• Het Rotterdamse moorddrama

    /

    Op 11 april 2024, verleden donderdag dus, werd in Rotterdam de tweede inleidende zitting gehouden van het strafproces tegen de geneeskunde­student Fouad L. Hij wordt verdacht van een drievoudige moord, gepleegd op 28 september 2023. Op haar website heeft RTV Rijnmond in een kort berichtje verslag gedaan van deze pro-forma rechtszitting.
    1. De kop van het verslag luidt: ‘Fouad L. pleegde moorden omdat hij geen diploma kreeg’. Dat is het nieuws dat het OM ter zitting heeft in­gebracht. Maar ik hoop dat het OM het vermoedelijke motief van de verdachte iets preciezer geformuleerd heeft. De examencommissie heeft namelijk geweigerd hem het masterdiploma Basisarts toe te kennen, terwijl hij alle benodigde studiepunten van de masteropleiding Geneeskunde op zak had. We mogen dan ook hopen dat het OM gaat uitzoeken of die weigering soms onrechtmatig is geweest: heeft Fouad L. gewoon even pech gehad of is hem door de examencommissie faliekant onrecht aangedaan? En we mogen hopen dat het OM gaat uitzoeken wat de gevolgen van die weigering zijn geweest: raakte hij ten gevolge daarvan een beetje gefrustreerd? of erg boos? of de wanhoop nabij? had hij uitzicht op een baan als basisarts, die hij nu op zijn buik kon schrijven? kwam hij soms in geldnood en dreigde hij door een huurschuld uit zijn huis te worden gezet? kreeg hij een vordering van DUO aan zijn broek (de prestatiebeurs die u hebt gekregen wordt binnenkort, na uw tiende studiejaar, in een lening omgezet)?
    2. Verder bericht RTV Rijnmond in haar verslag dat het OM heeft aangekondigd nog onderzoek te doen naar de uitlatingen van Fouad L. op de sociale media (het discussieplatform 4Chan?) en naar klachten die hij zou hebben ingediend (???) bij de examencommissie van het Erasmus MC. Dat lijkt me een veelbelovende onderzoekslijn. We mogen hopen dat het OM niet alleen kennis zal nemen van de kritische terugblik van Fouad op zijn subjectieve studie-ervaringen in de Rotterdamse opleiding Geneeskunde, maar dat het OM zich ook zal inspannen om tot objectieve waar­heids­vinding te komen: hoe is Fouad, behept met een functiebeperking in het autistisch spectrum (Asperger), door de jaren heen bejegend door de faculteit? Op mijn website Onderwijsethiek.nl heb ik in het afgelopen halfjaar twaalf blogberichten gepubliceerd om daarin enige klaarheid te brengen.
    3. In de derde plaats bericht RTV Rijnmond dat Fouads jeugdige advocaat, mw. mr. Marlin Nolte (verbonden aan SKE-advocaten) ter zitting heeft laten weten vooralsnog geen wensen te hebben inzake het onderzoek dat door het OM geëntameerd wordt. Eén van de specialisaties van het SKE-kantoor is het medisch straf- en tuchtrecht. We mogen hopen dat de SKE-specialist op dat terrein (mr. Anne Marie de Koning) bij de verdediging van Fouad L. betrokken is. Want het ziet ernaar uit dat Fouad (als medische ‘young professional’ met een autistische functiebeperking) het slachtoffer is geworden van een activistische campagne vanuit de universitaire opleidingen Geneeskunde: wij moeten de bevoegdheid krijgen om mensen met een functiebeperking uit onze opleiding te weren.

