• Geachte Onderwijsinspectie

    /

    Één reactie

    Stel je bent een student en de faculteit weigert je het masterdiploma toe te kennen terwijl je alle studiepunten behaald hebt. Je bent dus wanhopig en ten einde raad. Wat kan je nu doen? Dat hangt er van af:
    Optie 1: Als je ouders veel geld hebben, dan huren ze een dure advocaat en die zal dat varkentje wel eens wassen. In eerste instantie maakt de advocaat nog even bezwaar bij de examencommissie, waarna hij/zij in beroep gaat bij het lokale College van Beroep voor de Examens; en in tweede instantie tekent hij/zij beroep aan bij de Raad van State. Ondertussen krijg je van je ouders financiële ondersteuning, totdat je het zuurverdiende diploma in ontvangst kunt nemen en je op basis daarvan een passende baan hebt gevonden.
    Optie 2: Als je psychisch labiel bent, dan laat je je gek verklaren en laat je je opnemen in een GGZ-instelling.
    Optie 3: Als je gewoon wanhopig en ten einde raad bent, dan kun je zelfmoord plegen; je wanhopige ouders kunnen achteraf een NieWieder-melding bij de Onderwijsinspectie indienen, die immers als wettelijke taak heeft toe te zien op de wettigheid van het handelen van instellingen van hoger onderwijs.
    Optie 4: Als je extreem wanhopig bent én eigenrichting verkiest, kun je besluiten de voorzitter van de examencommissie te vermoorden, waarna je de pro-deo advocaat verzoekt: 4A) alsnog het diploma op te eisen en 4B) een NieWieder-melding naar de Onderwijsinspectie te sturen (zie de ouder­lijke vervolgactie ad optie 3).
    Lees verder … (PDF)

  • De langstudeerboete van het kabinet-Schoof

    /

    Één reactie

    De vier formerende partijen hebben het kabinet-Schoof de opdracht meegegeven een nieuwe bezuinigingsmaatregel voor het hoger onderwijs in te voeren. In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord staat namelijk:
    §44. VERHOGEN COLLEGEGELD LANGSTUDEERDERS (VIA LAGERE BEKOSTIGING). Het collegegeld wordt met 3.000 euro ver­hoogd voor voltijdstudenten die langer dan 1 jaar uitlopen in de bachelor- of masterfase. Instellingen krijgen per langstudeerder 3.000 euro minder Rijksbekostiging. De budgettaire opbrengst gaat uit van invoering in het studiejaar 2026/2027.” De papieren Volkskrant van 11 juli wijdde er wederom een kritisch artikel aan: naarmate de ouders van studenten een lager inkomen hebben, doen studenten langer over hun studie. Ik zou me kunnen voorstellen dat die studenten eerder geneigd zijn een baantje naast hun studie te nemen of dat ze gemiddeld meer reistijd nodig hebben om van en naar hun woonadres te forensen, of dat ze meer mantelzorgverplichtingen hebben. Hoe dat ook zij, door dergelijke factoren hebben ze minder tijd voor hun studie beschikbaar en lopen ze dus een groter risico op studievertraging. Maar het zou ook kunnen zijn dat ze meer studie-uren nodig hebben om hun studiepunten te behalen: beheersen zij de Nederlandse en Engelse taal minder dan hun medestudenten? hebben ze minder geld beschikbaar om de beste studieboeken en –materialen aan te schaffen en hun dagprogramma efficiënt in te richten? zijn ze meer tijd kwijt aan het zoeken van een stageadres? Of hebben ze minder sociaal kapitaal van mensen die hen kunnen helpen in hun studievoortgang? Kortom: ik voelde me geroepen om diezelfde ochtend nog een lezersbrief naar de Volkskrant te sturen:
    “De invoering van een langstudeerboete (VK 11/7 p.12) is een ondoordacht plan. De wettelijke studielast voor de gemiddelde student is 1680 uur per cursusjaar. De wetgever neemt dus voor lief dat slechts 50% van de studenten het programma zal bijbenen als ze 40 uur per week in hun studie steken. De resterende 50% loopt een groot risico op studievertraging. Daar komt bij dat er na afloop van het eerste studiejaar streng geselecteerd wordt: je moet in tien maanden bijna alle studiepunten scoren, want anders moet je vertrekken en je heil elders zoeken. Door dat gedwongen omzwaaien lopen studenten algauw een jaar studievertraging op.”
    Maar dat was verloren moeite, want mijn lezersbrief stond gisterochtend niet in de krant en vanochtend evenmin. Dat wordt dus Sint-Juttemis. Achteraf heb ik me nog wel bedacht dat die veertigurige werkweek voor de gemiddelde student alleen van toepassing is als het jaarprogramma 42 weken lang is. Tegenwoordig geven vele faculteiten echter de voorkeur aan een jaarprogramma van 40 weken, want dan houden de docenten meer tijd voor andere klussen over (bijvoorbeeld voor hun onderzoekstaken). [Dat is de reden dat de herkansingen in de tweede helft van augustus ook allang wegbezuinigd zijn.] De helft van de studenten moet in dat geval méér dan 42 uur per week in de studie steken om het programma bij te benen.

  • De rechten van examen­kandidaat Fouad (update)

    /

    5 reacties

    1. De motieven van Fouad. Op 4 juli hield de Rotterdamse rechtbank een derde pro-formazitting inzake de verdachte Fouad L. Door Erasmus Magazine (EM 4/7/2024) wordt bericht dat het OM bij die gelegenheid voor het eerst volledige opening van zaken gaf over de motieven van de verdachte, die hij geopenbaard had bij het eerste politieverhoor op 28 september 2023: “Ik was extreem boos op het Erasmus MC. Ik heb al mijn studiepunten [van de masteropleiding behaald], maar ze [d.w.z. de examencommissie] willen mij [op grond van een antecedentenrapportage van het OM] geen diploma geven. Ik kom niet vooruit en niet achteruit. Ik kan op mijn 32ste geen nieuwe studie doen, ik heb geen baan [althans niet meer, want de werkgever wilde vóór indiensttreding het diploma zien] en straks ook geen huis [want binnenkort volgt huisuitzetting wegens huurschuld].”
    2. Onprofessioneel gedrag van Fouad anno 2023? In de pro-formazitting is bovendien gebleken, aldus Erasmus Magazine (4/7/2024), dat de toenmalige examen­kandidaat zich als arts had uitgegeven en dat de wijkagent dat had overgebriefd aan de examencommissie. Het Algemeen Dagblad (AD 4/7/2024) voegt hieraan toe, dat de advocaat zich verbaasd toont waarom de interne melding van de wijkagent niet in het strafdossier is opgenomen, en dat deze omissie op verzoek van de rechter-commissaris hersteld zal worden. In het Reflectierapport van de zorg- en veiligheidsinstanties (juni 2024, pp. 14-15 en 31-32) wordt bericht dat deze melding van de wijkagent op 27 februari geregistreerd is, dat deze tussen 13 en 20 maart ter kennis van de examencommissie is gebracht, dat deze op 21 maart op diens verzoek ter kennis van Fouad zelf is gesteld, en dat Fouad op 3 april aan de examencommissie heeft uitgelegd dat deze verdenking op een misverstand berust. Ik vermoed dat Fouad zich (in zijn uitlatingen tegenover de wijkagent?) gebaseerd heeft op artikel 7.10 lid 2 WHW: “Indien de tentamens van de [masteropleiding] met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd [tenzij de examencommissie besloten heeft nader te onderzoeken of de eindtermen van de masteropleiding inderdaad bereikt zijn].”
    3. Het lekken van politiële en justitiële gegevens. RTV Rijnmond bericht op zijn website (4/7/2024) dat Fouads advocate ter zitting opmerkte ’t nogal “bijzonder” te vinden dat de wijkagent vertrouwelijke informatie over Fouad aan de examencommissie heeft doorgegeven. Ik vraag me af of ze niet zwaarder geschut in stelling had moeten brengen. In het zojuist genoemde Reflectierapport (p.31) kan men namelijk lezen (a) dat het OM op 13 maart 2023 heeft besloten “dat op basis van artikel 39f (…) van de Wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens (…) de informatie over de twee strafzaken van Fouad L. [één veroordeling (wegens dierenmishandeling) tot een taakstraf van 40 uur en één vrijspraak wegens gebrek aan bewijs] gedeeld mocht worden met het Erasmus MC”; (b) dat de politie in dat verband heeft besloten ook de recente melding van de wijkagent mee te nemen; en dat het OM in april heeft besloten (zie p.32) dat de examencommissie ook een uitgebreide OM-rapportage van het uitgevoerde antecedentenonderzoek toegestuurd zou krijgen, opdat zij op basis daarvan kon beslissen de toekenning van het diploma “on hold” te zetten. Ik vraag me af waarom Fouads advocate tot nu toe heeft nagelaten de rechtmatigheid van deze twee OM-besluiten ter discussie te stellen. Artikel 39f van de WJSG staat toe informatie met derden te delen mits (ten eerste) daarmee een zwaarwegend algemeen belang gediend wordt en mits (ten tweede) die informatiedeling behoorlijk, rechtmatig, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is. Aan die tweede voorwaarde was niet voldaan: ten eerste is een examencommissie in het hoger onderwijs niet bevoegd om zittende studenten op grond van misdragingen, gepleegd buiten de studie, uit de opleiding te verwijderen; en ten tweede is zij evenmin bevoegd om een examenkandidaat, die inmiddels alle studiepunten op zak heeft, wegens vermeende beroeps­ongeschiktheid het diploma te ontzeggen. Alleen de Inspectie Volksgezondheid & Jeugd is bevoegd om zo nodig op te treden tegen basisartsen teneinde patiënten tegen vermeend-gewelddadige of vermeend-gestoorde professionals te beschermen.
    4. Tegenstrijdige uitlatingen van het OM. Volgens Fouads advocate is het moorddrama wellicht in de hand gewerkt door het gevoel dat hij jarenlang bespioneerd werd door de buren, maar volgens het OM is er geen sprake geweest van bespioneren of van een complot (RTV Rijnmond 4/7/2024). Maar in het Reflectierapport (juni 2024) wordt erkend dat het OM al sinds 2021 in samenspraak met andere instanties (waaronder de Woningbouwvereniging en de wijkagent) op zoek is geweest naar mogelijkheden om te voorkomen dat deze taakgestrafte, autistische student van Marokkaanse afkomst basisarts zou worden (zie ook Erasmus Magazine 27/6/2024). De vraag rijst of het Reflectierapport, en dus het bestaan van dit complot, in het strafdossier is opgenomen.
    5. Onprofessioneel gedrag van Fouad vóór 2023? Erasmus Magazine (4/7/2024) meldt dat de faculteit Geneeskunde al jarenlang een (belastend???) dossier over Fouad had opgebouwd (zie p.18 van het Reflectierapport). Uit een bijlage van de facultaire Onderwijs- en Examenregeling maak ik op dat door de examencommissie speciale dossiers worden bijgehouden over studenten met een functiebeperking die hun communicatievaardigheden kan belemmeren (zoals autisme). Die dossiers hebben dus in principe niet het karakter van een strafdossier. Uit de eigen posts van Fouad op de website 4Chan maak ik op dat hij zich in het kader van de opleiding niet aan onprofessioneel gedrag schuldig heeft gemaakt en dat hij niet begreep waarom hij jaarlijks toch voor zes maanden geschorst werd. Tijdens die wanhopige schorsingsperioden gaf hij zich aan alcohol over, wat soms in (door hem diep betreurde) dierenmishandeling ontaardde. Uit een wetenschappelijk artikel van De Jong-Noordermeer (2023), de toenmalige secretaris van de examencommissie, maak ik op dat schorsingen niet alleen op grond van laakbaar gedrag worden opgelegd.
    6. Het onderzoek naar Fouads klachten over de faculteit Geneeskunde. Uit de berichtgeving in de eerdergenoemde media (EM, AD, Rijnmond) maak ik op dat het OM op de derde pro-formazitting niets heeft meegedeeld over de voortgang van het voorgenomen onderzoek naar het waarheidsgehalte van Fouads klachten over de medische faculteit (zie ook zijn posts op de website 4Chan), en dat Fouads advocate dat evenmin te berde heeft gebracht. In het Reflectie­rapport (p.5) wordt bericht dat het Erasmus MC [in casu de Rotterdamse faculteit Geneeskunde?] een eigen reflectie-onderzoek verricht naar de voorgeschiedenis van het moorddrama: “In het kader van het reflecteren en gezamenlijk leren, is contact opgenomen met het Erasmus MC en is een aantal vragen meegegeven die worden meegenomen in hun onderzoek. De resultaten van dat onderzoek worden pas later verwacht en zijn dus niet in [het onderhavige Reflectie-onderzoek] meegenomen.” Mijns inziens behoort het OM een eigen onderzoek te doen naar het handelen van de faculteit (gegeven het feit dat de faculteit door de verdachte van jarenlange geestelijke mishandeling en beschadiging beschuldigd is).

