Economiestudent Tim-Patrick Limmer klaagt over de ondraaglijke lichtheid van het universitaire onderwijs in Nederland (Science Guide 13/10/2011, 18/8/2010). Volgens hem is de studielast niet te licht, maar zijn de gestelde onderwijsdoelen in academisch opzicht onder de maat. Hij voelde al langer een vage onvrede, maar het daagde hem pas echt toen hij op de UvA aan een viermaands honourstraject deelnam (25/8/2010, 16/3/2011). In dat seminar merkte hij aan den lijve dat studeren iets anders kan zijn dan kennis stampen voor het tentamen.
Wat is dan precies het verschil? Om dat te achterhalen, las hij de dissertatie van het echtpaar Van Rossum & Hamer (2010), die een taxonomie van onderwijs- en leerdoelen hebben uitgewerkt. Het fundament van hun boek werd sinds de jaren 1980 gelegd met onderwijspsychologisch onderzoek naar de onderwijs- en leeropvattingen van studenten en docenten, onder meer in een innovatieproject van de Hogere Hotelschool in Den Haag. De voorgestelde taxonomie doet enigszins denken aan de Taxonomy of Educational Objectives, waarmee Benjamin S. Bloom c.s. omstreeks 1960 het onbenullige niveau van de gangbare toetspraktijk aan de kaak stelden. In een tentamensysteem dat het memoriseren en reproduceren van de aangeboden kennis voorop stelt, worden noch docenten noch studenten uitgedaagd hogere onderwijs- en leerdoelen na te streven.
Volgens Tim-Patrick is de ondraaglijke lichtheid van universitaire (bachelor-)opleidingen niet gelegen in een lage studielast, maar in het feit dat docenten de verkeerde doelen nastreven. Ze moeten hoger mikken dan het overdragen en aftoetsen van reproduceerbare kennis in een geestdodend studieklimaat dat studenten slechts uitnodigt de kantjes eraf te lopen. Daartoe moeten ze niet zozeer aan excellente studenten extra cursussen aanbieden. Veeleer moeten ze, binnen het reguliere studieprogramma, naar een optimale mix van lagere kennisdoelen en hogere academische vormingsdoelen zoeken.