  • De hangmappenkast van het Erasmus Medisch Centrum

    /

    Één reactie

    Elke opleiding in het hoger onderwijs heeft een studievoortgangsadministratie. Daarin wordt per student geregistreerd welke vakken zij gehaald hebben, de daaraan verbonden studiepunten, de vrijstellingen die zijn toegekend, de studiepunten waarvan de geldigheidsduur is verlopen, enzovoort. Maar in de Rotterdamse masteropleiding Geneeskunde beheert de examencommissie ook een nevenadministratie van Potentieel BeroepsOngeschikte Studenten. Die administratie betreft trouwens niet alleen PBO-studenten, maar ook studenten die potentieel ongeschikt zijn voor de praktijk­stages van de masteropleiding.
    Die administratie stel ik me voor als een kleine hangmappenkast, bestaande uit twee laden. In de bovenste, grijze lade worden studenten geplaatst van wie gevreesd wordt dat ze bij afstuderen on­voldoende zullen beschikken over “de algemene vaardigheden die vereist zijn in het contact met anderen”. Het gaat om communicatie-, samenwerkings- en leiderschapscompetenties zoals beoogd in het landelijke Raamplan Geneeskunde 2020. De onderste, rode lade is gereserveerd voor studenten die zich misdragen en die op de nominatie staan om te worden weggestuurd wegens ernstig laakbaar gedrag. Deze rode lade heeft een legale status: de wetgever heeft bepaald dat studenten mogen worden weggestuurd als ze zich ontoelaatbaar misdragen (7.42a WHW). De grijze lade daarentegen heeft in Nederland geen wettelijke basis. In Engeland worden aspirant-studenten geweigerd als ze duidelijk ‘unfit to practise’ zijn, dus ongeschikt voor het artsenberoep. Maar in Nederland wordt dergelijke selectie in principe pas ná het basisartsexamen toegepast. Indien geneeskundestudenten in staat zijn het mastercurriculum te doorlopen en de bijbehorende studiepunten te behalen, zullen ze dus in principe basisarts worden (tenzij ze zich ernstig misdragen tijdens hun studie). En als basisarts kunnen ze vervolgens solliciteren naar een plaats in één van de vervolg­opleidingen, bijvoorbeeld de vervolgopleiding tot huisarts.
    Lees verder … (PDF)

  • Het iudicium abeundi: de grenzen van artikel 7.42a WHW

    /

    Één reactie

    In 2010 is de Wet Versterking Besturing ingevoerd. Door de introductie van artikel 7.42a WHW heeft zij universiteiten en hogescholen de bevoegdheid gegeven studenten heen te zenden op grond van gedragingen of uitlatingen waarmee ze blijk geven van beroepsongeschiktheid of ongeschiktheid voor de praktische beroepsvoorbereiding (tabel 1). Daarnaast strekt het tuchtrecht van universiteiten en hogescholen zich tot twee andere misdragingen van studenten uit: examenfraude (7.12b lid 2 WHW) en overlast (7.57h WHW).
    De faculteiten Geneeskunde ervaren de grenzen van artikel 7.42a, zoals getrokken door de wetgever, als een keurslijf. Zij willen zelf bepalen op grond van welke criteria studenten wegens vermeende beroepsongeschiktheid kunnen worden geweigerd of heengezonden en ze zijn zelfs geneigd om de grenzen van de wet op te zoeken om bij de rechter rekkelijker jurisprudentie uit te lokken. Zie bijvoor­beeld Timmermans (2023) en Harbers (2022) [en de tegenwerpingen van Dijkgraaf (2022)]. In deze case study worden drie supplementaire maatregelen behandeld die door één van de geneeskunde­faculteiten in den lande zijn geïntroduceerd om de grenzen van artikel 7.42a op te rekken:

    • (SM1) ongelijke behandeling ten nadele van studenten met een functiebeperking;
    • (SM2) criminalisering van lichte misdragingen; en
    • (SM3) tussentijdse opschorting van onderwijs- en examenrechten.

