Vorige week heeft de Onderwijsraad het advies Een Diploma van Waarde uitgebracht. Hoe kan de kwaliteit van diploma’s worden gewaarborgd? Een zwakke schakel in de kwaliteitsborging betreft de bevoegdheid van examencommissies studenten op grond van elders opgedane beroepservaring vrij te stellen van examenonderdelen (p.33-35, 52-55, 66-67). Dat geschiedt al dan niet via een formele EVC-procedure (die uitmondt in een ervaringscertificaat betreffende elders verworven competenties). Eén van de aanbevelingen van de Onderwijsraad is dat dergelijke vrijstellingen aan een maximum gebonden worden: de wetgever legt vast dat niet meer dan 20 à 25% van de totale studielast op grond van beroepservaring mag worden kwijtgescholden.
Maar de Onderwijsraad besteedt geen aandacht aan de vrijstellingen voor langstudeerders of staartstudenten, waarover dit jaar ophef is ontstaan. Het gaat om studenten die hun voltijdse beroepsopleiding voortijdig hebben afgebroken en die zonder diploma een werkkring in de betrokken beroepssector hebben gevonden. Mogen zij op grond van hun inmiddels opgedane beroepservaring alsnog aanspraak op het diploma maken, waarbij ze met name worden vrijgesteld van de verplichte praktijkstages en
Zie ook: stageduur in het beroepsonderwijs (3/9/2010, 7/9/2010).
Update: Inmiddels is de Tussenrapportage Onderwijsinspectie Alternatieve Afstudeertrajecten in het Hoger Onderwijs gepubliceerd. Vrijstelling van stage- en projectverplichtingen op grond van onbegeleide beroepservaring komt inderdaad voor in het HBO, maar tot nu toe is niet onderzocht op welke schaal dat gebeurt. De eindrapportage verschijnt april 2011.
Eén reactie op “Een sluipweg naar het diploma”
schreef:
OCW komt met een eerste beleidsreactie (18/3/2011) op het advies van de Onderwijsraad.