In een Kamerbrief (29/8/2014) heeft de Minister van Onderwijs aangekondigd het lotingssysteem bij numerusfixusopleidingen af te schaffen: met ingang van het instroomcohort-2017 zijn alle numerusfixusopleidingen wettelijk verplicht de aspirant-studenten naar hun mate van studiegeschiktheid te selecteren en toe te laten. Dat zal worden geregeld in een AMvB voortvloeiend uit de vorig jaar aangenomen wet Kwaliteit in Verscheidenheid H.O. (artikel 7.53 WHW).
Het lotingssysteem berust op het uitgangspunt dat de bezitters van het havo- en vwo-diploma in principe worden toegelaten tot het hoger onderwijs en dat nadere selectie op studiegeschiktheid pas tijdens de propedeuse plaatsvindt: pas via het Bindend Studieadvies (BSA) worden ongeschikte studenten uit de opleiding verwijderd (WHW artikel 7.8b lid 3).
Er is best iets voor te zeggen de propedeutische selectie te vervangen door selectie aan de poort: dat zou de zorgplicht van de w.o.- en hbo-opleidingen jegens hun toegelaten studenten versterken. Maar de Minister moet niet van twee walletjes eten. Zij rept met geen woord van de dubbele selectiedrempel die nu voor numerusfixusopleidingen wordt opgeworpen. Ook internationaal gezien is het van den dolle enerzijds strenge toelatingsselectie aan de poort in te voeren maar anderzijds de tweede selectiedrempel (BSA) te handhaven voor studenten die de toelatingsselectie aan de poort doorstaan hebben. Die dubbele selectiedrempel is met name ongerijmd indien bij de selectie aan de poort reeds een fors percentage van de aspirant-studenten wordt afgewezen.
Zie ook: Dubbele selectiedrempel (25/2/2013).
5 reacties op “Dubbele selectiedrempel (II)”
schreef:
Zoek ik spijkers op laag water? Nee, in de Kamerbrief staat dat bijna een op de drie aspirant-studenten zich vorig jaar had aangemeld voor een numerusfixusopleiding!
schreef:
Welke selectiecriteria zijn maatschappelijk aanvaardbaar als de loting wordt afgeschaft? Een uitgangspunt van de Nederlandse onderwijspolitiek is dat het studenten vrij staat geen studielening aan te vragen maar als werkstudent hun studie te bekostigen. In hoeverre wordt dat uitgangspunt doorkruist door de toelatingsselectie in numerusfixusopleidingen: mag de opleiding aspirant-studenten weigeren die niet bereid zijn al hun tijd in hun studie te steken en die bij voorbaat enige studievertraging voor lief nemen? En hoe zit het met de mogelijke discriminatie van andere groepen met een hoger vertragingsrisico, zoals aspirant-studenten die te kampen hebben met een handicap of chronische ziekte of die een ouderlijke zorgplicht hebben? Maar wat de discriminatie van gehandicapten betreft, rijst ook nog een andere vraag: hoe voorkomen we dat ze worden geweigerd wegens vermeende beroepsongeschiktheid of wegens de kosten die de instelling zich zou moeten getroosten om ‘redelijke aanpassingen’ te bieden?
UPDATE: Een lezersbrief in de NRC (4/9/2014) neemt subjectieve criteria zoals motivatie op de korrel, alsmede procedures waarin verbale presentatie en CV’s worden meegewogen. Daarmee zouden aspirant-studenten uit de betere milieus bevoordeeld worden.
schreef:
In 2013/2014 hadden de volgende wo-bacheloropleidingen een numerus fixus met een toelatingskans van minder dan 49%: geneeskunde, tandheelkunde en diergeneeskunde; communicatie & media (EUR); international business (UM), international BA (UvT, VU), internationale betrekkingen en internationale organisatie (RUG).
Bron: https://www.duo.nl/Images/WO_Lotingsopleidingen_2013-2014_tcm7-39907.pdf
In 2013/14 hadden de volgende hbo-bacheloropleidingen een numerus fixus met een toelatingskans van minder dan 49%: fysiotherapie (Avans, Fontys, Hs Leiden), huidtherapie (HU, Haagse Hs), medische hulpverlening (HAN, HR, HU), mondzorgkunde (HAN, Hanze, HU, Inholland), toegepaste psychologie (Hs Leiden, HvA), forensisch onderzoek (HvA), game architecture & design (NHTV), journalistiek (HU), kunst & economie (HKU).
Bron: Keuzegids HBO Voltijd 2014 (http://www.hbostart.nl/toelating/lotingstudies).
schreef:
Columniste Aleid Truijens (VK 21/9/2014) waarschuwt terecht voor arbitraire (toepassing van) selectiecriteria bij de decentrale selectie aan de poort. Daarom vindt zij loting bij nader inzien rechtvaardiger. Maar minister Bussemaker heeft slechts aangekondigd dat er minimaal twee, door de faculteit te kiezen selectiecriteria moeten worden gehanteerd. Dat kunnen ook objectieve voorwaarden voor studiesucces zijn, zoals eindexamencijfers, actueel beginniveau in de exacte vakken of optimale beheersing van de Nederlandse en Engelse taal.
schreef:
[…] numerus fixus), hetgeen een nadere propedeutische selectie minder urgent maakt (Holleman 25/2/2013, 1/9/2014). Het bindend studieadvies wordt met ingang van het komende studiejaar afgeschaft. De studenten […]