    Achtereenvolgens passeren de revue: het Protocol Iudicium Abeundi (Bonke & Van Luijk 2010), een Rotterdams pleidooi voor selectie aan de poort (Beerthuizen & Bonke (2017), en de Onderwijs- en Examenregeling van de Rotterdamse faculteit Geneeskunde (2022-2023). In een naschrift wordt de dramatische casus van Fouad L. aangestipt, die (naar verluidt) behept is met een stoornis in het autistisch spectrum en die van 2013 tot 2023 Geneeskunde gestudeerd heeft aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.
    Lees verder … (PDF)

  • De voorgeschiedenis van een moorddrama

    /

    Één reactie

    Fouad L. heeft van 2013 tot 2023 Geneeskunde gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij wordt verdacht van een drievoudige moord, gepleegd op 28 september 2023. Wat ging er vooraf aan die fatale datum? In bijgaand feitenrelaas heb ik getracht de belangrijkste gebeurtenissen tussen maart en september 2023 op een rij te zetten. Het draaide allemaal om één gebeurtenis: die dag in mei toen hij van de examencommissie te horen kreeg dat zij niet bereid was hem het diploma toe te kennen. Hij had weliswaar alle 180 studiepunten voor het basisartsexamen behaald, maar vanwege zijn strafblad (een taakstraf van 40 uur wegens dierenmishandeling) had zij ernstige twijfels over zijn beroepsgeschiktheid.
    Het rare is dat tot nu toe niemand de onbevangen vraag heeft gesteld: “Kan dat nou zomaar, is een examencommissie bevoegd om iemand het diploma te onthouden, terwijl hij reeds alle benodigde studiepunten op zak heeft?” Fouad nam een advocaat in de arm om deze vraag te beantwoorden, maar die adviseerde hem om het voorstel van de examencommissie te aanvaarden: laat via een psychologisch onderzoek vaststellen of je geschikt bent voor het artsenberoep. Zo’n luie advocaat is dus geen knip voor de neus waard.
    Let wel, het was half mei dat de examencommissie weigerde aan Fouad het diploma toe te kennen. Het ging toen om een onbeduidend strafblad en niet om een levensdelict. Achteraf, na 28 september, kan men roepen dat de examencommissie in mei alle reden had voor haar botte weigering, maar dan maakt men een denkfout. Want half mei kon zij zich nog niet op die reden beroepen. Dus blijft de onbevangen vraag: “Was de examencommissie in mei bevoegd om Fouad het diploma te onthouden, terwijl hij reeds alle benodigde studiepunten op zak had?”

  • Ondersteuningsbehoeften: indicatiestelling en handhaving

    /

    Tijdens de coronacrisis werden de hoorcolleges van de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (RU Groningen) online in de vorm van afstandsonderwijs aangeboden. Nu men naar het normale contactonderwijs is teruggekeerd, wordt het aan de individuele docenten overgelaten of ze hun colleges op video willen opnemen en mogen studenten de opgenomen video’s pas de laatste twee weken vóór het tentamen raadplegen. Tot voor kort gold er voor studenten met een functiebeperking echter een bijzonder regiem: zij mochten de videoregistraties te allen tijde raadplegen. Maar die coulance is nu afgeschaft, zo bericht de Ukrant (31/1/2024), omdat de faculteit geen kans ziet een eerlijk meet- en regelsysteem te ontwerpen om te bepalen wie van het bijzondere regiem gebruik mag maken en wie daaruit geweerd moet worden. Bij gebrek aan een eerlijk systeem van ver­geldende rechtvaardigheid, meende de faculteit te moeten terugvallen op het botte systeem van verdelende rechtvaardigheid (gelijke monniken gelijke kappen). Zij onderkent dat de monniken qua ondersteuningsbehoefte niet gelijk zijn, en zij erkent dat zij zonder extra financiële kosten aan gerechtvaardigde ondersteuningsbehoeften zou kunnen voldoen, maar zij weigert haar wettelijke opdracht na te komen dat faculteiten voldoende rekening moeten houden met studenten die behept zijn met een functie­beperking.
    Hier ligt een nuttige taak voor het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (Ecio te Den Bosch): het ontwikkelen van meet- en regelsystemen ten behoeve van wo- en hbo-studenten met een functiebe­perking. In onderstaand tekstkader geef ik een schematisch voorbeeld van twee resulterende meet- en regelsystemen.
    Lees verder … (PDF)

