Er wonen in Nederland 150 à 200 vrouwelijke kluizenaars. Het zijn – deels autochtone – moslima’s. Ze laten zich niet in een kamer (cluse) inmetselen zoals eertijds Zuster Bertken in de Buurkerk in Utrecht. Nee, ze dragen hun kluis met zich mee: de nikaab of de boerka. Evenals Bertken leven ze in afzondering ván de wereld, maar wel met een venstertje náár de wereld. Daarin verschillen ze van de kloosterlingen die zich geheel van de wereld afkeren, zoals de Benedictijnen of Trappisten (m/v).
Persoonlijk kan ik me nauwelijks voorstellen dat iemand de behoefte zou hebben als kluizenaar of als wereldverzakende kloosterling door het leven te gaan. En evenmin dat vrouwen zich geroepen voelen zich als eenling met een nikaab of boerka van hun medelanders te onderscheiden. Bij menigeen rijst de gedachte dat ze het slachtoffer zijn van sociale dwang, zoals inderdaad in sommige islamitische samenlevingen het geval is. Maar vele beleidsmakers neigen tot de misplaatste conclusie dat men moslima’s niet alleen tegen onaanvaardbare groepsdruk maar ook tegen zichzelf moet beschermen. En inmiddels roepen onverdraagzame burgers in koor dat de goegemeente bovendien van de aanblik van deze opzichtig verhulde kluizenaars gevrijwaard moet worden.
CDA-minister Donner, een rechtschapen jurist, heeft onlangs aangekondigd dat de regering een wettelijk boerkaverbod wil instellen. Op het dragen van gelaatsbedekkende kleding komt dan een boete van (maximaal) 380 euro te staan. Het vorige kabinet (Balkenende IV) wilde die dracht uitsluitend in onderwijsinstellingen verbieden. Maar het kabinet-Rutte wil de kluizenaars óveral uit de publieke ruimte verbannen. Met dit verbod wordt zwaar inbreuk gemaakt op het recht van 150 à 200 Nederlandse ingezetenen ‘nach eigener Façon selig zu werden’. En daarmee wordt de weg geëffend om vervolgens ook, bijvoorbeeld op scholen, het dragen van een hoofddoek te verbieden. Het is een veeg teken dat noch leden van de wetgevende macht, noch de onderwijsminister tot nu toe gereageerd hebben op het vonnis van het hoofdstedelijke gerechtshof ten gunste van het Volendamse hoofddoekverbod. Of kwam hun dat, in de hete dagen rond Prinsjesdag, even niet uit?
Eén reactie op “Boerkaverbod”
schreef:
In de eerste versie stond: ‘Naar verluidt zijn het merendeels autochtone moslima’s.’ Sorry voor deze uitglijer. Elma Drayer (Trouw 22/9/2011) heeft voor mij aannemelijk gemaakt dat minimaal één van hen autochtoon is. Ik liet me meeslepen door sociaal-wetenschappelijke hypothesen: (a) Bekeerlingen zijn het fijnst in de leer (cognitieve dissonantie?); en (b) Aankomende autochtone leden van een allochtone groep trachten zich in te vechten door de normen en waarden van die groep stipt na te leven. Maar er zijn ook heel plausibele contra-hypothesen ten gunste van de stelling dat nikaab- en boerkadraagsters merendeels allochtoon zijn: (c) Een immigrant die heen en weer geslingerd wordt tussen haar oude cultuur en de cultuur van haar nieuwe vaderland, kan houvast zoeken in (een strenge interpretatie van) haar traditionele religieuze normen en waarden; en (d) Dit zal vooral optreden als een allochtoon zich niet geaccepteerd voelt door de autochtone samenleving.