CGO: summatieve kennistoetsen verboden?

/

Hinke Douma (17/11/2010) wordt er helemaal gek van: hoe moet je in het beroepsonderwijs toetsen of de onderwijsdoelen bereikt zijn? Zij werkt in een competentiegerichte opleiding (CGO), dus de opleiders zijn pas tevreden als de student de beoogde integrale competenties verworven heeft. Kennis en vaardigheden zijn een noodzakelijke voorwaarde voor competenties, maar geen voldoende voorwaarde. De strijdvraag is nu of je kennis (en vaardigheden) afzonderlijk mag tentamineren voordat de student tot de uiteindelijke Proeve van Bekwaamheid wordt toegelaten. Ik zou zeggen van wel. Men beschouwt die kennis en vaardigheden immers als een noodzakelijke voorwaarde voor de beoogde competenties en de finale Proeve van Bekwaamheid is slechts een boterzachte assessment. Het is net zoals met een rij­examen: theorie en praktijk zijn twee gelijkwaardige examenonderdelen die allebei voldoende moeten worden gemaakt en je mag niet aan het praktijkdeel deel­nemen als je niet voor het theoriedeel geslaagd bent.
Maar de orthodoxe CGO-fanaten houden vol dat de toetsing van kennis en vaardig­heden slechts een formatief karakter kan hebben en dat studenten er niet op mogen worden afgerekend. Zij stellen dat studenten niet mogen worden afge­wezen op kennis- en vaardigheidstoetsen. Summatieve kennis- en vaardigheidstentamens horen volgens hen niet thuis in een competentie­gerichte opleiding. Als studenten bij de finale Proeve van Bekwaamheid de assessment doorstaan, hebben ze recht op het diploma, ook al is bij voorgaande (formatieve) toetsen gebleken dat ze de noodzakelijke kennis en vaardigheden ontberen. Voor kostenbewuste opleidingsmanagers is deze redenering heel interessant. Maar op die manier gaat het beroepsonderwijs wel naar de bliksem toe.

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

5 reacties op “CGO: summatieve kennistoetsen verboden?”

  1. De woorden ‘orthodox’ en ‘fanaat’ in je stukje zeggen al meer dan genoeg… Je zó strikt aan een onderwijsvisie houden is onnodig en helpt het mbo inderdaad geen steek verder. Summatieve beoordelingen zijn niet automatisch verkeerd en het hele leerproces hoeft helemaal niet zo vrijblijvend te zijn. Daarbij denk ik dat het ook zeker kan motiveren als studenten wél afgerekend worden op prestaties. Het vergt natuurlijk wel een beetje een creatieve, praktische houding van oa onderwijskundigen…

  2. @ Tanja:
    Ik heb het lemma Formatief versus Summatief van Wikipedia er nog even op nageslagen. De gangbare definitie (I) betreft de primaire functie van de toetsing. De functie van Summative Assessment is ’to prove’ (bewijzen dat het leerdoel bereikt is), terwijl de functie van Formative Assessment is ’to improve’ (toetsen hoever de student gekomen is op weg naar het leerdoel, teneinde een optimaal vervolgtraject uit te zetten op weg naar dat leerdoel). Hier is nog geen vuiltje aan de lucht: de onderwijskundige definieert een systeem (een grotere of kleinere leertaak) met een feitelijke input en een beoogde output en hij stelt dat alle tussentijdse toetsen per definitie formatief zijn en dat pas de eindtoets (waarmee wordt vastgesteld of de beoogde output tot stand is gekomen) summatief genoemd mag worden.
    De verwarring ontstaat waar tegelijkertijd definitie II in omloop is: summatief is ’toetsing voor cijfer’ en formatief is ’toetsing die er uitsluitend toe dient voortgangsinformatie te verkrijgen’. In een systeem van Mastery Learning, waarin de regie bij de docent berust, is deze tweede definitie onschuldig: je mag niet overgaan naar de volgende subtaak zolang het leerdoel van de vorige subtaak nog niet bereikt is, maar je krijgt pas een cijfer als het leerdoel van de overall leertaak in voldoende mate bereikt is.
    CGO-fanaten passen echter een vijfledige kunstgreep toe: (a) Ze erkennen slechts één systeem (de opleiding als geheel wordt als één leertaak opgevat) en ontzeggen de opleiders het recht daarin subsystemen te onder­scheiden; alle tussentijdse toetsen daarbinnen worden dus formatief genoemd. (b) Aansluitend bij definitie II voeren ze als spelregel in dat aan de uitkomsten van tussentijdse toetsen geen cijfer mag worden verbonden. (c) Ze ontzeggen de opleiders de bevoegdheid studenten op basis van de uitkomsten van tussentijdse toetsen de toegang tot volgende subtaken te weigeren. De opleiders hebben slechts een adviserende taak jegens de autonome, zelfregulerende student. (d) Ze poneren dat de finale Proeve van Bekwaamheid op een valide wijze behoort te meten of de doelen van de opleiding bereikt zijn. (e) Ze poneren dat zonder nader bewijs mag worden aangenomen dat de Proeve aan deze validiteitseis voldoet.

  3. ergo : sommige onderwijskundigen leven in een droomwereld :). Ik vind dat het de taak van een onderwijskundige is om de doelen van het systeem voortdurend op het netvlies te houden, maar om vervolgens met creatieve, praktische oplossingen te komen voor de praktijk. Elk systeem, in dit geval CGO, moet de lerende dienen en niet andersom.

    Je geeft wel een zeer inzichtelijke analyse, mooi!

  4. In Examens, het Tijdschrift voor de Toetspraktijk (juni 2010), geeft Jan Adema (CITO) een grondige analyse over dit onderwerp. Ja, zegt hij, weliswaar spreekt de wetgever er zich niet over uit, maar het is zeer wel verdedigbaar dat je een voldoende op summatieve toetsen als voorwaarde stelt voor de toelating tot het examen.

  5. Batterij en paperclip…

    Je hebt twee examensystemen: batterij-examens en paperclipexamens. Het ene systeem omvat een batterij eindtoetsen die tezamen in stelling zijn gebracht om in kort tijdbestek vast te stellen of de kandidaat het diplomaniveau bereikt heeft. Het andere sy…