Verdienen studenten een bonus voor betoonde ijver, ook al zijn hun tentamenprestaties objectief gezien niet meer dan een zesje waard? Dat zou van den dolle zijn, meent Rino Zandee (Rino’s blog 22/2/2009). Ik geef hem gelijk, maar toch wil ik hier eventjes advocaat van de duivel spelen.
1. Het doel van onderwijs is te bevorderen dat studenten leerwinst boeken. Leerwinst is de afstand van feitelijk beginniveau tot bereikt eindniveau. Het is ongerijmd dat iemand die zich uit de naad werkt en zodoende grote leerwinst boekt, lagere cijfers krijgt dan diegenen die (dankzij een hoog beginniveau) met geringe inspanning achten weet te halen. Studenten moeten loon naar werken krijgen.
2. Leren is gedragsverandering door ervaring. Een vlijtige student doet meer ervaring op dan iemand die lui achterover ligt. Zoals iedere sollicitant weet, wordt ervaring in het maatschappelijk verkeer gewaardeerd en beloond. Het is dan ongerijmd dat vlijtige studenten niet beloond worden voor het feit dat ze zich aan veel leerervaringen hebben blootgesteld. Het is in het Nederlandse hoger onderwijs dan ook niet ongebruikelijk studenten een tentamenbonus te geven voor trouwe deelname aan werkcolleges en oefeningen.
3. Het belangrijkste doel van onderwijs is dat studenten leren leren. Zoals voor elke competentie geldt, worden leercompetenties verworven door ‘learning by doing’. Vlijtige studenten steken veel tijd in hun leerprocessen en versterken zodoende hun leercompetenties. Het is dan ongerijmd dat ze geen bonus krijgen voor hun opgedane leerervaring.
4. Het doel van onderwijs is te bevorderen dat studenten hun talenten naar vermogen ontwikkelen. Een noodzakelijke voorwaarde is vlijtige toewijding tot de opgedragen leertaken. Het is ongerijmd dat docenten aan sommige studenten hoge cijfers uitdelen als zij kunnen weten dat die noodzakelijke voorwaarde niet vervuld is.
5. Een doel van onderwijs is studenten maatschappelijke deugden bij te brengen. Luiheid is des duivels oorkussen (De Stentor 2008). Docenten hebben dus tot taak vlijt te belonen en luiheid te ontmoedigen.