishandeling (een taakstraf van 40 uur).
4. Er waren dus voor de advocaat substantiële redenen om te vermoeden dat de examencommissie onrechtmatig heeft gehandeld jegens de student Fouad L. en dat haar cliënt zich met recht tekortgedaan heeft gevoeld door de faculteit: was de examencommissie eigenlijk wel bevoegd deze student wegens vermeende beroepsongeschiktheid (en in concreto op grond van mishandeling van huisdieren) het diploma te ontzeggen terwijl hij alle studiepunten op zak had? Waarom heeft de advocaat deze bizarre acties van de faculteit niet als verzachtende omstandigheden aan de orde gesteld? En waarom heeft die eerste advocaat (die voorjaar 2023 door de student in de arm was genomen om de weigering van het diploma aan te vechten) haar cliënt niet geholpen om per omgaande een beroepsprocedure bij het lokale College van Beroep voor de Examens op te starten?
4 reacties