Guitige Zwarte Domme Dienaar (II)

Volgens Hans Schnitzler (4/12/2014, 5/12/2014) is het zwartepietendebat telkenjare zo verhit doordat de discussianten hun eigen definitie van Sint en Piet aan de hele samenleving trachten op te leggen. Volgens hem moeten zij zich erbij neerleggen dat de definitie van Sint en Piet niet tot het publieke domein maar tot het familiale privédomein behoort. Hij stelt dus dat bij de ouders van kleuters en peuters van oudsher het onver­vreembare privilege rust deze beide personages naar eigen goeddunken in te vullen.
Volgens Schnitzler is het debat een symptoom van een diepgewortelde, pathologische neiging om persoonlijke normen uit het privédomein te verabsoluteren tot algemene normen voor het publieke domein. Maar Schnitzler gaat voorbij aan de werkelijke inzet van het debat dat door en namens ouders gevoerd wordt: aan welke televisiebeelden en -verhalen rond Sint en Piet willen wij onze kleuters en peuters blootstellen, in de intimiteit van onze huiskamer en in de beslotenheid van hun school?
Actoren in de publieke ruimte, in casu de makers van het Sinterklaasjournaal, hebben het privédomein geüsurpeerd met hun zelfbedachte, profane beelden en verhalen rond Seniele Sint en Domme Blackface. Via het bijbehorende Lespakket worden kleuters op de basisschool daarmee wekenlang geïndoctrineerd. Dientengevolge kunnen ouders er niet omheen hun peuters en kleuters in de intimiteit van hun huiskamer naar het Sinter­klaasjournaal en de Televisie-intocht te laten kijken. De werkelijke inzet van het zwartepietendebat betreft de interface tussen publiek en privé: in hoeverre mogen de makers van het publieke Sinterklaasjournaal samen met de gebruikers van het Lespakket hun aanvechtbare interpretatie van Sint en Piet aan kleuters en peuters opleggen en daarmee afbreuk doen aan het ouderlijke privilege het privédomein rond deze personages naar eigen goeddunken in te richten?

Eén reactie op “Guitige Zwarte Domme Dienaar (II)”

  1. Het Sinterklaasjournaal haalt zeer hoge kijkcijfers. In de drie weken voor 5 december kijken dagelijks gemiddeld 810.000 mensen van 6 jaar of ouder om achttien uur naar het programma, en dat zijn er gemiddeld meer dan 1.000.000 als je ook de 3- tot 5-jarigen meerekent. Gezien de sterke relatie tussen de vrijgevigheid van Sint en Piet en de omzet van het bedrijfsleven, zijn er dus grote economische belangen in het spel. De vraag rijst dan of de redactie van het Sinterklaasjournaal zich meer laat leiden door de belangen van het bedrijfsleven dan door de pedagogische belangen van kinderen en hun ouders. In hoeverre spelen de belangen van het bedrijfsleven mee, als de redactie besluit Sinterklaasavond voortaan Pakjesavond te noemen, als presentatrice Dieuwertje Blok de kinderen reeds op 15 november aanraadt vanavond hun schoen te zetten, als zij de kinderen stimuleert hun verlanglijsten kenbaar te maken, en als de logistieke problemen rond aankoop en vervoer van de geschenken breed worden uitgemeten in haar journaal? Maar de NTR zegt dat het programma niet uit sponsorgelden gefinancierd wordt, althans als we die 300.000 euro (plus de subsidies van het lokale bedrijfsleven) buiten beschouwing laten welke de gemeente Gouda in 2014 in het kader van haar city marketing voor de tv-intocht heeft uitgetrokken. Afgezien daarvan blijven we echter altijd nog met de tweede vraag zitten: laat de redactie van het Sinterklaasjournaal haar eigen belangen (maximalisering van de kijkcijfers) prevaleren boven de pedagogische belangen van jonge kinderen en hun ouders?