Het College voor de Rechten van de Mens (CRM) heeft een zwangere studente gelijk gegeven (24/2/2020): als een herkansing gepland staat omstreeks de dag dat je bent uitgerekend, heb je recht op een snelle vervangende herkansing op een andere datum. Het komt erop neer dat de faculteit zich schuldig maakt aan discriminatie op grond van geslacht als vrouwen schade ondervinden van het feit dat ze zwanger zijn en als de faculteit willens en wetens geweigerd heeft die schade te voorkomen. Naar het oordeel van (de enkelvoudige kamer van) het CRM komt dus aan zwangere studenten een bijzondere behandeling toe, in vergelijking met medestudenten die door een blindedarmontsteking verhinderd waren aan de herkansing deel te nemen. Maar het meest opmerkelijk is dat het CRM het recht op een bijzondere behandeling toekent ongeacht de vraag hoeveel schade de zwangere studente zou ondervinden als deze bijzondere behandeling achterwege zou blijven.
Dat is het grote verschil tussen deze casus en een zaak die ruim tien jaar geleden (29/7/2009) door de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) ten gunste van een zwangere studente beslecht werd. De faculteit meende eertijds geen herkansing op een andere datum te hoeven organiseren, omdat de studente best kon wachten op een volgende reguliere herkansingsmogelijkheid. Deze opvatting werd door (de meervoudige kamer van) het CGB verworpen omdat dit gedwongen uitstel tot substantiƫle schade voor de studente zou leiden: ook al zou zij per saldo misschien geen studievertraging oplopen, dan nog zou zij toch veel extra werk (individuele studielast) op haar bordje krijgen. De Groningse staatsrechtjurist dr. Han Warmelink vond de CGB-redenering krakkemikkig (UK 1/9/2009): er wordt niet uitgelegd waarom een bijzondere behandeling wel aan zwangere studenten en niet aan studenten met prostaatproblemen toekomt.
Zie ook: Reportage van De Monitor (6/2/2020); Kamervragen d.d. 7/2/2020 van Kirsten van den Hul (PvdA) en Frank Futselaar (SP); Nieuwsbericht CRM (26/2/2020); Nieuwsbericht Hoger Onderwijs Persbureau (Punt Avans 27/2/2020)
2 reacties op “Discriminatie van zwangere studenten”
schreef:
Waarom komt een bijzondere behandeling wel aan zwangere studenten en niet aan studenten met prostaatproblemen toe? Dit is een juridische vraag die ongetwijfeld met gezaghebbende jurisprudentie kan worden beantwoord. Maar als je het mij als leek zou vragen, zou ik zeggen: a) net zoals studenten met een chronische ziekte of handicap recht op redelijke aanpassingen hebben, zo hebben ook zwangere vrouwen (met een negenmaands handicap) recht op redelijke aanpassingen in de reguliere studieprogrammering; b) aan zwangere vrouwen komt een zekere mate van positieve discriminatie toe (in vergelijking met mannen en niet-zwangere vrouwen) aangezien empirisch kan worden aangetoond dat zwangerschap en bevalling een belemmering vormt voor een voorspoedige voortgang van de studie- en beroepsloopbaan, terwijl de basiswaarden van de democratische rechtsstaat gebieden dat vrouwen in dat opzicht gelijke kansen krijgen.
schreef:
Bij het ministerie heersen nogal wat misverstanden over het studieklimaat in het hoger onderwijs. De verschoolsing die in de laatste decennia aldaar heeft toegeslagen, is geheel aan de Haagse beleidsmakers voorbij gegaan: ‘Het ministerie van Onderwijs vindt [zwangerschaps-]verlof [voor studenten] op het hbo en de universiteit niet noodzakelijk. “In het hoger onderwijs geldt geen aanwezigheidsplicht, waardoor er meer ruimte is voor het volgen van een opleiding in combinatie met de zorg voor een kind. Bovendien zijn daar al voldoende mogelijkheden om rekening te houden met de situatie van studenten, zoals financiĆ«le ondersteuning en de mogelijkheid tot thuisstudie”, zegt een woordvoerder.’ Aldus een nieuwsbericht op NOS.nl (3/3/2020).
UPDATE 1: Ook het Hoger Onderwijs Persbureau (Ad Valvas 4/3/2020) en ScienceGuide (4/3/2020) berichten erover. De SP en de PvdA hebben een motie (3/3/2020) ingediend.
UPDATE 2: De minister heeft de Kamervragen beantwoord (21/4/2020).