De schoolprestaties van jongens

Ferry Haan wil onderzoeken hoe jongens tot betere schoolprestaties kunnen worden gebracht (Volkskrant 27/7/2011). Door de bank genomen, zegt hij, zijn jongens vergeleken met meisjes ongeduriger in de klas, halen ze lagere cijfers en lopen ze meer risico op underachievement, op doubleren en op uitvallen.
Haan nodigde de VK-lezers uit ideeën aan te dragen voor zijn onderzoeksproject. Wat is het beste schoolregiem om jongens tot hun recht te laten komen? Om te beginnen stelt hij zelf een aantal hypothetische interventies voor: (a) Zet meer mannelijke docenten voor de klas; (b) Formeer aparte jongens- en meisjesklassen; (c) Breng meer structuur in het leerproces aan (bijvoorbeeld door frequent toetsen), aan­geno­men dat jongens (meer dan meisjes) moeite hebben het eigen leerproces planmatig te sturen; en (d) Introduceer meer competitie in het onderwijs.
Deze vier interventies overtuigen nog niet zo erg. Wat ontbreekt is een ontwikke­lings­psychologische theorie: what makes them tick? Met welke taken worden jongens in hun persoonlijke ontwikkeling geconfronteerd? De 79 reacties van de VK-lezers geven een aanzet tot een theorie op basis waarvan Ferry Haan interventies zou kunnen opzetten.
Lees verder … (PDF)

15 reacties op “De schoolprestaties van jongens”

  1. Een van de fundamenten van de ontwikkeling van jongens en meisjes wordt gevormd door tempoverschillen in hun neuropsychologische ontwikkeling: de ontwikkeling van hun brein. Bijvoorbeeld VU-hoogleraar Jelle Jolles en onderwijs­consultant Kees Vreugdenhil bepleiten daarom breinbewust onderwijs (ook wel afgekort tot breinleren). Al weer wat geleerd, met dank aan Jeronimoon (BON 16/8/2011). Ik ben overigens nieuwsgierig of die verschillen in neuro­psychologische ontwikkeling door biologische aanleg (Nature) bepaald zijn dan wel door leerervaringen op jeugdige leeftijd (Nurture). Maar voor de docent in de klas maakt deze causaliteitsvraag weinig uit: zij moeten er slechts mee rekening houden dat vele jongens op bepaalde fundamentele bekwaamheidsterreinen achter- en op andere fundamentele bekwaamheidsterreinen voorlopen, vergeleken met vele meisjes van dezelfde leeftijd.

  2. De Nederlandse oudervereniging Katholiek Onderwijs (NKO) reageerde op 18/8/2011 op de ideeën van Wim Kuiper: waar liggen mogelijke prestatieverschillen tussen jongens en meisjes?

  3. De Onderwijsnieuwsdienst (6/9/2011) bericht dat het Grotius College te Heerlen gaat onderzoeken of dagelijks een uur gymles bevorderlijk is voor de leerprestaties van jongens en meisjes in 3-MAVO.

  4. Steven de Jong schrijft een goed verhaal over de absurde medicalisering van normaal jongensgedrag (NRC 12/1/2012): ‘Wie draaft er nou door? Diagnosticeer eerst de omgeving, daarna het kind’.

  5. OCW (19/6/2012) heeft twee onderzoeksrapporten naar de Tweede Kamer gestuurd over factoren die de schoolprestaties van jongens bevorderen.
    UPDATE: En de SLO heeft oktober 2012 een website geopend. Een interessante vondst is dat jongens gevoelig zijn voor het verwerven en behouden van macht, eer en aanzien: in Leeractiviteiten vinden ze competitie aantrekkelijk en in de Rol(-vervulling) van de Docent storen ze zich aan onrechtvaardigheid.

  6. Waarom krijgen meisjes op de basisschool gemiddeld hogere rapportcijfers dan jongens? Niet alleen omdat ze betere prestaties leveren, maar ook omdat brave leerlingen van de leerkracht een bonus krijgen voor vlijt en gedrag. Aangezien het percentage brave leerlingen bij meisjes hoger is dan bij jongens, profiteert het gemiddelde meisje meer van braafheidsbonussen dan de gemiddelde jongen. Bron: Journal of Human Resources.
    UPDATE: Lydia Sevenster en Ingrid Schouten (NRC 5/1/2013) vermelden dat meisjes op het vo-schoolexamen beter presteren dan jongens, terwijl jongens het op het centraal examen juist beter doen dan meisjes. Zou hier ook een vlijt- en gedragsbonus voor meisjes in het spel zijn?