Van werknemers wordt verwacht dat zij de belangen van het bedrijf vooropstellen. Als professionele wetenschapsbeoefenaars en docenten in loondienst werken, kan dat problematisch zijn. Uit hoofde van hun beroepsethiek stellen zij de belangen van de wetenschap en de belangen van hun studenten voorop. Het kan dus zijn dat de belangen van hun werkgever in hun optiek moeten wijken voor de belangen waar ze als professionals voor staan. Hun professionele code kan botsen met de integriteitscode van hun werkgever: er is een spanningsveld tussen professionele beroepsethiek enerzijds en bedrijfsethiek anderzijds. Professionals vragen van hun werkgever daar begrip voor te hebben. In dat verband brengen ze termen als ‘professionele ruimte’ of ‘academische vrijheid’ in geschut. Maar Erin O’Connor en Maurice Black (28/2/2011) vinden dat te gemakkelijk. Wie ruimte of vrijheid verlangt, zal duidelijk moeten maken waar dat voor nodig is. De professionele beroepsgroep moet haar eigen beroepsethiek codificeren en openbaren, en zij moet aannemelijk maken dat zij haar beroepscode inderdaad serieus neemt.
Lees verder … (PDF)