Het ministerie heeft het actieplan Leraar 2020 naar de Kamer gestuurd (23/5/2011). Eén van de speerpunten is de inrichting van een Lerarenregister. Daar is al eerder sprake van geweest. De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) zou worden omgevormd tot een coöperatie van beroepsverenigingen. In het bestuur zouden ook de onderwijsvakbonden en Beter Onderwijs Nederland zitting hebben. De coöperatie zou twee lerarenregisters opzetten: een initieel Diplomaregister en een Beroepsregister van gekwalificeerde, ervaren leraren. Aan herinschrijving in het laatstbedoelde register zouden nascholingsverplichtingen verbonden worden. Het was uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze registraties een publiekrechtelijke status of een civiel effect zouden krijgen.
Met het nieuwe actieplan (p.7) wordt echter een corporatistische koers ingezet. Het ministerie wil dat álle leraren uit het PO, VO en MBO uiterlijk in 2018 geregistreerd zijn in het Beroepsregister. ‘Om hun registratie te behouden, worden leraren verplicht hun bekwaamheid te onderhouden met behulp van gecertificeerde professionaliseringsactiviteiten.’ En met ingang van 2018 krijgt het register ‘een civiel effect doordat de overheid en de onderwijsorganisaties hieraan consequenties verbinden (…) zoals verlies van bevoegdheid, niet meer zelfstandig voor de klas, meer tijd en geld voor bekwaamheidsonderhoud of consequenties voor de carrière.’ Dat is dus andere koek. Als de plannen van het ministerie doorgaan, wordt het leraarsberoep via een semi-publiek nationaal gildestelsel dichtgetimmerd.
Lees terug … (PDF)
4 reacties op “Een corporatistisch leraarsgilde”
schreef:
Met zijn streven naar een publiekrechtelijk Beroepsregister (voorzien van civiel effect) sluit het ministerie aan bij het advies Naar hogere leerprestaties in het VO, dat 28/2/2011 door de Onderwijsraad is uitgebracht. Op p.23-24 bepleit de Raad verplichte bij- en nascholing, met een studielast van minimaal 10% van het dienstverband, op straffe van royering uit het Beroepsregister en verlies van bevoegdheid. In dat verband acht de Raad het tevens wenselijk dat aankomende leraren binnen vijf jaar na indiensttreding een mastergraad op zak hebben.
De werkgevers, verenigd in de VO-raad, lieten op 28/2/2011 weten dat ze de ontwikkeling in de richting van een beroepsregister en verplichte bij- en scholing niet afwijzen, doch dat dit alles nog wel op haalbaarheid getoetst moet worden. Maar op één punt willen de werkgevers nu al klare taal spreken: ‘het gaat de VO-raad te ver om docenten [bij niet-nakoming van de bij- en nascholingsverplichting] de bevoegdheid te ontnemen.’
De PO-raad reageert in een persbericht (23/5/2011) op de drie actieplannen van het ministerie. De Raad steunt de ambitie van het ministerie maar wijst te gedetailleerde regelgeving af. Bij voobeeld op het gebied van het personeelsbeleid moet het ministerie niet op de stoel van de werkgever gaan zitten.
schreef:
In de Nota Werken in het Onderwijs 2012 (23/9/2011, p. 15/16) wordt de stand van zaken rond het lerarenregister geresumeerd. Maar van het Initiële Register wordt niet meer gerept. Dat hoeft ook niet, want er komt een Diplomaregister voor alle Nederlanders.
schreef:
[…] Council (GTCE): een publiekrechtelijk bestuursorgaan van en voor leraren. Anders dan de Nederlandse Onderwijscoöperatie staat het beoogde College of Teaching geheel los van de onderwijsvakbonden.Het lidmaatschap was […]
schreef:
In een Kamerbrief (14/5/2018) kondigt de minister aan dat de Onderwijscoöperatie wordt opgeheven omdat zij bij nader inzien niet als een zuivere vertegenwoordiging van de beroepsgroep kan worden beschouwd. Het struikelblok is dat niet alleen de vakinhoudelijke verenigingen maar ook de vakbonden ervan deel uitmaken. Er wordt een kwartiermaker benoemd om een echte beroepsorganisatie tot stand te brengen die een stevig draagvlak biedt voor een publiekrechtelijk lerarenregister en een beroepscode (professionele standaard). De ellende van de afgelopen zeven jaar zal worden geëvalueerd.