Mag een leraar worden ontslagen enkel en alleen omdat hij of zij zich in de privésfeer homoseksuele gedragingen veroorlooft? Deze ontslaggrond is wettelijk verboden, maar de Nederlandse regering zit ermee in z’n maag: mag de wetgever voor christelijke scholen een uitzondering maken? Die vraag heeft het Kabinet vorig jaar aan de Raad van State voorgelegd. Het Nederlands Dagblad (9/6/2009) bericht dat de Raad hieromtrent positief geadviseerd heeft. Het Kabinet wordt nu met een pittig dilemma geconfronteerd. Het behoort tot de professionele ethiek van leraren en scholen dat ze aan hun leerlingen het goede voorbeeld geven. Wie niet het goede voorbeeld geeft, handelt onprofessioneel en mag daarom ontslagen worden. Het Kabinet moet nu kiezen tussen twee redeneringen:
(a) Volgens christelijke scholen zijn seksuele contacten zondig, behalve binnen het huwelijk tussen man en vrouw. Met homoseksuele gedragingen geeft een leraar dus niet het goede voorbeeld aan zijn of haar leerlingen. Dat is onprofessioneel en daarom kan dat binnen christelijke scholen een gegronde reden voor ontslag zijn.
(b) De school heeft tot taak haar leerlingen te doordringen van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Ze moeten dus leren dat het verwerpelijk (en zelfs onwettig) is mensen te discrimineren op grond van hun burgerlijke staat of seksuele geaardheid. Als zij leraren op grond van hun homoseksuele gedragingen ontslaat, geeft de christelijke school niet het goede voorbeeld aan haar leerlingen. Dat is onprofessioneel en daarom mag de wetgever die ontslaggrond niet toestaan.
Eén reactie op “Homoseksuele leraren in christelijke scholen”
schreef:
Vorig jaar heeft de reformatorische Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs een nieuw Identiteitsprofiel vastgesteld in verband met de grondwettelijke positie van homoseksuele leraren en leerlingen op school. Op 4/3/2011 heeft OCW een kamervraag daaromtrent van D66 beantwoord.