  • De rechten van examen­kandidaat Fouad: een reflectie-opdracht voor het OM

    /

    2 reacties

    Fouad L. wordt verdacht van een drievoudige moord (28 september 2023 te Rotterdam). Het regionale zorg- en vei­ligheidsnetwerk van Rotterdam-Rijnmond heeft het initiatief genomen voor een ‘reflectie-onderzoek’ onder de betrokken partijen: hebben we in de daaraan voorafgaande periode 2021-2023 alles gedaan wat mogelijk was om dit drama te voorkomen? Juni 2024 zijn de uitkomsten van deze reflectie-opdracht gepubliceerd.
    Vele instanties, zo blijkt uit de rapportage, maakten zich in de periode 2021-2023 zorgen over Fouads herhaaldelijke dierenmishandeling (gepleegd in dronken­schap), over klachten wegens burenoverlast, over vermeend alcoholisme en over de psychische problemen die aan dat alles ten grondslag konden liggen. Maar die zorgen werden danig vergroot door het feit dat hij Geneeskunde studeerde en dat hij naar verwachting binnen afzienbare tijd het diploma Basisarts zou behalen. Men vond het uiterst zorgelijk dat zo iemand zomaar als huisarts op patiënten zou worden losgelaten, met alle gevaren van dien.
    Uiteindelijk (pp. 18, 30-32 van het rapport) besloten de instanties in gezamenlijk overleg dat het Openbaar Ministerie zich in een brief tot de examencommissie van de Rotterdamse faculteit Geneeskunde zou wenden om haar te waar­schuwen dat Fouad, gezien zijn justitiële en politiële verleden op het gebied van dieren­mishande­ling, misschien geen basisartsdiploma waardig was. Fouad had inmiddels alle 180 studiepunten van de masteropleiding behaald, maar op basis van deze OM-brief besloot de examencommissie de toekenning van het diploma ‘on hold’ te zetten. Zij stelde als voorwaarde dat Fouad eerst door een psycholoog of psychiater zou laten onderzoeken of hij geschikt was voor het beroep van arts.
    Lees verder … (PDF)

  • Demonstratievrijheid binnen HO-instellingen

    /

    Binnen Nederlandse universiteiten en hogescholen zijn sinds oktober 2023 demonstraties georganiseerd naar aanleiding van de Israëlische militaire interventie in Gaza. Daarop hebben de Vereniging Universiteiten van Nederland (UNL) en de Vereniging van Hogescholen (VH) op 14 mei 2024 een gezamenlijke Richtlijn Protesten gepubliceerd. Ze hebben elf uitgangspunten geformuleerd voor het beleid dat zij menen te moeten voeren jegens studenten, personeelsleden en bezoekers die op de terreinen en/of in de gebouwen van hun onderwijsinstelling gebruik maken van hun grondwettelijke recht tot vergadering en betoging (de zgn. demon­stratievrijheid ex artikel 9 GW). Het komt erop neer dat de instellingen onder strikte voorwaarden bereid zijn een vreedzame betoging op hun terreinen te gedogen.
    Een maand later (13 juni 2024) publiceerden de docenten en onderzoekers van De Jonge Akademie (DJA/knaw) een kritische reactie op deze richtlijn. Gezien de maatschappelijke rol van de universiteit, niet alleen productie en overdracht van wetenschappelijke kennis maar ook ontwikkeling en uitwisseling van maat­schappelijke ideeën, mag men volgens DJA van de universiteit verwachten: (1.) dat zij het recht tot het organiseren van een betoging binnen haar eigen territorium beschermt en verdedigt en dat zij (2.) de uitoefening van dat recht ook actief faciliteert en ondersteunt. Die heilige plicht gaat dus veel verder dan gedogen-tegen-wil-en-dank. In de navolgende twee paragrafen tracht ik dat DJA-standpunt iets verder uit te werken.
    Lees verder … (PDF)

