Volgens de plannen moet met ingang van 2010 in het hele Middelbaar Beroepsonderwijs de competentiegerichte kwalificatiestructuur worden ingevoerd. Studenten worden niet op losse kennis en vaardigheden afgerekend maar op integrale beroepscompetenties. Dat vereist dus intensieve stagebegeleiding en andere vormen van competentiegericht onderwijs (CGO).
Gisteren heeft de Tweede Kamer een motie van Jasper van Dijk (SP) aangenomen waarin aan de bewindslieden wordt gevraagd de MBO-docenten het recht te geven de invoering van onvoldragen CGO-plannen van hun onderwijsinstelling te blokkeren. Er leven namelijk bedenkingen over de zorgvuldigheid van de hervormingsoperatie. In november publiceerde de Algemene Onderwijsbond de resultaten van een grote enquête onder docenten. De Tweede Kamer liet een onderzoek uitvoeren, waarop het ministerie vorige maand reageerde. De Socialistische Partij bracht half april een zwartboek uit. En de Onderwijsinspectie kwam vorige week met een rapport. Waarom zouden de personeelsvertegenwoordigers binnen een onderwijsinstelling het recht moeten krijgen de invoering van CGO-plannen tegen te houden?
(a) Wat het stellen van de opleidingsdoelen betreft, hebben docenten de wijsheid niet in pacht, maar als onderwijsprofessionals hebben ze wel recht van spreken over de vraag of gestelde doelen, mede gezien de beschikbare middelen, haalbaar zijn binnen de beschikbare opleidingsduur.
(b) Verder is het hun taak te toetsen (beoordelen, examineren) of studenten de doelen bereikt hebben. Zij moeten dus geconsulteerd worden over de vraag of de studievoortgang op een objectieve, rechtvaardige manier getoetst kan worden en of voldoende gegarandeerd kan worden dat gediplomeerde studenten de doelen bereikt hebben.
(c) Ook behoort het uiteraard tot de professionele taak van docenten te beoordelen of de CGO-plannen van hun onderwijsinstelling (onderwijsprogramma’s, didactische strategieën, gestelde randvoorwaarden) voldoende geschikt zijn om de gestelde opleidingsdoelen te bereiken.
(d) En last but not least zijn docenten (samen met de studenten) de cruciale uitvoerders van de nieuwe programma’s. Zij moeten dus inspraak hebben over de benodigde voorbereidingstijd, het invoeringstijdstip en het invoeringstempo, opdat docenten en studenten niet door overijlde hervormingen onder de voet gelopen worden.
3 reacties op “Competentiegericht onderwijs: Kamer wil instemmingsrecht MBO-docenten”
schreef:
Ik sprak over het instemmingsrecht van ‘personeelsvertegenwoordigers’, maar in de motie wordt gesproken van het recht van ‘docententeams van opleidingen’. De Kamer denkt dus uitdrukkelijk aan décentrale besluitvormingsprocedures. Maar BON-blogger Ben Verkroost vraagt aan Jasper van Dijk: hoe stel je je dat voor, als je dat juridisch wilt regelen, kom je dan toch niet bij (de personeelsgeleding van) de formele medezeggenschapsorganen terecht? Zie ook de analyse van Wilfred Rubens (22/4/2009).
schreef:
Op de BON-site (29/4/2009) rapporteert Jasper van Dijk wat staatssecretaris Van Bijsterveldt in een kamerbrief (28/4/2009) geantwoord heeft op de motie.
Zij is niet bereid de motie uit te voeren. De nieuwe diploma-eisen (kwalificatiestructuur) worden vanuit Den Haag opgelegd. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht bij de vaststelling c.q. herziening van de funderende onderwijsvisie en van de uitgewerkte onderwijs- en examenregelingen. In het Actieplan Leerkracht van Nederland (23/11/2007, hoofdstuk 3) is vastgelegd dat de instellingen in overleg met de werknemersvertegenwoordigers een Professioneel Statuut moeten opstellen, waarin ‘de interne zeggenschap van de [professionals] ten aanzien van het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig en kwaliteitsbeleid van de school’ geregeld wordt. Er staat weliswaar een wetsvoorstel Medezeggenschap BVE (kamerstuk 31266) op stapel, maar de Kamer wil dat niet behandelen voordat de ideeën over het Professionele Statuut zijn uitgewerkt. Het ligt niet op haar weg, zegt ze, om nu met een incidentele interventie te komen met het doel de interne zeggenschap van de professionals bij de invoering van het CGO te regelen.
Ik zou zeggen: het ligt niet op haar weg om van bovenaf een majeure hervormingsoperatie (de nieuwe kwalificatiestructuur) op te leggen zolang de ‘de interne zeggenschap van de [professionals] ten aanzien van het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig en kwaliteitsbeleid van de school’ nog niet geregeld is. Dat is ook de strekking van de motie van Jasper van Dijk: als u uw overheidsmacht inzet om deze hervormingsoperatie per 2010 op te leggen, dan moet u tegelijkertijd uw overheidsmacht inzetten om te garanderen dat de interne zeggenschap van de professionals per 2010 adequaat functioneert, zodat deze hervormingsoperatie niet in het honderd loopt.
schreef:
[…] Diverse weblogs hadden al gereageerd rondom het voorgenomen besluit, zie: Onderwijs van Overmorgen, Wilfred Rubens en Onderwijsethiek. […]