Op 11 juli jongstleden heeft de Rechtbank te Rotterdam vonnis gewezen in de zaak die door de Stichting Taalverdediging was aangespannen tegen het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR). Nederlands is de wettelijke voertaal op de basisschool, maar in strijd met de wet geven 31 BOOR-scholen een substantieel deel van hun onderwijs in het Engels. Sinds 2010 loopt er echter een driejarig landelijk pilotproject waarin dertig basisscholen (max. drie per schoolbestuur) van het ministerie toestemming hebben gekregen hun leerlingen maximaal 15% van de onderwijstijd in de Engelse taal onder te dompelen. De Rechtbank acht het handelen van BOOR daarom in formele zin niet in strijd met de wet, zolang de Rotterdamse scholen binnen die 15%-norm blijven. Zij is daarbij van de onware veronderstelling uitgegaan dat alle basisscholen in den lande aan het pilotproject mogen deelnemen, ook al hebben ze zich daartoe niet bij OCW aangemeld. Door deze misvatting is de Rechtbank niet aan de vraag toegekomen of de Rotterdamse scholen inhoudelijk gezien onrechtmatig handelen door achterstandsleerlingen de mogelijkheid te ontnemen zich 100% van hun schooltijd in een Nederlandse taalomgeving onder te dompelen. Een pikante bijzonderheid is in dit verband dat twee van de betrokken BOOR-scholen zich genoopt hebben gevoeld hun achterstandsleerlingen extra onderwijstijd in de vorm van een Nederlandstalige zomercursus aan te bieden.
Bron: NOS (20/7/2012); Persbericht BOOR (12/7/2012)
Wellicht een goede pleitbezorgster voor het standpunt van de Stichting Taalverdediging: de neerlandica Marijke Kaatee. Op haar blog schrijft ze over Nederlandstalige onderdompelingsdidactiek op de basisschool, onder andere voor wat betreft de woordenschatdidactiek voor allochtone leerlingen.
De papieren editie van het AD opent vanochtend (4/8/2012) met het bericht dat minister Van Bijsterveldt meer (gratis, één- à drieweekse) ‘Bijlessen in de zomervakantie voor scholieren met leerachterstand’ wil. In de weekendbijlage worden daaraan drie extra pagina’s gewijd: ‘Buffelen op de zomerschool’. Nadere informatie is te vinden in de kamerbrief d.d. 16/3/2012 over extra Nederlandstalige leertijd vóór en in het basisonderwijs. Ik ben benieuwd hoe OCW deze beleidslijn zal incalculeren in de toekomstige besluitvorming over de reductie van de Nederlandstalige leertijd ten gunste van de onderdompeling in het Engels.
UPDATE: In het AD-artikel tracht de OCW-woordvoerder er al voorzichtig een mouw aan te passen. Anders dan in de kamerbrief wordt de doelgroep versmald tot ‘leerlingen die talentvol zijn maar kampen met een taal- of rekenachterstand [waardoor ze] op een lagere vervolgopleiding [dreigen] te komen dan ze eigenlijk aan zouden kunnen.’ En ‘het is natuurlijk niet de bedoeling dat de overheid hier geld in stopt en dat er thuis alleen in een andere taal wordt gesproken of dat de kinderen geen ondersteuning krijgen.’ Meer zomerscholen voor achterstandsleerlingen kopt de Volkskrant (6/8/2012). Ook in dit artikel doet de OCW-woordvoerder zijn uiterste best het doel van de zomerscholen te versmallen: ‘Leerlingen met een taalachterstand zakken vaak terug in de zomervakantie [de zogenaamde summer gap!], omdat ze thuis bijvoorbeeld weinig Nederlands spreken.’ Door dergelijke framing wordt de lezer ertoe gebracht te vergeten dat vele basisscholieren aan het eind van groep 8 twee jaar taalachterstand hebben in vergelijking met leerlingen die naar havo/vwo doorstromen en dat ze dus ernstig gedupeerd zouden worden door 15% minder Nederlandstalige onderdompeling binnen hun reguliere schooltijd op de basisschool.
Op haar website heeft de Stichting Taalverdediging inmiddels op de uitspraak van de rechtbank gereageerd.
UPDATE I: De Stichting heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan.
UPDATE II: In haar Nieuwsbrief 2013-2 bericht de stichting over de voortgang van het hoger beroep tegen BOOR.
UPDATE III: De Stichting heeft het hoger beroep verloren (Nieuwsbrief 2015-1).
Op 20/8/2012 heeft de minister kamervragen van de SGP beantwoord aangaande het rechterlijke vonnis. Zij stelt dat de rechter gedwaald heeft met zijn opvatting dat elke Nederlandse school gerechtigd is zich bij het pilotproject aan te sluiten. Maar wonderlijk genoeg sluit zij zich vervolgens bij de rechterlijke conclusie aan dat het niet passend is scholen te verbieden kinderen in de Engelse taal onder te dompelen, zolang ze de 15%-norm niet overschrijden. Zij ziet dus geen reden de EarlyBirdscholen die niet tot het pilotproject zijn toegelaten, alsnog langs bestuurlijke weg te dwingen zich aan de wet te houden. Kwalijke ministeriële draaikonterij dus. Zou de wetsgetrouwe SGP dit over z’n kant laten gaan?