  • Sociale veiligheid voor studenten

    /

    2 reacties

    Half mei is een Handreiking Sociale Veiligheid verschenen, betreffende studenten in het WO en HBO. De handreiking is uitgebracht door het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO), in samenwerking met het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) en de stichting Time-out (Onder­zoeks­theater Safe Space). De core business van ECIO betreft studenten met een functiebeperking, maar meer in het algemeen is ECIO gericht op doel­groepen die niet uit de boot mogen vallen in het hoger onderwijs en dus extra ondersteuning behoeven.
    Wat is sociale veiligheid? Dat is de bescherming van een bepaalde categorie personen (bv. leerlingen) tegen gevaren die veroorzaakt worden door menselijk handelen (bv. van medeleerlingen en personeel) in een bepaalde sociale ruimte (bv. in een school). Zo werd in 2015 de Wet Veiligheid op School ingevoerd om leerlingen tegen pesterij te beschermen. Daarbij werd niet alleen gedacht aan handtastelijke pesterij, maar ook aan psychische pesterij (bv. kleineren) en sociale pesterij (bv. discriminatie en uitsluiting). In 2023 publiceerde de website School & Veiligheid een overzicht van de Wetgeving Sociale Veiligheid betreffende leerlingen en schoolpersoneel in het funderend onderwijs. Daaruit blijkt dat het beleid inzake sociale veiligheid inmiddels een veel breder aandachts­gebied bestrijkt dan alleen pesterij.
    Ook in het hoger onderwijs krijgt sociale veiligheid en inclusie steeds meer aandacht (Factsheet Onderwijsinspectie 2022, Bestuursakkoord 2022 §1.5, Kamerbrief 8/6/2023). En in dat kader past de eerdergenoemde Handreiking Sociale Veiligheid, die onlangs door ECIO is uitgebracht. De Handreiking behandelt mogelijke aanzetten tot een sociaal veilig leerklimaat (een gedragscode, voor­lichting aan studenten en onderwijspersoneel, training van ondersteuningsvaardigheden, safe spaces voor kwetsbare groepen, aanstelling van vertrouwenspersonen of ombudsfunctionarissen); het inrichten van meld- en klachtenprocedures voor incidenten; en de instandhouding van een systeem voor monitoring, verslaglegging en beleids­evaluatie. Verder worden vier speerpunten be­handeld voor het bestrijden van sociale onveiligheid in het hoger onderwijs: Seksueel grens­overschrijdend gedrag; Agressie, geweld en intimidatie; Ongelijke behandeling, discriminatie en uitsluiting (als­mede gebrek aan inclusie en blindheid voor diversiteit); en Pesten.

  • Studenten met zorgtaken (III)

    /

    In Nederland bestaan verscheidene wettelijke regelingen die tot doel hebben aan studenten die dat nodig hebben extra faciliteiten te bieden voor een studie in het hoger onderwijs. Bijvoorbeeld financiële ondersteuning voor studenten wier ouders niet kunnen bijspringen (aanvullende prestatie­beurs) of voor studenten die door persoonlijke omstandigheden vertraagd raken in hun studie (Profileringsfonds ex artikel 7.51 WHW). Ook wordt door de wetgever geregeld dat studenten die door persoonlijke omstandigheden studievertraging oplopen, dispensatie krijgen van strenge tempo-eisen (Uitvoeringsbesluit WHW inzake studieadvies propedeuse). Verder biedt de wetgever aan de universiteiten en hogescholen mogelijkheden om dergelijke wettelijke regelingen open te stellen voor andere doelgroepen, zoals studenten met bijzondere talenten op het gebied sport, cultuur of ondernemerschap; studerende mantelzorgers; studerende ouders. Het is overigens uitdrukkelijk niet de bedoeling dat ook werkstudentschap gerekend wordt tot de persoonlijke omstandigheden die recht geven op extra faciliteiten; werkstudenten kunnen uitsluitend gebruik maken van de faciliteiten die verbonden zijn met deeltijdopleidingen, waarbij hun recht op studiefinanciering vervalt.
    De bovenbedoelde faciliteiten worden verleend op curriculumniveau, dus niet op het niveau van de afzonderlijke onderwijseenheden of cursussen. Maar in 2019 is een actieplan voor topsporters opgesteld dat ook flexibilisering bínnen cursussen omvat: dispensatie van aanwezigheids­verplichtingen, coulance m.b.t. deadlines, aanbod van afstandsonderwijs en –toetsing. Begin dit jaar is door rechtenstudente Antje Beers (2024a, 2024b, 2024c) voorgesteld dat daarbij ook aan andere doelgroepen wordt gedacht. In eerste instantie bepleitte zij met name de dispensatie van aanwezigheidsverplichtingen voor studerende mantelzorgers. Ook zou het al veel helpen als er, bij de groepsindeling en roostering, rekening wordt gehouden met de dagdelen en -uren waarop zij mantelzorgverplichtingen hebben.
    Maar inmiddels is het pleidooi van Antje Beers overgenomen in een motie die op 7 maart met algemene stemmen door de Tweede Kamer werd aanvaard: maak afspraken zodat jonge mantelzorgers in staat worden gesteld mantelzorg en studie te combineren, bijvoorbeeld analoog aan de afspraken die gemaakt zijn in het actieplan voor topsporters. De maatschappelijke urgentie van deze motie is duidelijk: de zorgkosten van de BV Nederland rijzen de pan uit en dat probleem kan worden gereduceerd door de studiefaciliteiten voor studerende mantelzorgers te optimaliseren. Maar de vraag rijst dan of men studenten met een zorgtaak jegens hun eigen kinderen in de kou mag laten staan.

