Gele hesjes voor scholieren

Aanstaande dinsdag, even na drie uur, wordt door de Tweede Kamer besloten of de rente op studieleningen voor studenten in het hoger onderwijs per 1/1/2020 verhoogd wordt. Daarna moet de Eerste Kamer zich er nog over uitspreken. Volgens wetsvoorstel 35007 geldt de rente­verhoging uitsluitend voor studenten die op of na 1/1/2020 met een bachelor- of master­opleiding beginnen en die onder het nieuwe studiefinancieringsstelsel vallen.
Het nieuwe studiefinancieringsstelsel werd op 1/9/2015 ingevoerd. Voor nieuwe studenten werd de basisbeurs per die datum afgeschaft, maar ze konden een lening afsluiten om hun studie­kosten en kosten van levensonderhoud te dekken. Deze lening moest binnen 35 jaar worden terugbetaald, inclusief de renteschuld die onderwijl was opgebouwd. Het ging om een variabele rente (vijf jaar vast). Als maatstaf voor het rentetarief gold de rente die de overheid moest betalen op vijfjaars staatsobligaties. Hoe het tarief zich in de loop van 35 jaar zal ontwikkelen, daar valt geen peil op te trekken. Maar het ministerie hanteerde als prognose dat de student een gemiddeld rente van 2,5% per jaar kwijt zou zijn, gerekend over de hoofdsom plus de gaandeweg opgebouwde rente­schuld.
Bij de plenaire behandeling van wetsvoorstel 35007 in de Tweede Kamer (5/12/2018) maakte de minister uitdrukkelijk gewag van die prognose uit 2015. Het wetsvoorstel houdt nu in dat er een nieuwe rentemaatstaf wordt ingevoerd, namelijk de rente die de overheid moet betalen op tienjaars staatsobligaties. In de Memorie van Toelichting wordt als prognose gesteld dat de tienjaarsrente 0,78 procentpunt hoger ligt dan de vijfjaarsrente. Daarmee wordt de rente­prognose-2015 (2,50% per jaar) dus verhoogd naar een jaarlijkse rente van 3,28%. Dat is een prijsverhoging met (0,78 gedeeld door 2,50 =) 31 procent.
Kortom, dat is nogal een brutale streek van het kabinet Rutte III. Het moeizame onder­hande­lings­resultaat van het paarse kabinet Rutte II (basisbeurs afgeschaft maar ter compensatie een goedkope lening) wordt reeds vijf jaar later in de prullebak gegooid en vervangen door een rente die ruim 30% hoger ligt. Daarbij moet worden bedacht dat vooral oud-studenten uit de lage- en midden­inkomens door deze renteverhoging getroffen zullen worden (35 jaar lang rente op rente!), want oud-studenten uit de hogere inkomensgroepen zullen hun studieschuld vermoedelijk al in een vroeger stadium aflossen.
Op de Nederlandse en buitenlandse TV-journaals zien we steeds meer burgers die met gele hesjes en gebalde vuisten de straat op gaan. In Nederland zal hun boosheid zich vooral op de uitholling van hun werkzekerheid en van hun pensioenen richten, en op de verhoging van het lage btw-tarief per 1/1/2019 (van 6% naar 9%: dus een belastingverhoging met 50%). De actiebereidheid van aanstaande studenten zal niet zo groot zijn, want het vergt nogal wat verbeeldingskracht om te begrijpen wat het betekent dat je over tien jaar, en dan 35 jaar lang, ruim 30% méér (samengesteld) interest moet betalen om je studieschuld af te lossen. Het is al moeilijk genoeg om je voor te stellen dat de hoofdsom van je studielening misschien wel 40.000 euro bedraagt en dat je daar misschien nog eens 40.000 euro van je partner bij moet optellen.

3 reacties op “Gele hesjes voor scholieren”

  1. Nog enige feiten:
    1. Omgerekend in euro’s bedroeg de basisbeurs anno 1986, die toen in de plaats kwam van de kinderbijslag: jaarlijks 1.600 euro voor thuiswonenden en 3.400 euro voor uitwonenden.
    2. Binnen het oude studiefinancieringsstelsel (instroomcohorten tot 1/9/2015) bedraagt de basisbeurs anno 2019 jaarlijks: 1.275 euro voor thuiswonenden en 3.550 euro voor uitwonenden, vermeerderd met de waarde van de OV-studentenkaart.
    3. Binnen het nieuwe studiefinancieringsstelsel (sinds 1/9/2015) rest slechts een piepklein basisbeursje in de vorm van de gratis OV-studentenkaart. Verder is er voor kinderen van minder draagkrachtige ouders een ‘aanvullende beurs’ die anno 2019 maximaal 4.680 euro per jaar bedraagt.
    4. De kosten voor studie en levensonderhoud bedragen anno 2019 voor uitwonende studenten gemiddeld 14.500 euro per jaar (incl. 2.060 euro collegegeld).

  2. De vier regeringspartijen (VVD, CDA, D66, CU) hebben vóór gestemd en daarmee is het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen.