De Olifant in de Kamer

/

Wat bedoelt men met ‘the elephant in the room’? Daarmee verwijst men naar een levengroot probleem dat door alle aanwezigen onderkend maar welbewust doodgezwegen wordt. Men acht het probleem zó pijnlijk en onbespreekbaar dat iedereen pretendeert dat er überhaupt geen probleem is.
Op 9 oktober jongstleden was er in de Tweede Kamer een commissiedebat over het leraren­tekort. De coalitiepartijen stelden voor om de toetsen Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuur & Techniek te schrappen, die mbo- en havo-abituriënten tegenwoordig moeten afleggen om tot de pabo-opleiding te worden toegelaten. Eind juli hadden de pabodirecteuren (verenigd in het Lobo) namelijk gewaarschuwd dat die toelatingstoetsen een ernstig obstakel vormen bij de werving van pabostudenten.
Harm Beertema (PVV-fractie, oud-docent Nederlands en Engels en teamleider Secretariële opleidingen in het mbo) reageerde aldus op de voorgestelde afschaffing van die toetsen: “Ik zei het al eerder: meneer Van Meenen (…) weet net zo goed als ik dat hiermee de sluizen worden opengezet voor mbo’ers niveau 4. Ik ken hen als geen ander. Zij hebben uiteindelijk de [cognitieve] vermogens van mbo’ers niveau 2 en 3, want ze stromen gewoon automatisch door. (…) De algemene ontwikkeling die nodig is en die [havisten] (…) wél krijgen is een heel ander verhaal. Mijn verhaal is dat we toentertijd hebben gezegd dat de doorstroom van mbo’ers [ván] niveau 2 en niveau 3 náár niveau 4, en daarmee automatisch naar de lerarenopleidingen, geen goede zaak was, omdat er een achterstand was in kennis, in taalvaardigheid, in vreemde talen, in geschiedenis, in aardrijkskunde enzovoorts …”
Wat gebeurt er als je de sluizen openzet? Dan krijg je vermoedelijk een dramatische waters­nood. Ik krijg het gevoel dat de heer Beertema eigenlijk een gecodeerde boodschap uitsprak: “Als onderwijsman weet Paul van Meenen, net zo goed als ik, dat we hiermee de sluizen zouden openzetten voor al die moslima’s die via mavo en mbo naar de pabo willen doorstromen, en na hun pabo-diploma wordt ons Nederlandse basisonderwijs dus overstroomd door deze gehoofddoekte, allochtone leerkrachten.” Bespeur ik hier een Olifant in de Kamer? Of zie ik Leeuwen en Beren waar ze niet zijn?

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

3 reacties op “De Olifant in de Kamer”

  1. In mijn blogbericht heb ik niet vermeld wat de minister vindt van het idee om de drie toelatingstoetsen te schrappen. Zij vindt het geen goed idee (ScienceGuide 10/10/2019).

  2. Een redacteur van het HogerOnderwijsPersbureau maakt de volgende analyse (Punt Avans 15/10/2019): als je méér pabostudenten wilt trekken, onder handhaving van het huidige uitstroomniveau van de pabo, en je voelt je gedwongen daartoe het vereiste instroomniveau te verlagen, dan is er maar één logische oplossing, namelijk verlenging van de cursusduur van vier naar vijf jaar.
    Update: Ook Profielen (16/10/2019) en H|Nieuws van de Haagse Hogeschool (15/10/2019) hebben het HOP-artikel opgenomen.

  3. Juf Maike (8/11/2019) maakt zich kwaad over de onderbetaling van de onderwijsassistenten in het primair onderwijs en in het speciaal onderwijs, te meer waar ze wegens het lerarentekort worden ingeschakeld in taken die niet tot hun functie behoren. Er zijn twee opleidingen tot onderwijsassistent: de reguliere mbo4-opleiding en de desbetreffende mbo3-variant binnen de opleiding tot Sociaal-Pedagogisch Werk. De functie kan verschillend worden ingekleurd: uitsluitend zorgtaken of (ook) taken op onderwijsgebied.
    Onderwijsassistenten (of klassenassistenten) zitten op salarisschaal 4 (m.i.v. 1/7/2019: 1636 tot 2298 euro bruto, waarbij 1636 euro gelijk is aan het minimumloon voor volwassenen).
    Lerarenondersteuners zitten op salarisschaal 7 (1825 tot 2791 euro bruto); deze functie vereist een tweejarige opleiding op AD-niveau binnen het hbo.
    Leraren in het basisonderwijs zitten daarentegen op salarisschaal 10 (2563-3910 euro bruto).