De menselijke maat in het onderwijs

/

Het ministerie heeft op 28/11/2008 een kamerbrief geschreven over de menselijke maat in het onderwijs. Alom heerst het gevoel dat de schaalvergroting in het onder­wijs te ver is dóórgeschoten. Het ministerie overweegt kleine scholen extra geld voor professionele bestuursondersteuning, alsmede een kleinschaligheidstoeslag te geven (in het basisonderwijs bestaat die toeslag al).
Maar wat in de kamerbrief onderlicht blijft, is de uitholling van de inspraak van de leerlingen en hun ouders. In 2007 is de Wet Medezeggenschap op Scholen in werking getreden. Elke school kent een medezeggenschapsraad (MR), die voor 50% uit lera­ren, voor 25% uit ouders en voor 25% uit leerlingen bestaat. Als een schoolbestuur méér dan één school onder zijn vleugels heeft, wordt bovendien een Gemeenschap­pelijke Medezeggenschapsraad (GMR) ingesteld, en desgewenst ook groepsmede­zeggenschapsraden voor groepen van verwante scholen. Verder kan de MR bevoegd­heden overdragen aan deelraden, bijvoorbeeld per schoolvestiging, maar dat is niet verplicht. Uit een oogpunt van de menselijke maat zijn dergelijke deelraden wense­lijk, maar de kamerbrief zegt daar niets over.
Evenmin spreekt het ministerie zich uit over het belang van een adviserende Leer­lingenraad per school of liever nog per schoolvestiging. Zie bijvoorbeeld de leer­lingenparticipatie op het Alfrink College in Zoetermeer, waar de menselijke maat in praktijk wordt gebracht.

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

Eén reactie op “De menselijke maat in het onderwijs”

  1. Inspraak van mbo-studenten…

    JOB, de belangenorganisatie van mbo-studenten, heeft onlangs de resultaten van haar grootschalige tevredenheidsonderzoek gepubliceerd: de JOB-Monitor 2007 (ODIN4). Een van de enquêtevragen luidt: vindt de school jouw mening belangrijk (5= ja, zeker …..