  • Het basisartsexamen van Fouad-L

    /

    Één reactie

    §1. Op de dag na het Rotterdamse moorddrama publiceerde de decaan van de Rotterdamse faculteit Geneeskunde (tevens bestuursvoorzitter van het Erasmus MC) een persbericht waarin hij onder meer verslag deed van de recente facultaire contacten met de verdachte: “Wij hebben in mei van dit jaar een signaal gekregen van het Openbaar Ministerie waarin stond dat onze student was veroordeeld vanwege dierenmishandeling. (…) De student had alle benodigde studiepunten behaald om een diploma in ontvangst te nemen. De examencommissie heeft toen als voorwaarde voor een diploma gesteld dat hij een psychologisch onderzoek zou ondergaan en dat de psycholoog zou verklaren dat de student geschikt zou zijn om arts te worden. (…) Maar aan die voorwaarde werd [door onze student] niet voldaan.”
    1.1 Opmerking ad 1: Bovenstaand bericht is onnauwkeurig. De Rotterdamse faculteit Geneeskunde maakt onderscheid tussen a) zijn de 179 studie­punten toegekend door de examinatoren? b) is het 180e studiepunt vrijgegeven door voorzitter CLBP (longitudinale beoordeling professionali­teit)? c) gaat voorzitter examencommissie akkoord met de verwerking van het 180e studiepunt, waarmee beslist is dat de kandidaat geslaagd is voor het examen (het diploma is toegekend en de BIG-aanvraag kan starten)? d) na de 179 studiepunten wordt ook het 180e studiepunt verwerkt in de studie­voortgangsadministratie, hetgeen uitmondt in de registratie van het diploma en de kennisgeving daarvan naar het DUO-diplomaregister; e) de ceremoniële uitreiking van het diploma. Kortom, wat bedoelde de decaan feitelijk toen hij berichtte dat Fouad in mei alle benodigde studiepunten behaald had: was ook het180e studiepunt vrijgegeven door voorzitter CLBP?
    1.2 Voorlopige conclusie ad 1: In een wetenschappelijk tijdschrift rapporteert Margot de Jong-Noordermeer dat Fouad alle 180 studiepunten behaald had en dat de examencommissie op basis van de artikelen 7.10 lid 2 en 7.42a WHW nader onderzoek wilde doen of de student geschikt was voor het beroep van arts. Hieruit volgt dat het 180e studiepunt was vrijgegeven door voorzitter CLBP en dat de examencommissie (stap c) aan zet was. De examencommissie is in dat verband inderdaad bevoegd om alsnog een eigen onderzoek te entameren naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, maar zij is niet bevoegd een onderzoek uit te voeren naar de beroepsgeschiktheid van de examinandus en zij is al helemaal niet bevoegd dat onderzoek uit te besteden naar derden (een externe psycholoog). Nadat de CLBP het 180e studiepunt had vrijgegeven (stap b) was Fouad dus volgens de wettelijke systematiek geslaagd voor het basisartsdiploma.
    1.3 Voorgeschiedenis ad 1: Het ministerie van VWS geeft d.d. 1/2/2024 de volgende toelichting over de voorgeschiedenis. Het OM heeft in maart 2023, bij wijze van melding over een aanstaande basisarts, de rapportage van een justitieel en politieel antecedentenonderzoek toegestuurd aan de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd). De inspectie heeft het signaal destijds in onderzoek genomen. Het doel van het onderzoek was in eerste plaats het maken van een inschatting van het risico voor de patiëntveiligheid. De inspectie sprak naar aanleiding van de melding met de Rotter­damse faculteit Geneeskunde en heeft de student per aangetekende brief uitgenodigd voor een gesprek. Op deze uitnodiging is hij niet ingegaan, waarna de inspectie alsnog herhaaldelijk heeft geprobeerd om in contact te komen. [Het is niet duidelijk of destijds al een afschrift van de OM-rapportage naar hem is gestuurd, hetzij door het OM dan wel door de IGJ.]
    Lees verder … (PDF)

  • Israël apartheidsstaat: een trigger warning (II)

