Engels op de basisschool (VII): fact-free politics

/

Staatssecretaris Dekker heeft deze week een Plan van Aanpak naar de Tweede Kamer gestuurd voor de invoering van vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) op de basisschool. Hij wil zo snel mogelijk een wetsvoorstel indienen dat basisscholen de mogelijkheid geeft maximaal 15% van de lessen in het Engels te geven. Daarnaast start hij per januari 2014 een proefproject waarin 30 tot 50% van de lessen in het Engels wordt aangeboden.
Deze bestuurlijke voortvarendheid is in twee opzichten bevreemdend. In de eerste plaats stelde de staatssecretaris drie weken geleden in antwoord op kamervragen dat het onaanvaardbaar is dat basisscholen leerlingen op grond van hun etnische herkomst (of meer in het algemeen: op grond van taalachterstand) zouden weigeren. Maar met het voorgenomen wetsvoorstel zet hij de deur wijd open voor dergelijke toelatingsselectie, tenzij de wetgever passend onderwijs zou afdwingen met de bepaling dat scholen naast hun vvto-klassen ook 100% Nederlandstalige klassen moeten blijven aanbieden voor leerlingen met achterstand in de Nederlandse taal.
In de tweede plaats spreekt de staatssecretaris vóór zijn beurt. Er was beloofd dat het ministerie pas knopen zou doorhakken als de resultaten van twee evaluatieprojecten beschikbaar waren: het FLiPP-project en het Pilotproject 15%. Van het Pilotproject is wel een interimverslag, maar nog geen eindverslag beschikbaar. En van het FLiPP-project is weliswaar een summier eindverslag beschikbaar, maar daarin wordt verwezen naar een wetenschappelijke eindrapportage die nog niet verschenen is. Bovendien blijkt uit het gepubliceerde verslag dat de onderzoekers van het FLiPP-project er niet in zijn geslaagd de onderzoeksvragen van hun opdrachtgever OCW adequaat te beantwoorden. De staatssecretaris stelt dus ten onrechte dat ‘(door) onderzoek (is aangetoond) dat er geen negatieve effecten zijn voor het Nederlands van leerlingen, als 15% van de onderwijstijd les wordt gegeven in het Engels (…).’ Integendeel, de staatssecretaris bedrijft fact-free politics. In het interimverslag van Pilotproject geven de betrokkenen uit de dertien deelnemende basisscholen duidelijke signalen dat sommige categorieën leerlingen door het vvto geschaad worden in hun taalontwikkeling Nederlands:
Lees verder … (PDF)

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

8 reacties op “Engels op de basisschool (VII): fact-free politics”

  1. Vaderlands historicus en publicist Han van der Horst (oud-medewerker NUFFIC) schreef een kritisch artikel over de plannen van de staatssecretaris (Joop.nl 11/7/2013).

  2. Sluipenderwijs wordt Nederland tweetalig, schrijft onderwijssocioloog Jaap Dronkers (VK 17/7/2013). Hij is daar niet blij mee: slecht voor de sociale cohesie tussen hoog- en laagopgeleiden en slecht voor hun beheersingsniveau van de Nederlandse taal. En wat hem het meest opvalt: geen hond die daartegen protest aantekent!
    UPDATE I: Reinout van Brakel schreef een beschouwing naar aanleiding van Dronkers’ artikel. Wat hem betreft is er niet zoveel aanleiding voor vlammende protesten, maar meer voor kritische vragen over de voor- en nadelen van de invoering van vvto. Men gaat die vragen uit de weg.
    UPDATE II: Op 9/1/2014 publiceerde Dronkers een analyse over de veertien scholen die aan de nieuwe pilot met 30 tot 50% Engels deelnemen.

  3. De link naar het Ervaringsrapport blijkt niet meer te werken. Dit is momenteel een werkende link:
    http://www.europeesplatform.nl/sf.mcgi?4499&cat=769

  4. VVTO-leerlingen spreken aan het eind van de basisschool veel beter Engels dan de leerlingen die pas in groep 7 met Engels zijn begonnen, maar op Lezen, Luisteren, Schrijven en Woordenschat scoren ze niet of nauwelijks beter. Deze vernietigende conclusie komt uit een recent CITO-onderzoek.
    Update: Hoogleraar Rick de Graaff geeft commentaar op de CITO-uitkomsten (Trouw 2/10/2013). Ook komt Vanessa Lobo aan het woord, die onlangs haar proefschrift over VVTO heeft verdedigd.

  5. De PO-raad (26/9/2013) heeft de plannen gepubliceerd voor het vijfjarige pilotproject waarin twintig basisscholen mogen experimenteren met immersie-onderwijs Engels gedurende 30 tot 50% van de wekelijkse lestijd.

  6. […] een nieuw instrument in handen te geven om allochtone en migrantenkinderen te weren: ze mogen tweetalig onderwijs invoeren (15 à 50% onderdompeling in het Engels). Zodoende krijgen zij de mogelijkheid […]

  7. […] Het valt te hopen dat de Nederlandse wetgever diezelfde voorwaarde stelt bij de invoering van Engelstalig onderdompelingsonderwijs op basisscholen. En om kleurrijke scholen te behouden, dient daaraan als voorwaarde te worden […]

  8. René Appel, oud-hoogleraar Nederlands als Tweede Taal, twijfelt aan de goede trouw van de voorvechters van vvto: het buitenlandse onderzoek naar de onschadelijkheid van vvto, waar de voorvechters naar verwijzen, keek niet naar kinderen met leerachterstanden (VK 13/1/2014).