Een zwakke of zeer zwakke school is een school die onvoldoende onderwijsresultaten (eindopbrengsten) realiseert en die daarnaast op cruciale onderdelen van het onderwijsleerproces onvoldoende kwaliteit laat zien. Dat zegt de Onderwijsinspectie op haar website. Maar op de eindopbrengsten van de islamitische basisscholen As-Siddieq in Amsterdam valt niets aan te merken. Toch zijn zij ettelijke jaren onder intensief inspectietoezicht geplaatst. Ook legde het ministerie hun een budgetkorting op omdat ze tekort zouden schieten in burgerschapsvorming en sociale integratie. Een tijd geleden stelde ik dat de overheid campagne voert tegen islamitische scholen. De Raad van State heeft vandaag gevonnist dat die budgetkorting ten onrechte is opgelegd (Parool 30/3/2011): afgemeten aan de wettelijke criteria was er niets mis met de burgerschapsvorming van As-Siddieq. Hiermee heeft het hoogste rechtscollege een duidelijke grens gesteld aan de bemoeienis van de overheid met het onderwijs.
Zie ook: Onderwijsethiek 27/9/2007, 1/9/2009, 11/9/2009, 12/9/2009.
Eén reactie op “Burgerschapsvorming zonder staatsbemoeienis”
schreef:
Deze week heeft de minister geantwoord op vragen van de Tweede Kamer over de uitspraak van de Raad van State (8/4/2011a en 8/4/2011b). Volgens de minister is staatsbemoeienis met de burgerschapsvorming wel degelijk mogelijk als de Onderwijsinspectie oordeelt dat een school de burgerschapsvorming en sociale integratie van haar leerlingen tegenwerkt. Hiermee komen bijzondere scholen van gesloten orthodoxe minderheidsgroepen van de regen in de drup. Naar mijn indruk hebben scholen alle reden dit standpunt tot bij de Raad van State te bestrijden, mocht het ooit tot zo’n inspectieoordeel komen. In het geding zijn de vroegchristelijke opvattingen over de scheiding tussen kerk en staat: geeft dan den keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is (Matheus 22 vers 21); zoo geeft dan een iegelijk wat gij schuldig zijt, schatting wien gij de schatting, tol tot wien gij den tol, vreeze wien gij de vreeze, eere wien gij de eere schuldig zijt (…) maar [bekleedt u met] den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vleesch niet tot begeerlijkheden (Romeinen 13).