    /

    2 reacties

    Op de webpagina van de tweedejaars cursus History & Social Sciences (een verplicht vak voor de VU-studenten Geschiedenis) stond de volgende aankondiging (De Stentor 19/1/2024): Dit vak is ‘partijdig, kritisch en zeer geworteld in de koloniale en postkoloniale benaderingen. Daarom kun je mijn colleges vermijden als je niet kunt omgaan met het feit dat veel West-Europese landen gebouwd zijn op koloniale plunderingen, genocide en onderdrukking. Deze cursus werkt verder vanuit het idee van sociale rechtvaardigheid en erkent dat Israël een apartheidsstaat is. Mijn colleges zijn misschien niet nuttig voor jou als je niet om kunt gaan met de gepassioneerde kritische pedagogie en postkoloniale benaderingen van de geestes­wetenschappen.’
    Deze tekst was opgesteld door de excellente universitaire hoofddocent, dr. Younes Saramifar, die als cultureel antropoloog verbonden is aan de Refugee Academy (het Institute for Societal Resilience van de VU). Hij wist uit ervaring dat zijn colleges veel emotie oproepen bij de christelijke goegemeenschap binnen de VU (net zoals een snijzaalpracticum bij eerstejaars medicijnenstudenten), maar hij was niet van plan water in de wijn te doen (net zomin als een docent Anatomie bereid is het snijzaalpracticum te vervangen door oefeningen met poppen van papier-maché). De leer­stellige christenen beschouwen de joodse burgers en kolonisten van Israël (en zichzelf) als het uitverkoren volk dat zijn beloofde land mag claimen. Daarom had hij de bovenstaande ‘trigger warning’ opgesteld: voor gevoelige zielen is het pijnlijke tentamenstof, dus als je mijn colleges te heftig vindt en de stof liever schriftelijk tot je neemt, dan heb je mijn zegen, want ik vind het niet fijn als je mijn colleges met kreten van pijn en woede zou verstoren.
    Hoe reageert de VU, neemt zij haar docent met zijn academische vrijheid in bescherming? Neen, hij is door de rector wegens zijn ‘polariserende politieke stellingname’ op het matje geroepen en onder curatele gesteld. Verlangd wordt dat hij zijn confronterende presentatie van de stof matigt en ‘een inclusieve leerervaring voor alle onderwijsdeelnemers’ garandeert. De VU kiest voor onderwijs waarbij alle deelnemers zich gekend en gehoord voelen en waar verbinding en dialoog voorop staan.
    Eerdere blogberichten op dit gebied: Wat is een trigger warning? (I); Een gevoelig onderwerp (I t/m VI); Gevoelige onderwerpen zonder taboes (VII); Safe spaces I en II.

  • Een criminele organisatie?

