Een lerares uit Suffolk mag een jaar lang geen onderwijs geven omdat ze te familiair omging met ‘sixth form’ leerlingen, in de leeftijdsgroep van 16 tot 18 jaar. Deze tuchtrechtelijke straf is haar met name opgelegd omdat ze buiten school vriendschappelijke relaties met leerlingen onderhield. Ze gaf hen soms individueel een lift naar huis, vertelde haar 06-nummer en privéadres, liet hen toe op haar Facebookpagina, praatte met hen over haar privéleven, en wisselde chat- en SMS-berichten uit die niet bij haar leraarsrol pasten. Door het aangaan van deze buitenprofessionele relaties met leerlingen liep zij het risico haar professionele rollen niet meer optimaal jegens hen te kunnen vervullen.
In de tweede plaats had ze een meer-dan-vriendschappelijke relatie met een leerling aangeknoopt. Gegeven de professionele gezagspositie die zij jegens hem bekleedde, is dat niet in den haak. Het valt zelfs niet uit te sluiten dat leraren zich daarbij aan machtsmisbruik en ‘grooming’ schuldig maken (iemand met ontuchtige bedoelingen trachten in te palmen). Weliswaar was het nog niet tot een fysieke relatie gekomen, maar zij beiden zouden wel het plan hebben opgevat om de relatie te intensiveren zodra hij zijn diploma zou hebben behaald.
Was er nog een derde reden om de lerares te schorsen? In het GTCE-vonnis (14/7/2010) wordt geen melding gemaakt van haar leeftijd en burgerlijke staat. Maar de Daily Telegraph (24/7/2010) vermeldt uitdrukkelijk dat ze gehuwd is. In de puriteinse Engelse verhoudingen kan overspel als een verzwarende omstandigheid worden beschouwd, aangezien Engelse leraren geacht worden als opvoeders ook in hun private levenswandel het goede voorbeeld te geven.
Eén reactie op “Gebrek aan professionele distantie”
schreef:
Leraren ‘put the wellbeing, development and progress of children and young people first’ en daartoe ‘[they] establish and maintain appropriate professional boundaries in their relationships with children and young people’. Zo luidt de desbetreffende bepaling in de Code of conduct and practice for registered teachers van de GTCE. In de derde alinea van mijn blogbericht verwees ik naar de volgende bepaling: Leraren ‘demonstrate honesty and integrity and uphold public trust and confidence in the teaching profession’ en daartoe ‘[they] maintain reasonable standards in their own behaviour that enable them (…) to uphold public trust and confidence in the profession’ and ’to maintain an effective learning environment’.