Gemeente Amsterdam: laat je niet gek maken

Scholen worden bestookt met lespakketten van belangengroepen en overheids­instanties. Op onze site passeerden eerder de lespakketten over orgaandonatie (NIGZ) en over de Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan (BZ) de revue. Aan propagan­distische lespakketten kleven risico’s, tenzij de docent erin slaagt zo’n lespakket in te passen in een evenwichtig programma dat alle gezichtshoeken aan bod laat komen. Leerlingen moeten in staat worden gesteld tot een eigen oordeel te komen over persoonlijke en maatschappelijke kwesties. Scholen hebben wel een opvoedende taak, maar in een vrije samenleving mag dat niet in indoctrinatie ontaarden. Zij mogen zich niet voor propagandacampagnes lenen, zelfs niet als die van de overheid uitgaan. Een paar weken geleden stuurde de Gemeente Amsterdam het lespakket Laat je niet gek maken naar alle Amsterdamse basis- en middelbare scholen. Deze ‘lesbrief’, bestemd voor tien- tot veertienjarigen, gaat over de vrijheid van meningsuiting. Is dat een staaltje van propaganda?
Lees verder … (PDF)

3 reacties op “Gemeente Amsterdam: laat je niet gek maken”

  1. Ik heb er nog eens een nachtje over geslapen. Dat heeft een tweede fundamenteel kritiekpunt op de lesbrief opgeleverd. Althans een kritiekpunt betreffende de lerarenhandleiding. Er wordt te weinig ingegaan op de juridische grenzen van de vrijheid van meningsuiting in een democratische rechtsstaat. De titel geeft meteen al de strekking van de lesbrief aan: laat je niet gek maken! Maar in dat verband is een wezenlijk aspect van de rechtsstaat: (a) dat je niet alles over je kant hoeft laten gaan, (b) dat overschrijding van de wettelijke grenzen via de rechter kan worden bestreden, en (c) dat eigenrichting verboden is. Er was alle reden geweest om leraren, via een bijlage van de handleiding, over deze juridische aspecten voor te lichten: Wat is belediging, smaad en laster en in hoeverre is dat strafbaar? Mag iemand zeggen dat moslims geiteneukers zijn? En mag iemand zeggen dat ik een geiteneuker ben? Mag iemand mij een ernstige ziekte of de dood toewensen? Wanneer wordt dat een strafbare bedreiging? Mag iemand verklaren dat de leden van een bepaalde minderheidsgroep, bv. homoseksuelen, de dood(-straf) ver­dienen? Zijn er wettelijke bepalingen die haatzaaien, opruien of oproepen tot discriminatie verbieden? Mag iemand zeggen dat alle leden van een bepaalde bevolkingsgroep een lesje verdienen, naar Allochtonië verbannen moeten worden of ‘aan het gas moeten’? Mag iemand bepleiten dat criminele Antillianen naar de Antillen (of criminele Friezen naar Friesland) gedeporteerd worden? Mag iemand als zijn mening uitspreken dat bepaalde historische gebeurtenissen (de holocaust, de Armeense genocide) niet hebben plaatsgevonden? Het is niet vérgezocht te verwachten dat leraren bij de behandeling van de lesbrief met deze en dergelijke vragen geconfronteerd zullen worden. Om die vragen te beantwoorden had het CNA-team met een jurist moeten worden versterkt. Tenzij er al een voor leken toegankelijk achtergronddocument bestaat waarin die vragen beantwoord worden, maar dan had de handleiding daarnaar moeten verwijzen.

  2. Een van de mogelijke bronnen voor het schrijven van zo’n bijlage is de studie van Van Stokkom c.s. (2006) over Godslastering, discriminerende uitingen wegens godsdienst en haatuitingen.

  3. Piet van der Ploeg & Laurence Guérin (Universiteit Utrecht) hebben over de Amsterdamse lesbrief een lezenswaardige recensie gepubliceerd, onder de titel Gemeentebestuur houdt kinderen voor de gek (www.pedagogiek.net 3/3/2008).