Volgens de commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs (2010, p.33-34) moeten faculteiten en instellingen ernaar streven hun bacheloropleidingen te verbreden. Op die manier kan de keuze voor een major worden uitgesteld, zodat studenten minder risico lopen een verkeerde studie te kiezen en vervolgens te moeten omzwaaien.
In de huidige programma-opzet starten studenten gewoonlijk meteen met een bepaalde major, waarna ze in de hogere studiejaren hun horizon mogen verbreden met een minor en/of losse keuzevakken binnen dan wel buiten de faculteit. Bij de Universiteit Utrecht bijvoorbeeld, hebben studenten 25% vrije keuzeruimte om zich gaandeweg te profileren ten opzichte van hun medestudenten (45 van de 180 ECTS).
Als toekomstbestendige faculteiten hun propedeuses willen verbreden en een major-omvang van 75% willen behouden, zullen ze een deel van deze profileringsruimte moeten opofferen. Zodoende kunnen propedeusestudenten met méér vakgebieden kennismaken, voordat ze zich definitief op één van aangeboden majors vastleggen. Voor de ontvangende faculteit is het voordeel dat zij tegen het eind van het eerste verblijfsjaar twee beslissingen kan nemen: enerzijds de selectiebeslissing om ongeschikt bevonden studenten heen te zenden (BSA ex artikel 7.8b Whw) en anderzijds een eventuele verwijzingsbeslissing om te voorkomen dat geschikt bevonden studenten de verkeerde major kiezen (ex artikel 7.9 Whw). Het dagblad Trouw (16/6/2011) bericht dat OCW de instellingen wil pressen binnen enkele jaren werk te maken van de verbreding van hun bacheloropleidingen.
2 reacties op “Bredere bacheloropleidingen”
schreef:
Hoogleraar Bert van der Spek toont zich in een ingezonden brief (Trouw 20/6/2011) tegenstander van bredere bacheloropleidingen. Maar hij heeft daarbij een extreme vorm, het Liberal Arts College, voor ogen. Hij gaat niet op de gematigde vorm in: verbrede propedeuse, gevolgd door een smalle major.
schreef:
Het beleidsthema van de bredere bacheloropleidingen is opgenomen in het OCW-plan ‘Kwaliteit in verscheidenheid’: de strategische agenda voor het hoger onderwijs (1/7/2011, pp. 31 en 36).