    /

    Op 15/1/2024 is de voorbereidende rechtszitting gehouden in het strafproces tegen de medische student Fouad L, de verdachte van een drievoudig levensdelict in Rotterdam. Twee dagen eerder wijdde de Volkskrant een lijvig artikel aan deze verdachte, of liever: aan het streven van de medische faculteiten om beroepsongeschikte studenten te identificeren en tijdig uit de opleiding te verwijderen. De beide auteurs van het artikel informeerden bij de Rotterdamse faculteit Geneeskunde wat er in het geval van Fouad L precies gebeurd is, maar de faculteit wilde daarover niets zeggen. Ook de Erasmus Universiteit gaf (in afwachting van de rechtszaak) nul op het rekest, toen haar werd gevraagd of men van plan was (op voorstel van de faculteit) een verwijderingsprocedure (ex artikel 7.42a WHW) tegen Fouad L aan te spannen.
    Die laatste vraag was een journalistiek schot in de roos: de enige legale manier om studenten op grond van beroepsongeschiktheid te verwijderen is dat men aantoont dat ze, binnen de studie, moreel-laakbare gedragingen of uitlatingen hebben gepleegd die op beroepsongeschiktheid wijzen, en dat het College van Bestuur vervolgens op die basis een verwijderingsprocedure in gang zet. INDIEN men er, in het tiende studiejaar van Fouad L, nog steeds niet in geslaagd is, zo’n verwijderingsprocedure rond te krijgen en INDIEN men het heeft laten aankomen op een facultaire weigering het einddiploma uit te reiken, terwijl de examenkandidaat Fouad alle 180 studiepunten van de masteropleiding op zak had, DAN zit er een luchtje aan deze zaak. Als de faculteit hangende het proces nog niets naar buiten wil brengen over een individuele student, dan is dat normale privacy­bescherming. Maar als de universiteit niets naar buiten wil brengen over de rechtsgronden op basis waarvan die student is aangepakt (wel of niet artikel 7.42a?), dan riekt dat naar een juridische beerput.
    Ik gebruik hier grote woorden, maar klokkenluider Fouad heeft begin augustus 2023 ernstige misstanden aangedragen. Ik meen dan ook oprecht dat onderzocht moet worden in hoeverre de autistische student Fouad L het slachtoffer is geworden van een facultaire beleidslijn die in strijd is met de wet. Naar ik begrepen heb, luidt deze beleidslijn: Als poortwachters tot de medische beroepsgroep, moeten wij tot alle prijs voorkomen dat studenten met een functiebeperking ooit zullen slagen voor het examen van basisarts, en meer in het bijzonder studenten “die onvoldoende beschikken over de algemene professionele vaardigheden die vereist zijn in het contact met anderen”. Deze beleidslijn geeft de faculteit alle ruimte om te verworden tot een criminele organisatie.
    Bronverwijzingen: https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2024/als-studenten-geen-arts-mogen-worden-maar-dat-niet-willen-horen~v996360/ [De ruimte tussen zorg en zorgelijk, VK 13/1/2024]; https://onderwijsethiek.nl/onderwijs/klokkenluider-fouad-l/; https://www.eur.nl/erasmusmc/onderwijs/regels-en-richtlijnen/master-geneeskunde/onderwijs-en-examenregelingen > OER Master 2022-2023 (§9) en OER Master 2022-2023 Bijlagen (nr. 5); Kwaadaardige beweringen over Fouad-L: een weerwoord [mijn opiniebijdrage d.d. 14/1/2024 (712 woorden), toegestuurd aan maar geweigerd door de Volkskrantredactie]

  • Erasmus Universiteit Rotterdam: tussen droom en daad

    /

    Één reactie

    In 2016 heeft de Staat der Nederlanden het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd. Het doel van dit verdrag is “[hun] volledige genot van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid te bevorderen, beschermen en waarborgen, [alsmede] de eerbiediging van hun inherente waardigheid te bevorderen.” Volgens artikel 24 lid 5 betekent dat ook dat ze “zonder discriminatie en op voet van gelijkheid met anderen, toegang verkrijgen tot algemeen universitair en hoger beroepsonderwijs (…)” en dat hun “redelijke aanpassingen” worden verschaft om met vrucht aan dat onderwijs deel te nemen. In 2020 heeft het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens uitgediept wat het recht op onderwijs precies inhoudt voor gehandicapte leerlingen en studenten.
    Op 9 oktober 2019 heeft de rector van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) namens zijn onderwijsinstelling de nationale intentieverklaring ondertekend waarin de universiteiten en hogescholen zich verbinden om zich in te zetten voor studenten en aspirant-studenten die behept zijn met een functiebeperking. Zodoende is de EUR ook toegetreden tot de landelijke werkgroep van het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) die de doelen van het VN-verdrag op brede schaal beoogt te realiseren. Zomer 2023 telde de werkgroep 27 instellingsvertegenwoordigers. In een jaarlijkse schriftelijke rondvraag werd door hen gerapporteerd dat er nog weinig schot in zit.
    Deze bittere werkelijkheid slaat in elk geval op de Rotterdamse faculteit Geneeskunde. Daar huldigen ze als uitgangspunt dat ze uitsluitend gezonde zielen in gezonde lijven mogen afleveren: bij afstuderen moeten hun studenten 100% ‘fit to practise’ zijn. Meer in concreto is in de examenregeling van de masteropleiding vastgelegd dat studenten moeten vertrekken als ze onvoldoende beschikken over de algemene professionele vaardigheden die vereist zijn in het contact met anderen. En mei 2023 moest een autistische student zelfs ervaren dat hem het diploma van basisarts geweigerd werd terwijl hij alle benodigde studiepunten op zak had. Met deze wandaad gooide de faculteit niet alleen de toekomstdroom van Fouad-L maar ook diens “inherente waardigheid” in duigen.