  • The European Higher Education Area

    /

    Één reactie

    De Europese Hogeronderwijsruimte (EHEA) is een samenwerkingsverband van 49 Europese staten (inclusief staten wier grondgebied slechts ge­deeltelijk in Europa ligt). Hun doel is tot internationale harmonisatie van hun nationale systemen van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek te komen. Het begon allemaal met de Bolognaverklaring van 1999, die tot de invoering van de drie­fasenstructuur (bachelor-master-phD) en het bijbehorende ECTS-studiepuntensysteem heeft geleid. Eind mei komen de ministeriële portefeuillehouders Hoger Onderwijs in Tirana bijeen, om zich uit te spreken over de gemeenschappelijke kernwaarden (fundamental academic values) die richting geven aan het onderwijs en onderzoek. Ter tafel ligt het eindrapport van een werkgroep, die sinds 2020 met dit onderwerp bezig is geweest. Er worden zes waardegebieden onderscheiden: academic freedom (p.54); institutional autonomy (p.66); academic integrity (p.81); student and staff partici­pation in university governance (p.97); public responsibility for H.E. [i.e. of society towards H.E.] (p.113); and public responsibility of H.E. [towards society] (p.127).
    Van de 49 EHEA-landen (waaronder UK en Zwitserland) behoren er 27 tot de Europese Unie en 30 tot de European Economic Area (EU + Noor­wegen + IJsland +Lichtenstein). Uit alle 49 EHEA-landen zijn universiteiten (en/of het rectorenberaad) vertegenwoordigd in de European University Association (EUA), waarbij echter moet worden aangetekend dat de Russische universiteiten ge­schorst zijn sinds ze de Russische inval in Oekraïne publiekelijk onderschreven hebben. Onlangs werd er door de EUA een webinar belegd, vooruitlopend op de EHEA-uitkomsten in Tirana, over de vraag hoe de Europese Unie kan bijdragen aan de bescherming en verheldering van de ‘academic core values’ van de Europese universi­tei­ten. Gesuggereerd wordt dat de gemeenschappelijke kern­waarden, zoals geformuleerd door de EHEA, rijkelijk vaag zijn of dat er verschillend over gedacht wordt. Moeten we daaruit opmaken dat de Europese Unie op termijn met een eigen waarden­taxonomie komt voor de European Research Area (ERA) en de European Education Area (EEA)?
    Lees verder … (PDF)

