Uit de krantenverslagen van de vijfde pro-formazitting maak ik op dat het OM geen mededelingen heeft gedaan over eventuele bevindingen aangaande de wijze waarop Fouad L. tijdens zijn geneeskundestudie bejegend is door de faculteit. De zitting was vooral gewijd aan de vraag in hoeverre de verdachte tijdens het moorddrama toerekeningsvatbaar was.
De aanleiding daartoe waren passages uit het rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC) over de dissociatie- en meer in het bijzonder dépersonalisatiestoornis die zich voor het eerst manifesteerde toen Fouad 12 jaar oud was [circa 2001?]. Deze stoornis werd vervolgens krachtig geactiveerd door een [kennelijk zeer schokkend] gesprek met de facultaire examencommissie (2021) en deze stoornis bleef hem kwellen tot een maand vóór de gebeurtenissen op 28 september 2023 (Erasmus Magazine 2/12/2024).
Hoe ging dat in zijn werk? In zijn beleving voerde hij een inwendige dialoog met een moeilijk toegankelijk deel van zijn persoonlijkheid [de ‘Partitie van de inwendige geheugenschijf’ die hij geërfd had van zijn Marokkaanse ouders en voorouders?]. In die heftige dialoog werd hij geconfronteerd met het traditionele uitgangspunt dat je het eventuele onrecht dat jou is aangedaan behoort te wreken [indien door dat onrecht je manlijke eer en waardigheid is aangetast].
Gezien deze PBC-bevindingen lijkt het mij noodzakelijk voor een eerlijk strafproces dat de advocaten van Fouad nu gaan onderzoeken of doen onderzoeken in hoeverre hem tussen 2021 en zomer 2023 schrijnend onrecht is aangedaan door de examencommissie. Ook moet worden uitgezocht in hoeverre hem tussen 2021 en de zomer van 2023 schijnend onrecht is aangedaan door het OM, dat een hetze tegen “die Marokkaanse dierenbeul” gevoerd heeft, uitmondend in de beslissing de uitkomsten van een justitieel en politioneel antecedentenonderzoek te lekken naar de examencommissie. Op grond daarvan heeft de examencommissie besloten Fouad het diploma te weigeren, tenzij hij met een positieve psychologische beoordeling kon bewijzen dat hij geschikt was voor de uitoefening van de geneeskunst.
De noodzaak van zorgvuldige waarheidsvinding over Fouads studieloopbaan is des te nijpender waar de Rotterdamse faculteit Geneeskunde geneigd lijkt te zijn sporen van onrechtmatig handelen uit te wissen. Ter adstructie van deze stelling geef ik twee voorbeelden:
1. De Onderwijs- en Examenregeling van de masteropleiding (bijlage 5) is per 1/9/2024 vernieuwd: studenten die op grond van hun functiebeperking beroepsongeschikt worden beschouwd (zoals Fouad), worden niet langer door sancties getroffen als zij niet bereid zijn de opleiding uit eigen beweging te verlaten (Holleman 2024).
2. Wat de aanleiding voor de examencommissie betreft om Fouad het diploma te weigeren werd voorheen gewezen op het feit dat hij zich blijkens de antecedentenrapportage van het OM (Holleman 2023; Reflectierapport juni 2024, pp. 31-32), anders dan als student misdragen heeft. In plaats daarvan wordt nu gesteld dat hij zich als student onprofessioneel gedragen heeft. De weigering is, volgens de nieuwe lezing van de Rotterdammers, namelijk “mede” ingegeven door de bewering van de wijkagent dat deze student zich als arts zou hebben uitgegeven (Erasmus Magazine 30/9/2024, download 27/11/2024). Herstel: de melding van de wijkagent is volgens de Rotterdammers [de enige] aanleiding voor die weigering geweest (Erasmus Magazine 2/12/2024).