  • Oudjaar 2023: de dilemma’s van Dijkgraaf

    /

    Dit jaar verschenen er 18 blogberichten op Onderwijs­ethiek.nl (afgezien van twee verstekelingen). De inhoudsopgave tref je HIER aan. Nu het vierde kabinet-Rutte, en daarmee minister Dijkgraaf, de pijp aan Maarten heeft gegeven, is het tijd voor een terugblik. Met welke ethische dilemma’s werd minister Dijkgraaf geconfronteerd?
    • Studentenbelangen versus Bedrijfsrendement: Het kabinet Rutte-4 had zich voorgenomen de strijd aan te binden met het doorgeschoten rendementsdenken in het hoger onderwijs. In de loop der jaren hadden de faculteiten de selectiedrempel van hun propedeuse gaandeweg op­gehoogd: eerstejaarsstudenten moeten tegenwoordig 45 tot 60 studiepunten halen, want anders worden ze via het Bindend Studieadvies uit de opleiding verwijderd, zogenaamd wegens “studieongeschiktheid”. Minister Dijkgraaf heeft zich vurig ingezet voor het kabinetsstandpunt dat de selectiedrempel omlaag moet naar dertig studiepunten. Dat is een billijke maatstaf voor evidente studieongeschiktheid (behoudens persoonlijke omstandigheden). Maar hij kreeg de wind van voren, zowel vanuit de universi­teiten als vanuit coalitiepartner VVD.
    • Onderzoeks- versus Onderwijsbelangen: Robbert Dijkgraaf heeft zijn sporen verdiend in het wetenschappelijk onderzoek. Hij gaf dan ook gaarne gehoor aan de lobbyisten van de Jonge Akademie, toen zij een campagne begonnen tegen het grote tijdsbeslag van hun universitaire onderwijstaken dat volgens hen ten koste ging van hun universitaire onderzoek. Zij bepleitten Een Slimmer College­jaar: geef studenten jaarlijks minder herkan­sings­mogelijkheden zodat de docent-onderzoekers meer tijd overhouden voor hun wetenschappelijk onderzoek. Zij voerden valse argumenten aan, als zouden de Nederlandse studenten in vergelijking met hun buitenlandse collega’s schandalig in de watten worden gelegd. Dijkgraaf geloofde de onder­zoekers op hun blauwe ogen en deed er nog een schepje bovenop: hij beloofde dat de studenten dankzij de “sanering” van hun herkansings­mogelijkheden “meer rust en ruimte” zouden krijgen in hun studieloopbaan. In de komende jaren zal blijken hoeveel schade hun is toegebracht door Dijkgraafs pilotproject.
    • Grondwettelijke versus Gildebelangen: De faculteiten Geneeskunde in den lande willen graag, als dienaars van het Artsengilde, de bevoegdheid krijgen om studenten weg te sturen wanneer ze in verband met een functiebeperking ongeschikt worden geacht voor het artsenberoep. Maar volgens de Nederlandse wetgever is zo’n verregaande bevoegdheid in strijd met de grondwet: wat beroeps­geschiktheid (fitness to practice) betreft, mogen studenten hoogstens op grond van moreel-laakbare gedragingen en uitlatingen worden weggestuurd. Medio 2022 kreeg minister Dijkgraaf (samen met zijn collega van Volksgezondheid) kritische Kamervragen op zijn bord, maar hij bleef vierkant achter het wettelijke principe staan: als studen­ten, hoewel behept met een functiebeperking, toch hun studiepunten weten te halen, dan mogen ze niet worden weggestuurd. Maar de Rotterdamse faculteit Geneeskunde blijkt het verbod van de wetgever te trotseren: op grond van vermeende beroeps­ongeschiktheid weigerde zij (mei 2023) aan een autistische examenkandidaat het diploma van basisarts toe te kennen, hoewel hij al zijn studiepunten op zak had. Dat kwam aan het licht nadat de betrokken student, ruim drie maanden later, in razende wanhoop een ernstig misdrijf had gepleegd. Maar minister Dijkgraaf (inmiddels demissionair) heeft tot nu toe niets van zich laten horen. Wordt het niet tijd dat hij de Rotterdamse faculteit tot de orde roept? Wie A zegt (door de algemene regel in 2022 te bevestigen) moet ook B zeggen (als die regel in 2023 met voeten wordt getreden). In haar examenreglement heeft deze faculteit vastgelegd dat zij studenten die wegens een functiebeperking beroepsongeschikt worden geacht, goedschiks of kwaadschiks uit de opleiding zal verwijderen.

