Dat is de uitdagende stelling van de antroposofische kinderarts Edmond Schoorel (Nederlands Dagblad 19/9/2008). Vorig jaar schreef hij samen met Maurits in ’t Veld de brochure Kind, Beeld & Scherm, en eerder publiceerden ze een artikel in het dagblad Trouw (29/8/2005). Schoorel heeft niks tegen ICT, evenmin als tegen elektrisch licht, lezen we op de BON-site (20/9/2008). Maar volgens hem wordt de ontwikkeling van het taal- en spraakvermogen belemmerd als kinderen en pubers te veel achter de computer zitten. Hij staat daarom kritisch tegenover het recente advies van de Onderwijsraad (Onderwijs en open leermiddelen) en het bijbehorende TNO-rapport (Leermiddelen voor de 21e eeuw). Naarmate de leerling meer school- en huiswerkuren achter de computer doorbrengt, zal dat voor de school personeelskosten besparen, zo hoopt men. Maar er is ongetwijfeld een omslagpunt als men ook de kosten en baten voor de leerling in de beschouwing betrekt. Schoorel confronteert ons met de vraag hoeveel uur beeldschermwerk wekelijks van onze leerlingen gevergd mag worden.
Hoeveel uur beeldschermwerk mag wekelijks van onze leerlingen gevergd worden? De Onderwijsraad (p.35) schat dat de gemiddelde basisscholier heden ten dage in zijn of haar schooltaken 3 uur per week ICT gebruikt, de gemiddelde V.O.-scholier een kleine 5 uur en de gemiddelde MBO-student 6 tot 7 uur. Maar dat zijn gemiddelden. Vermoedelijk zullen er dus ook onderwijsinstellingen zijn die het dubbele van hun leerlingen vergen. Bijvoorbeeld een daggemiddelde van 1 uur beeldschermwerk op sommige basisscholen, 2 uur op sommige VMBO-afdelingen en een kleine 3 uur op sommige ROC-afdelingen. Schoorels knuppel in het hoenderhok betreft dan hun ‘arbo-visie’: wat is de maximale dagelijkse beeldschermbelasting (uitgedrukt in klokuren) die u uit een oogpunt van gezondheid, ontwikkeling en welzijn aan uw leerlingen c.q. studenten meent te mogen opleggen?