De University of Michigan (UM) heeft nieuwe regels ingevoerd over de relaties van onderwijsgevenden met studenten (Chronicle H.E. 25/2/2019). De UM wil bewerkstelligen dat onderwijsgevenden voldoende professionele distantie tegenover studenten bewaren en dat met name seksuele, romantische en liefdesrelaties met studenten vermeden worden. Zelfs incidentele dates worden als onprofessioneel bestempeld. Dat klinkt misschien spartaans, maar het gaat dan ook om gewichtige aangelegenheden. Enerzijds verkeren studenten in een afhankelijkheidsrelatie tot onderwijsgevenden: ze moeten worden beschermd tegen avances van die zijde (en tegen hun eigen neiging om beschutting bij ‘machthebbers’ te zoeken). Anderzijds gaat het om het bewaren van de integriteit van de onderwijsprofessionals opdat zij hun taken optimaal kunnen vervullen. De nieuwe regels vormen een logisch sluitstuk van drie arbeidsrechtelijke bepalingen die voor alle UM-werknemers gelden. Deze bepalingen worden hier door mij geparafraseerd:
1. CONFLICT OF INTEREST(S): [Van feitelijke, potentiële of schijnbare belangenverstrengeling is sprake wanneer] the employee’s outside interests, be it professional, personal, or economic, [might] conflict with Our interests or with his commitment to Us, to Our students, sponsors, patients, or to other parties to whom We have a duty. [The conflict can manifest itself in:] compromising his judgment; biasing the nature or direction of his research; influencing his decision or behavior with respect to teaching and student affairs, appointments and promotions, uses of Our resources, interactions with human subjects, or other matters of interest to Us; or resulting in a personal or family member’s gain or advancement at the expense of Us [family members include spouse, domestic partners and dependents].
2. CONFLICT OF COMMITMENT: [Van een feitelijk, potentieel of schijnbaar conflict op het gebied van betrokkenheid/loyaliteiten/verplichtingen is sprake wanneer] the employee’s external relationships or activities [might] interfere or compete with Our educational, research, or service missions, or with his ability or willingness to perform the full range of responsibilities associated with his position.
3. SELF-INTEREST VS. INSTITUTIONAL INTEREST: Als conflicten ad 1 en/of 2 zich aandienen, moeten stappen worden ondernomen om het belang van integere functievervulling veilig te stellen. In 3.1 en 3.2 geeft de UM een nadere aanvulling of uitwerking. In dat verband kan ook een bepaling (3.3) worden genoemd die voor Nederlandse rijksambtenaren geldt. Ik geef wederom mijn eigen parafraseringen:
3.1 Abuse of position and influence by employee: the use of his official position or influence to further his personal gain or advancement (or that of family members or personal associates) at Our expense and against Our policy, is forbidden.
3.2 Abuse of resources by employee [including: facilities, personnel, students, equipment, confidential information]: generally, the use of Our resources for purposes unrelated to Our missions is forbidden.
3.3. Geschenken et cetera (GIR 4.1.1): niet alleen is het aannemen van steekpenningen verboden, maar ook het vorderen, verzoeken of aannemen van persoonlijke vergoedingen, beloningen, giften, diensten, uitnodigingen of beloften (tenzij het bevoegd gezag dat goedvindt).
In mijn vorige blogbericht sprak ik van de mogelijke onverenigbaarheid van bepaalde vrijetijdsactviteiten (christelijk evangelisatiewerk) met de functie van leraar op een openbare ‘zwarte’ school. Het gaat niet om een conflict of interest in enge zin (want de leraar bevoordeelt zichzelf niet met deze nevenactiviteiten), maar het gaat wel om een mogelijk conflict of commitment. Ik was deze juridische term nog niet eerder tegengekomen.