  • Vrije meningsuiting en professionele terughoudendheid (III)

    /

    Het gerechtshof in Den Bosch heeft vonnis gewezen ten gunste van de mbo-docent Paula van Manen (9/11/2023a, 9/11/2023b). Op grond van het feit dat ze een kritische kroniek had gepubliceerd van de invoering van gepersonaliseerd onderwijs op haar school, werd ze ontslagen. De rechtbank en het gerechtshof bekrachtigden dat ontslag, maar zij ging daartegen in cassatie. De hoge raad ver­nietigde het vonnis van het Arnhemse gerechtshof, omdat de rechters zich niet hadden uitgesproken over de claim dat met dat ontslag haar vrijheid van meningsuiting geschonden was. Het Bossche gerechtshof heeft nu in dat verband gevonnist dat ze niet had mogen worden ontslagen.
    Ik hoop dat haar voormalige werkgever (ROC Nijmegen) op zijn beurt in cassatie gaat, want waar blijven we anders, als een werknemer straffeloos een sappige kritiek op een intern vernieuwings­project naar buiten mag brengen, zonder de concepttekst eerst aan zijn of haar werkgever voor te leggen? Door openbaarmaking van zo’n sappige kroniek van een lopend project (inclusief allerlei kinderziektes die eraan kleven) wordt de goede voortgang van het project in gevaar gebracht. Docenten behoren in zo’n geval professionele terughoudendheid te betrachten in de wijze waarop zij gebruik maken van hun vrijheid van meningsuiting in de publieke arena. In plaats van een sappige kroniek past dan veeleer een abstractere, beschouwende betoogtrant.
    Eerdere blogberichten die op Onderwijsethiek.nl over de casus Van Manen verschenen zijn: 22/1/2020; 31/12/2020 (voortbouwend op 27/5/2019); en 5/5/2021.

  • Over de tewerkstelling van student-assistenten

    /

    Waarom mogen betaalde student-assistenten, werkzaam aan de Universiteit Utrecht, in het kader van hun student-assistentschap geen taken uitvoeren die deel uitmaken van hun eigen opleiding (zie tekstkader A)? Deze vraag werd opgeworpen in een artikel dat onlangs verscheen in het Utrechts Universiteitsblad. In het artikel wordt verslag gedaan van vruchtbare discussies over risico’s binnen de functie van student-assistent (zoals frauduleuze bevoordeling van medestudenten). Maar de betrokkenen getuigden ook van verbazing en ongeloof: waarom mogen de Utrechtse student-assistenten niet worden belast met onderwijs-, beoordelings- en ondersteuningstaken binnen de eigen opleiding?
    Een dag later kwam een docent (oudgediende Jeroen Fokker) met het verlossende commentaar: deze lokale UU-regeling beoogt niet het takenpakket van student-assistenten uit te hollen. Zij verbiedt slechts dat studenten in het kader van hun student-assistentschap (dus tegen betaling-in-geld) taken uitvoeren die hun tegelijkertijd in het kader van hun studentschap studiepunten opleveren.
    Lees verder … (PDF)