Erasmus Universiteit Rotterdam: tussen droom en daad

/

In 2016 heeft de Staat der Nederlanden het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd. Het doel van dit verdrag is “[hun] volledige genot van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid te bevorderen, beschermen en waarborgen, [alsmede] de eerbiediging van hun inherente waardigheid te bevorderen.” Volgens artikel 24 lid 5 betekent dat ook dat ze “zonder discriminatie en op voet van gelijkheid met anderen, toegang verkrijgen tot algemeen universitair en hoger beroepsonderwijs (…)” en dat hun “redelijke aanpassingen” worden verschaft om met vrucht aan dat onderwijs deel te nemen. In 2020 heeft het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens uitgediept wat het recht op onderwijs precies inhoudt voor gehandicapte leerlingen en studenten.
Op 9 oktober 2019 heeft de rector van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) namens zijn onderwijsinstelling de nationale intentieverklaring ondertekend waarin de universiteiten en hogescholen zich verbinden om zich in te zetten voor studenten en aspirant-studenten die behept zijn met een functiebeperking. Zodoende is de EUR ook toegetreden tot de landelijke werkgroep van het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) die de doelen van het VN-verdrag op brede schaal beoogt te realiseren. Zomer 2023 telde de werkgroep 27 instellingsvertegenwoordigers. In een jaarlijkse schriftelijke rondvraag werd door hen gerapporteerd dat er nog weinig schot in zit.
Deze bittere werkelijkheid slaat in elk geval op de Rotterdamse faculteit Geneeskunde. Daar huldigen ze als uitgangspunt dat ze uitsluitend gezonde zielen in gezonde lijven mogen afleveren: bij afstuderen moeten hun studenten 100% ‘fit to practise’ zijn. Meer in concreto is in de examenregeling van de masteropleiding vastgelegd dat studenten moeten vertrekken als ze onvoldoende beschikken over de algemene professionele vaardigheden die vereist zijn in het contact met anderen. En mei 2023 moest een autistische student zelfs ervaren dat hem het diploma van basisarts geweigerd werd terwijl hij alle benodigde studiepunten op zak had. Met deze wandaad gooide de faculteit niet alleen de toekomstdroom van Fouad-L maar ook diens “inherente waardigheid” in duigen.

Wil je reageren op dit blogbericht? Schrijf dan een reactie op je eigen site en stuur een trackback naar https://onderwijsethiek.nl/onderwijs/erasmus-universiteit-rotterdam-tussen-droom-en-daad/trackback/ of stuur je reactie per e-mail en vermeld daarbij de permalink van ons bericht (HTML-codes zijn toegestaan).

Eén reactie op “Erasmus Universiteit Rotterdam: tussen droom en daad”

  1. Op de facultaire website staat: “Binnen de opleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC wordt in beginsel geen onderscheid gemaakt tussen studenten mèt en studenten zònder een functiebeperking. Voor zover passend binnen de kaders van het ‘Raamplan artsopleiding 2020’ streeft de opleiding ernaar dat het deelnemen aan onderwijs en het afleggen van toetsen ook voor studenten met een functiebeperking goed uitvoerbaar is. De opleiding Geneeskunde spant zich ervoor in de obstakels weg te nemen die een student ten gevolge van een beperking ondervindt. Aanpassingen mogen de kwaliteit of de moeilijkheidsgraad van het onderwijs of een toets niet wijzigen of nadelig zijn voor studenten zonder functiebeperking.” In bijlage 5 van de Onderwijs- en Examenregeling van de masteropleiding wordt uitgelegd wat dat betekent: studenten die onvoldoende beschikken over de algemene vaardigheden die vereist zijn in het contact met anderen, horen in principe niet thuis in de masteropleiding.