  • Het Rotterdamse moorddrama

    /

    Op 11 april 2024, verleden donderdag dus, werd in Rotterdam de tweede inleidende zitting gehouden van het strafproces tegen de geneeskunde­student Fouad L. Hij wordt verdacht van een drievoudige moord, gepleegd op 28 september 2023. Op haar website heeft RTV Rijnmond in een kort berichtje verslag gedaan van deze pro-forma rechtszitting.
    1. De kop van het verslag luidt: ‘Fouad L. pleegde moorden omdat hij geen diploma kreeg’. Dat is het nieuws dat het OM ter zitting heeft in­gebracht. Maar ik hoop dat het OM het vermoedelijke motief van de verdachte iets preciezer geformuleerd heeft. De examencommissie heeft namelijk geweigerd hem het masterdiploma Basisarts toe te kennen, terwijl hij alle benodigde studiepunten van de masteropleiding Geneeskunde op zak had. We mogen dan ook hopen dat het OM gaat uitzoeken of die weigering soms onrechtmatig is geweest: heeft Fouad L. gewoon even pech gehad of is hem door de examencommissie faliekant onrecht aangedaan? En we mogen hopen dat het OM gaat uitzoeken wat de gevolgen van die weigering zijn geweest: raakte hij ten gevolge daarvan een beetje gefrustreerd? of erg boos? of de wanhoop nabij? had hij uitzicht op een baan als basisarts, die hij nu op zijn buik kon schrijven? kwam hij soms in geldnood en dreigde hij door een huurschuld uit zijn huis te worden gezet? kreeg hij een vordering van DUO aan zijn broek (de prestatiebeurs die u hebt gekregen wordt binnenkort, na uw tiende studiejaar, in een lening omgezet)?
    2. Verder bericht RTV Rijnmond in haar verslag dat het OM heeft aangekondigd nog onderzoek te doen naar de uitlatingen van Fouad L. op de sociale media (het discussieplatform 4Chan?) en naar klachten die hij zou hebben ingediend (???) bij de examencommissie van het Erasmus MC. Dat lijkt me een veelbelovende onderzoekslijn. We mogen hopen dat het OM niet alleen kennis zal nemen van de kritische terugblik van Fouad op zijn subjectieve studie-ervaringen in de Rotterdamse opleiding Geneeskunde, maar dat het OM zich ook zal inspannen om tot objectieve waar­heids­vinding te komen: hoe is Fouad, behept met een functiebeperking in het autistisch spectrum (Asperger), door de jaren heen bejegend door de faculteit? Op mijn website Onderwijsethiek.nl heb ik in het afgelopen halfjaar twaalf blogberichten gepubliceerd om daarin enige klaarheid te brengen.
    3. In de derde plaats bericht RTV Rijnmond dat Fouads jeugdige advocaat, mw. mr. Marlin Nolte (verbonden aan SKE-advocaten) ter zitting heeft laten weten vooralsnog geen wensen te hebben inzake het onderzoek dat door het OM geëntameerd wordt. Eén van de specialisaties van het SKE-kantoor is het medisch straf- en tuchtrecht. We mogen hopen dat de SKE-specialist op dat terrein (mr. Anne Marie de Koning) bij de verdediging van Fouad L. betrokken is. Want het ziet ernaar uit dat Fouad (als medische ‘young professional’ met een autistische functiebeperking) het slachtoffer is geworden van een activistische campagne vanuit de universitaire opleidingen Geneeskunde: wij moeten de bevoegdheid krijgen om mensen met een functiebeperking uit onze opleiding te weren.

  • De hangmappenkast van het Erasmus Medisch Centrum

    /

    Één reactie

    Elke opleiding in het hoger onderwijs heeft een studievoortgangsadministratie. Daarin wordt per student geregistreerd welke vakken zij gehaald hebben, de daaraan verbonden studiepunten, de vrijstellingen die zijn toegekend, de studiepunten waarvan de geldigheidsduur is verlopen, enzovoort. Maar in de Rotterdamse masteropleiding Geneeskunde beheert de examencommissie ook een nevenadministratie van Potentieel BeroepsOngeschikte Studenten. Die administratie betreft trouwens niet alleen PBO-studenten, maar ook studenten die potentieel ongeschikt zijn voor de praktijk­stages van de masteropleiding.
    Die administratie stel ik me voor als een kleine hangmappenkast, bestaande uit twee laden. In de bovenste, grijze lade worden studenten geplaatst van wie gevreesd wordt dat ze bij afstuderen on­voldoende zullen beschikken over “de algemene vaardigheden die vereist zijn in het contact met anderen”. Het gaat om communicatie-, samenwerkings- en leiderschapscompetenties zoals beoogd in het landelijke Raamplan Geneeskunde 2020. De onderste, rode lade is gereserveerd voor studenten die zich misdragen en die op de nominatie staan om te worden weggestuurd wegens ernstig laakbaar gedrag. Deze rode lade heeft een legale status: de wetgever heeft bepaald dat studenten mogen worden weggestuurd als ze zich ontoelaatbaar misdragen (7.42a WHW). De grijze lade daarentegen heeft in Nederland geen wettelijke basis. In Engeland worden aspirant-studenten geweigerd als ze duidelijk ‘unfit to practise’ zijn, dus ongeschikt voor het artsenberoep. Maar in Nederland wordt dergelijke selectie in principe pas ná het basisartsexamen toegepast. Indien geneeskundestudenten in staat zijn het mastercurriculum te doorlopen en de bijbehorende studiepunten te behalen, zullen ze dus in principe basisarts worden (tenzij ze zich ernstig misdragen tijdens hun studie). En als basisarts kunnen ze vervolgens solliciteren naar een plaats in één van de vervolg­opleidingen, bijvoorbeeld de vervolgopleiding tot huisarts.
    Lees verder … (PDF)

