Geldigheidsduur van tentamens

/

Het bestuur van de Radbouduniversiteit aanvaardt het wettelijke uitgangspunt ‘dat een tentamen onbeperkte geldig­heidsduur heeft, tenzij de Onderwijs- en Examen­regeling [van een opleiding] anders bepaalt en (…) [de noodzaak ervan] goed gemotiveerd (is).’ Maar de Rechtenfaculteit heeft in haar BSA-regeling bepaald dat de geldigheidsduur van alle behaalde propedeusetentamens vervalt tenzij voltijdse studenten in hun eerste inschrijvingsjaar minimaal 39 van de zestig studiepunten hebben behaald. Aan diegenen die niet aan deze norm voldaan hebben, wordt de eerstvolgende drie jaar de inschrijving bij de Nijmeegse rechtenfaculteit geweigerd, en blijkbaar moeten ze de eerder behaalde tentamens opnieuw afleggen als ze zich daarna opnieuw zouden inschrijven. Een behoorlijke motivering van deze beperking van de geldigheidsduur ontbreekt. Het lijkt erop dat men de gelegenheid tot het afleggen van tentamens als een gunst beschouwt waaraan men naar believen voorwaarden zou kunnen verbinden. Maar sinds jaar en dag geldt de wettelijke ‘paperclip­regel’ dat het examen uit tentamens bestaat en dat de student voor het examen geslaagd is als alle samenstellende tentamens zijn behaald (art. 7.10 WHW).
Lees verder … (PDF)

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.