Deze week heeft de Tweede Kamer met een krappe meerderheid (55%) besloten dat basisscholen wekelijks minimaal twee uur gymles moeten geven. Met ingang van 2023 kan de Onderwijsinspectie dat afdwingen, althans als ook de Eerste Kamer het wetsontwerp (35102) goedkeurt. De CU- en D66-partners in het kabinet Rutte-3 zijn (evenals CDA, PVV en FvD) tegen deze inbreuk op de autonomie van de schoolbesturen gekant. Maar met steun van SP, PvdA en GL is een daartoe strekkend VVD-amendement aangenomen.
Het paarse kabinet Rutte-2 had in zijn regeerakkoord (2012, p.52) ingezet op wekelijks minimaal drie uur gymles, maar in eerste instantie werd volstaan met een vrijblijvende afspraak (2014): een zgn. bestuursakkoord waarin werd neergelegd dat de schoolbesturen minimaal twee uren zouden realiseren en een optimum van drie uren zouden nastreven. Deze intenties zijn tot nog toe onvoldoende verwezenlijkt. Bij een nulmeting (2012/13) was al gebleken dat één op de vijf basisscholen niet verder kwam dan één uur gymles per week, en een vervolgmeting (2016/17) vertoont weinig verbetering.
Tweede-Kamerlid Michiel van Nispen (SP) was mede-ondertekenaar van het eerdergenoemde VVD-amendement. Maar ondertussen ligt er nog steeds zijn eigen initiatief-wetsvoorstel (34420), dat sinds 19/11/2018 op plenaire behandeling in de Tweede Kamer wacht. Aansluitend bij de paarse aspiraties van Rutte-2, introduceert hij een dwingende norm van minimaal drie uur gymles per week, te verzorgen door vakleerkrachten. Dat kost wel extra geld, maar een voordeel is dat de werklast van de groepsleerkrachten daarmee gereduceerd wordt. Dat helpt dus bij de bestrijding van het lerarentekort.
Meer over Michiel van Nispen: Profiel op Wikipedia, Hardlopen (25/1/2017), Schoolzwemmen (19/8/2019), Motie Zwemveiligheid (23/12/2019)
3 reacties op “Bewegingsonderwijs op de basisschool”
schreef:
Hoe zit het eigenlijk met het wekelijks aantal uren gymles in het voortgezet onderwijs? Evenals in het basisonderwijs zijn de wettelijk verplichte lessentabellen afgeschaft, maar in een notitie d.d. 2/9/2014 heeft de Onderwijsinspectie wel een indicatie gegeven over het aantal wekelijkse lessen dat acceptabel wordt geacht.
schreef:
De schoolbesturen hechten aan hun autonomie: de wetgever gaat over het WAT (de onderwijsdoelen die bereikt moeten worden) maar wij gaan over het HOE (hoe die doelen bereikt moeten worden en hoeveel lestijd daarin geïnvesteerd moet worden). Maar wat het bewegingsonderwijs betreft, is dat een aanvechtbare redenering. De Onderwijsinspectie kan niet vaststellen of de wettelijke onderwijsdoelen bereikt zijn en daarom wordt in plaats daarvan een wettelijke norm ingevoerd inzake de hoeveelheid lestijd voor het bewegingsonderwijs. Maar er is nog een tweede argument: een minimale hoeveelheid lestijd die wekelijks aan lichaamsbeweging besteed wordt, is tevens nodig om dag-in-dag-uit de gezondheid en het welzijn van de leerlingen op peil te houden. Dat geldt eens te meer waar vele scholen de middagpauze grotendeels hebben wegbezuinigd.
schreef:
De Eerste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft op 10 maart 2020 het voorlopig verslag (EK, B) uitgebracht en wacht op de memorie van antwoord.