Morgen viert de website Onderwijsethiek.nl zijn zestiende verjaardag. In dat tijdsbestek zijn meer dan 1500 blogberichten uitgebracht. De inhoudsopgave over 2022 tref je HIER aan. Het is nuttig op dit moment weer eens terug te kijken op een blogbericht dat ik een paar maanden geleden schreef over het pilotproject ‘Een slimmer collegejaar’, waarvoor minister Dijkgraaf een kleine tien miljoen euro subsidie heeft uitgetrokken. Dit vierjarige project komt voort uit een lobbycampagne van universitaire onderzoekers. Zij klaagden dat hun jaarlijkse onderzoeks-output ernstig te lijden heeft van hun zware en verbrokkelde onderwijslast. Daarbij debiteerden ze loze beweringen als zou het gras bij de buitenlandse buren veel groener zijn.
Doel van het pilotproject is om het jaarlijkse aantal onderwijs- en tentamenweken “op een verantwoorde wijze terug te brengen en/of bestaande onderwijsactiviteiten slimmer in te richten, zodat er gedurende het collegejaar meer ‘rust en ruimte’ voor studenten en docenten ontstaat. Hierdoor komt er ook meer ruimte voor andere zinvolle activiteiten. Denk bij docenten en onderzoekers bijvoorbeeld aan: het verbeteren en vernieuwen van het onderwijs; onderzoek verrichten; deelname aan (wetenschappelijke) conferenties; volgen van trainingen en cursussen. Denk bij studenten aan: meer keuzemogelijkheden qua timing, tempo en toetsmomenten; extra-curriculaire activiteiten; summer-schools; stages; buitenlandverblijf; balans tussen studie, (bij)baan en privé.” Het doel is om het jaarlijkse aantal onderwijs- en tentamenweken “op een verantwoorde wijze met – in de regel – vier weken terug te brengen, zodat de werkdruk van zowel docenten en onderzoekers als van studenten wordt teruggebracht.” Zo stond geschreven in het voorlopige projectvoorstel d.d. 15/7/2022, dat minister Dijkgraaf als bijlage meestuurde bij zijn Kamerbrief d.d. 4/10/2022.
Maar in de eerste maanden van 2023 moet het definitieve projectplan worden opgesteld. Die klus ligt op het bordje van de twee projectleiders die respectievelijk door de EUR en de UvA (de penvoerende universiteiten voor het interlokale project) worden aangesteld. Onlangs, op 15 december, is de wervingsadvertentie voor de Rotterdamse projectleider gepubliceerd. Aansluitend bij het eerdere projectvoorstel worden in deze advertentietekst wederom de projectdoelen omschreven, maar er worden nu andere accenten gelegd. De werkdruk van docenten en onderzoekers zal worden verlaagd door reductie van het jaarlijkse aantal onderwijs- en tentamenweken, maar men laat nu in het midden of ook de werkdruk van studenten omlaag wordt gebracht. De nieuwe tekst lijkt te impliceren dat men is afgestapt van het streven de keuzemogelijkheden voor studenten (qua timing, tempo en toetsmomenten) te vergroten en hun een betere balans tussen studie, (bij)baan en privé te gunnen. Hiermee rijst dus de vraag: hoe beheerst men het risico dat de reductie van het jaarlijkse aantal college- en tentamenweken tot verhoging van de werkdruk en stress bij studenten zal leiden? is men bereid waar nodig tot radicale tempodifferentiatie binnen het onderwijs- en tentamenprogramma over te gaan, teneinde onnodige overbelasting, onnodige onderbelasting en onnodige verlenging van de studieduur te voorkomen?
Het lijkt me verstandig dat de onderwijsinspectie, de studentenfracties in de lokale medezeggenschapsorganen, de landelijke studentenorganisaties (ISO en LSVb) en de nationale volksvertegenwoordiging de vinger aan de pols houden opdat de wettelijke spelregels over studielast, cursusduur en studeerbaarheid, die zijn opgesteld om de belangen van studenten te beschermen, bij het opstellen van het projectplan in acht worden genomen.
Één reactie