Burgerschapsopdracht (V): bijzondere scholen

Na de zomervakantie wordt het Wetsontwerp Aanscherping Burgerschapsopdracht (nr. 35352) plenair behandeld in de Tweede Kamer. Het schoolbestuur moet ervoor zorgen, aldus het wetsontwerp, dat de schoolcultuur niet in strijd is met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en dat de leerlingen op school actief kunnen oefenen hoe je met die waarden kan omgaan. In een vorig blogbericht wees ik erop dat dit wetsontwerp wellicht op gespannen voet staat met de grondwettelijke vrijheid van onderwijs: in hoeverre kunnen bijzondere scholen zich aan hun nalevingsplicht onttrekken als ze aannemelijk maken dat ze anders in strijd met hun grondslag zouden handelen?
In 2011 was er een casus bij de R.K. scholengemeenschap Don Bosco College in Volendam. Een moslima uit de vmbo-afdeling vroeg of ze een hoofddoek mocht gaan dragen. Dat werd geweigerd door de school. De leerling verzocht vervolgens de CGB (het tegen­woordige College voor de Rechten van de Mens) om daarover een oordeel te vellen. De CGB concludeerde dat de school zich aan discriminatie op grond van geloofsovertuiging schuldig maakte. Maar de civiele rechter, het Amsterdamse gerechtshof, oordeelde anders. Weliswaar wordt door de school niet verlangd dat de ouders van aspirant-leerlingen de R.K. grondslag van de school onderschrijven, maar toch heeft de school het volste recht de hoofddoek te verbieden als zij dat nodig vindt om haar R.K. grondslag te verwezenlijken.
Misschien moet nog ter verduidelijking worden opgemerkt dat het dorp Volendam vanouds her een strijdbaar katholiek bolwerk in een overwegend protestantse regio is. Een ander gegeven is dat bij de laatste verkiezingen voor de Provinciale Staten (2019) meer dan zestig procent van de stemmen uit het dorp naar de partij van Baudet of naar die van Wilders ging. De school beschouwt het als haar opdracht herkenbaar te zijn voor iedereen binnen de plaatselijke be­volking en de regio.
Sinds het vonnis van 2011 hoeven confessionele scholen zich dus iets minder zorgen te maken over de vraag of hun eventuele hoofd­doekverbod in strijd is met de wet. Maar er doemen rond de burgerschapsopdracht nieuwe zorgen op. In de eerste plaats is de vraag opgeworpen of scholen actief mogen uitdragen dat homoseksueel gedrag zondig is. Op verzoek van OCW heeft de Onder­wijs­inspectie uitgezocht of men zich daarmee aan discriminatie schuldig maakt. Half maart heeft de Inspectie uitsluitsel gegeven: confessionele scholen mogen homoseksueel gedrag zondig noemen, mits ze tegelijkertijd onderstrepen dat je jegens homoseksuelen verdraagzaam­heid moet betrachten en dat je hen niet mag discrimineren.
In de tweede plaats is het denkbaar dat de Onderwijsinspectie ooit in het kader van de wette­lijke burgerschapsopdracht zal uit­werken aan welke eisen de schoolcultuur moet voldoen op het punt van de ‘freedom of opinion and expression’ en de vrijheid van meningsvorming. Ik kan niet taxeren of sommige scholen zich in dat geval zorgen moeten gaan maken. Bij wijze van voor­beeld geef ik in de bijlage bij dit blogbericht een overzicht van wat het Don Bosco College hier­over momenteel op zijn website vermeldt.
Lees de Bijlage (PDF)