Vanmiddag, donderdag 19 mei, stemt de Tweede Kamer over wetsontwerp 32316. Het gaat over de beroepsgerichte kwalificatiestructuur in het MBO. Inmiddels staan alle fracties daar positief tegenover, dus ook gedoogpartner PVV en de hele oppositie. Dat komt omdat de minister verleden dinsdag de naam (en niet alleen de naam!) van het wetsontwerp gewijzigd heeft. Zij spreekt niet langer van een competentiegerichte maar van een beroepsgerichte kwalificatiestructuur. Het ziet er dus naar uit dat de term Competentiegericht Opleiden (CGO) met onmiddellijke ingang geschrapt is uit het beleidsvocabulaire van het ministerie. Zoals we in het voorlopige kamerverslag kunnen lezen, heeft de minister dinsdag nadrukkelijk verklaard dat het beroepsonderwijs bij de inrichting van het onderwijs- en examenprogramma een goede balans moet vinden tussen vakkennis en vaardigheden enerzijds en houdingsaspecten anderzijds. Zij betreurt dat men die balans in de afgelopen jaren soms uit het oog heeft verloren en dat men zich soms ook teveel heeft laten meeslepen door de ideeën van Het Nieuwe Leren. Zij belooft dat het ministerie en de inspectie er alles aan zullen doen om het beroepsonderwijs op de gewenste koers te houden. Overigens heeft de minister in dat verband niet precies omschreven wat zij onder ‘vaardigheden’ verstaat. Bijvoorbeeld: rekent zij bekwaamheden op het gebied van teamwork, sociale omgang en reflectie tot de basale vaardigheden of tot de bijkomende houdingsaspecten?
2 reacties op “Breaking news over CGO”
schreef:
Wordt het beroepsonderwijs hier geconfronteerd met een fundamentele koerswijziging van het ministerie of is het slechts bestuurlijke prietpraat? In de laatste volzin van mijn blogbericht opperde ik een vraag om de ministeriële nieren te proeven: geeft u echt prioriteit aan specifieke, vakmatige (kennis en) vaardigheden, of neemt u al genoegen met de modieuze, algemene vaardigheden die tegenwoordig door het beroepsonderwijs omarmd worden?
Ook haar term beroepsgerichte kwalificatiestructuur verdient nadere sondering: vindt u dat het beroepsonderwijs een fundament van vakkennis en -vaardigheden moet leggen waarop in de beroepsloopbaan kan worden voortgebouwd, of neemt u genoegen met een training die slechts de startvoorwaarden wil scheppen voor succesvol functioneren in de eerste werkkring? Met andere woorden: neemt u genoegen met het ontwikkelen van de startcompetenties die nodig zijn om zonder nadere training in de eerste werkkring aan de slag te kunnen, of bent u pas tevreden als studenten de vakkennis en -vaardigheden verworven hebben die zij nodig hebben om (na een gedegen inwerkperiode) door te groeien in hun beroep?
schreef:
Bart Funnekotter (NRC 22/6/2011) schrijft over de herbezinning die momenteel in het HBO gaande is.