Behaalde studiepunten blijven staan (II)

/

Er komt een beetje schot in de strijd tegen het doorgeschoten rendements­denken van universiteiten en hogescholen. Het Hoger Onderwijs Persbureau heeft verleden dinsdag Tien vragen over het bindend studieadvies beantwoord (DUB 14/6/2016). Krachtens de nieuwe jurisprudentie is het verboden om méér dan eenmaal een propedeutisch BSA uit te brengen aan een student. Maar verleden dinsdag is nog een andere mijlpaal bereikt. De Eerste Kamer heeft namelijk het wetsvoorstel goedgekeurd waarin bepaald is dat de geldig­heidsduur van tentamens alleen mag worden beperkt op grond van de veroudering van kennis. Behaalde studie­punten mogen dus niet meer worden vernietigd vanwege het enkele feit dat de student studievertraging heeft opgelopen.
Dat baanbrekende nieuws heeft tot nog toe niet de krant gehaald. De journalisten van het Hoger Onderwijs Persbureau hebben wel bericht dat het desbetreffende wetsontwerp Versterking Bestuurskracht is aangenomen (Profielen 14/6/2016), maar ze vergeten erop te wijzen dat de onderwijs- en examenregelingen van de universiteiten en hogescholen dientengevolge dus grondig moeten worden aangepast. Zelfs moet men zich afvragen of de bestaande BSA- en vrijstellingsregelingen onverkort gehandhaafd kunnen worden: indien behaalde eerstejaars­tentamens hun geldigheid behouden als een student naar een andere opleiding omzwaait, kan hij of zij dan aanspraak op vrijstellingen maken in de nieuwe opleiding?
Maar studenten moeten nog niet te snel juichen. Het wachten is op het Koninklijk Besluit om de wet in werking te doen treden. Misschien zal dat nog even duren, want er zit een ondergeschikt foutje in de wetstekst dat eerst nog via een ‘novelle’ door beide Kamers moet worden hersteld voordat het aangenomen wetsartikel (7.10 lid 4 WHW) kan worden ingevoerd.

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

7 reacties op “Behaalde studiepunten blijven staan (II)”

  1. Je kunt dus vraagtekens zetten bij een vrijstellingenbeleid waarin de geldigheid van behaalde propedeusetentamens voor sommige studenten teniet wordt gedaan. Met welke andere examenregelingen komt een faculteit in de gevarenzone als de nieuwe wetsbepaling van kracht wordt?
    a) de geldigheidsduur van tentamen X is korter dan tien jaar: hoe kan de faculteit motiveren dat de getentamineerde kennis en vaardigheden na – zeg – vijf jaar verouderd zijn?
    b) de geldigheidsduur van ieder tentamen is vijf jaar, ongeacht de vraag of de bij vak X getentamineerde kennis en vaardigheden aan veroudering onderhevig zijn: het gaat er niet om dat de kennis langzamerhand wegzakt bij studenten, het criterium is in hoeverre de getentamineerde kennis achterhaald is.
    c) tentamen X heeft voor de ene student (bv. deeltijdstudent) een langere geldigheidsduur dan voor de andere (bv. voltijdstudent): de geldigheidsduur is een attribuut van een kennisbestand en niet van de ‘bezitter’ van het kennisbestand!
    d) tentamen X is kort geleden door student P afgelegd, maar de geldigheidsduur van alle afgelegde tentamens (waaronder X) is vandaag verlopen omdat P teveel studievertraging heeft opgelopen: zie c, student P wordt gediscrimineerd t.o.v. zijn/haar medestudenten!
    e) tentamen X telt niet mee voor het diploma want in het kader van de laatste curriculumherziening is vak X-oud door vak X-nieuw vervangen: als de faculteit uit dat vaatje tapt, wordt de nieuwe wetsbepaling een wassen neus, zij moet een behoorlijke overgangsregeling treffen.
    f) het behaalde deeltentamen X-1 verliest zijn geldigheid per 31 augustus omdat deeltentamen X-2 nog niet gehaald is: als X-1 en X-2 tot hetzelfde vak behoren, valt daartegen weinig in te brengen, maar als het in wezen twee verschillende vakken zijn, dan is dat niet in overeenstemming met de geest van de nieuwe wetsbepaling (want dan zou de faculteit met even weinig recht de regel kunnen instellen dat de bacheloropleiding uit drie vakken bestaat, telkens met een omvang van 60 studiepunten).
    g) nominaal = normaal (alle behaalde tentamens van het leerjaar verliezen op 31 augustus hun geldigheid als sommige tentamens van dat leerjaar op die datum nog niet behaald zijn, d.w.z. zittenblijvers verliezen hun in dat leerjaar behaalde studiepunten): zie f.

