Donderdag 25/3/2010 (10.15 uur) wordt het wetsontwerp 32270 plenair behandeld in de Tweede Kamer. Dat wetsontwerp maakt gediplomeerden van de universitaire bacheloropleiding bevoegd om les te geven in de mavo en in de onderbouw van havo/vwo. Voorwaarde is slechts dat ze een halfjarige educatieve minor in hun driejarige bachelorprogramma hebben opgenomen. Dat betekent dat iemand zich bevoegd docent Nederlands mag noemen als hij (zij) drie semesters Nederlands heeft gestudeerd, aangevuld met 30 studiepunten didactiek en met exotische keuzevakken ter waarde van 60 studiepunten. Naar het oordeel van Jasper van Dijk (SP) is dat slecht voor de onderwijskwaliteit (BON 22/3/2010): men kan gedogen dat studenten alvast lesgeven tijdens de tweejarige masteropleiding die zij volgen om de eerstegraads leraarsbevoegdheid te behalen, maar aan het universitaire bachelordiploma mag volgens hem geen levenslange lesbevoegdheid verbonden worden. Lerarenopleider Couzijn stelt zich iets coulanter op. Volgens hem is een levenslange lesbevoegdheid acceptabel, mits in de wet gegarandeerd wordt dat de gediplomeerde bachelor aan de vakinhoudelijke kennisbasis beantwoordt die studenten in de tweedegraads leraarsopleiding onder de knie moeten krijgen om hun diploma te verwerven. Maar staatssecretaris Van Bijsterveldt houdt niet van dat soort subtiliteiten. Het ziet er niet naar uit dat zij voor rede vatbaar is.