  • Het iudicium abeundi: de grenzen van artikel 7.42a WHW

    /

    Één reactie

    In 2010 is de Wet Versterking Besturing ingevoerd. Door de introductie van artikel 7.42a WHW heeft zij universiteiten en hogescholen de bevoegdheid gegeven studenten heen te zenden op grond van gedragingen of uitlatingen waarmee ze blijk geven van beroepsongeschiktheid of ongeschiktheid voor de praktische beroepsvoorbereiding (tabel 1). Daarnaast strekt het tuchtrecht van universiteiten en hogescholen zich tot twee andere misdragingen van studenten uit: examenfraude (7.12b lid 2 WHW) en overlast (7.57h WHW).
    De faculteiten Geneeskunde ervaren de grenzen van artikel 7.42a, zoals getrokken door de wetgever, als een keurslijf. Zij willen zelf bepalen op grond van welke criteria studenten wegens vermeende beroepsongeschiktheid kunnen worden geweigerd of heengezonden en ze zijn zelfs geneigd om de grenzen van de wet op te zoeken om bij de rechter rekkelijker jurisprudentie uit te lokken. Zie bijvoor­beeld Timmermans (2023) en Harbers (2022) [en de tegenwerpingen van Dijkgraaf (2022)]. In deze case study worden drie supplementaire maatregelen behandeld die door één van de geneeskunde­faculteiten in den lande zijn geïntroduceerd om de grenzen van artikel 7.42a op te rekken:

    • (SM1) ongelijke behandeling ten nadele van studenten met een functiebeperking;
    • (SM2) criminalisering van lichte misdragingen; en
    • (SM3) tussentijdse opschorting van onderwijs- en examenrechten.

    Achtereenvolgens passeren de revue: het Protocol Iudicium Abeundi (Bonke & Van Luijk 2010), een Rotterdams pleidooi voor selectie aan de poort (Beerthuizen & Bonke (2017), en de Onderwijs- en Examenregeling van de Rotterdamse faculteit Geneeskunde (2022-2023). In een naschrift wordt de dramatische casus van Fouad L. aangestipt, die (naar verluidt) behept is met een stoornis in het autistisch spectrum en die van 2013 tot 2023 Geneeskunde gestudeerd heeft aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.
    Lees verder … (PDF)

  • De voorgeschiedenis van een moorddrama

    /

    Één reactie

    Fouad L. heeft van 2013 tot 2023 Geneeskunde gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij wordt verdacht van een drievoudige moord, gepleegd op 28 september 2023. Wat ging er vooraf aan die fatale datum? In bijgaand feitenrelaas heb ik getracht de belangrijkste gebeurtenissen tussen maart en september 2023 op een rij te zetten. Het draaide allemaal om één gebeurtenis: die dag in mei toen hij van de examencommissie te horen kreeg dat zij niet bereid was hem het diploma toe te kennen. Hij had weliswaar alle 180 studiepunten voor het basisartsexamen behaald, maar vanwege zijn strafblad (een taakstraf van 40 uur wegens dierenmishandeling) had zij ernstige twijfels over zijn beroepsgeschiktheid.
    Het rare is dat tot nu toe niemand de onbevangen vraag heeft gesteld: “Kan dat nou zomaar, is een examencommissie bevoegd om iemand het diploma te onthouden, terwijl hij reeds alle benodigde studiepunten op zak heeft?” Fouad nam een advocaat in de arm om deze vraag te beantwoorden, maar die adviseerde hem om het voorstel van de examencommissie te aanvaarden: laat via een psychologisch onderzoek vaststellen of je geschikt bent voor het artsenberoep. Zo’n luie advocaat is dus geen knip voor de neus waard.
    Let wel, het was half mei dat de examencommissie weigerde aan Fouad het diploma toe te kennen. Het ging toen om een onbeduidend strafblad en niet om een levensdelict. Achteraf, na 28 september, kan men roepen dat de examencommissie in mei alle reden had voor haar botte weigering, maar dan maakt men een denkfout. Want half mei kon zij zich nog niet op die reden beroepen. Dus blijft de onbevangen vraag: “Was de examencommissie in mei bevoegd om Fouad het diploma te onthouden, terwijl hij reeds alle benodigde studiepunten op zak had?”