  2. Bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radbouduniversiteit Nijmegen is een piepklein kogeltje door de kerk. Tot nog toe gold als regel: B-in-4 en M-in-2. Dus alle behaalde tentamens vervallen als je de studie niet in vier jaar (Bacheloropleiding) resp. 2 jaar (Masteropleiding) afrondt. Maar per 1 september 2016 is de geldigheidsduur van de mastertentamens meer in overeenstemming gebracht met de nieuwe wetsbepaling: elk tentamen blijft drie jaar staan, gerekend vanaf de datum waarop het behaald is. Maar in feite tekent de faculteit hiermee een bewijs van eigen onvermogen: het heeft weinig zin aan onze masteropleiding deel te nemen, want u moet ervan uitgaan dat de kennis die wij aan onze masterstudenten aanbieden binnen drie jaar hopeloos verouderd is.

  3. Ik meldde in mijn blogbericht dat het wachten is op een novelle waarmee een ondergeschikt foutje uit de wetstekst hersteld zal worden. De vraag is of het om een ondergeschikt foutje gaat. Er is veeleer sprake van een schrijnende inconsistentie: de geldigheidsduur van tentamens mag uitsluitend beperkt worden op grond van verouderde kennis, maar studenten kunnen op grond van persoonlijke omstandigheden aanspraak maken op verlenging van de geldigheidsduur. Het gevolg daarvan kan dus zijn dat sommige studenten bij hun afstuderen een kennisrepertoire hebben dat hopeloos verouderd is.

  4. Een voorbeeld van het “N=N”-beleid van de Erasmusuniversiteit biedt de onderwijs- en examenregeling (OER 2015/16) van de Rechtenfaculteit aldaar. Behoudens persoonlijke omstandigheden moeten voltijdse studenten alle 60 studiepunten van de propedeuse binnen twaalf maanden behalen, op straffe van verwijdering uit de opleiding. Bovendien houdt dit negatieve BSA in dat de geldigheidsduur van de behaalde propedeusetentamens vervalt (art. 50 lid 3). Aan omzwaaiers die de faculteit binnenkomen, worden geen vrijstellingen verleend indien de geldigheidsduur van het desbetreffende, elders behaalde tentamen verstreken is (art. 43 lid 3). Evenmin worden voor propedeusetentamens vrijstellingen verleend indien het desbetreffende, elders behaalde tentamen deel uitmaakt van het propedeuseprogramma van een zusterfaculteit waar de betrokken student met een negatief BSA is weggestuurd (art. 43 lid 5). Om het studietempo in het tweede cursusjaar te reguleren, kan de faculteit uiteraard niet beroep doen op het het wettelijke BSA, dat zich slechts tot de propedeuse uitstrekt. Enerzijds heeft zij de geldigheidsduur van tentamens verkort tot vier jaar voor voltijdse studenten en tot zes jaar voor deeltijdstudenten. En anderzijds heeft zij een wettelijke sluipweg gekozen om studenten tot extra ijver aan te zetten: het is wettelijk toegestaan dat faculteiten ingangseisen aan onderwijseenheden stellen (bv. je moet het tentamen Xologie-I gehaald hebben voordat je aan Xologie-II mag deelnemen, en je mag pas aan de stage deelnemen als je het opleidingstraject Y doorlopen hebt). In Bijlage 2 van de OER heeft de faculteit deze wettelijke mogelijkheid opgerekt teneinde studenten te straffen als ze teveel studievertraging oplopen: voltijdse studenten worden op 1 september tot het programma van het derde cursusjaar toegelaten op voorwaarde dat ze minimaal 45 studiepunten van het programma van het tweede cursusjaar behaald hebben en wie niet aan deze voorwaarde voldoet, moet een jaar wachten. Wie niet vlot genoeg studeert, wordt dus gestraft met gedwongen leegloop.

  5. Bij Koninklijk Besluit d.d. 25/8/2016 is bevestigd dat artikel 7.10 lid 4 nog niet in werking treedt voordat er via een nieuw wetsvoorstel een tekstuele verduidelijking is aangebracht.

  6. Vele universiteitsbladen, onder meer Observant (4/1/2017), publiceerden deze week een artikel van Bas Belleman (Hoger Onderwijs Persbureau) over de regels inzake de geldigheidsduur van tentamens: volgens hogeronderwijsjurist Peter Kwikkers zijn we per 1/1/2017 in een juridisch vacuüm beland. De redactie van Folia (5/1/2017) heeft het OCW-ministerie en de besturen van UvA en HvA om commentaar gevraagd.

  7. […] Behaalde studiepunten blijven staan (III) […]