Hoofddoekverbod in Vlaardingen

Moet de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam (HR) blijven samenwerken met een basisschool die het dragen van een hoofddoek verbiedt (Profielen 16/10/2013)? Ja, we moeten de kledingvoorschriften van stagebiedende scholen respecteren, althans als ze zich daarbij laten leiden door hun christelijke overtuiging, zegt de HR-woordvoerder. So far so good, maar er rijst een vervolgvraag: kan een lerarenopleiding naar eer en geweten samenwerken met een christelijke school die moslim­leerlingen meent te moeten discrimineren? Volgens de OCW-leidraad Kleding op Scholen (2005) worden moslimleer­lingen door een hoofddoekverbod gediscrimineerd, tenzij een katholieke of protestants-christelijke school “aannemelijk kan maken dat zulke geloofsuitingen het onmogelijk maken de grondslag van de school te verwezenlijken. Zo’n verbod mag alleen worden toegepast als er een consequent aannamebeleid wordt gevoerd in het licht van de grondslag van de school (…).” Zoals blijkt uit de Q&A-pagina van het ministerie, geldt dit uitgangspunt nog steeds anno 2013. Het College voor de Mensenrechten (CGB 2008 p.58) stelt het wat algemener: de onderwijsinstelling moet consequent zijn in het door haar gevoerde beleid en dat beleid moet noodzakelijk zijn in het licht van haar aard en grondslag. Maar daarbij wordt aangetekend dat zij bij het omschrijven van dat beleid niet kan volstaan met een algemeen verbod op hoofddeksels (p.58-60). Als de Hogeschool Rotterdam wil voorkomen dat haar stagiairs in racistische scholen verzeild raken, dan dient zij het beleid van de stagebiedende scholen aan deze criteria te toetsen.
Lees verder … (PDF)

5 reacties op “Hoofddoekverbod in Vlaardingen”

  1. Overigens heeft het Gerechtshof te Amsterdam in haar DonBosco-arrest (6/9/2011) een rekkelijker interpretatie van de wet gehanteerd. De rechters vonden het voldoende dat de school in haar reglement niet alleen een algemeen verbod op hoofdbedekkingen had uitgevaardigd maar daarbij ook uitdrukkelijk de hoofddoek had genoemd. Deze rekkelijke wetsinterpretatie is echter niet ter toetsing aan de Hoge Raad voorgelegd. Bovendien kan de VanKampenschool zich niet op het DonBosco-arrest beroepen, aangezien zij niet de moeite heeft genomen hoofdbedekkingen die als geloofsuiting bedoeld zijn (zoals islamitische hoofdoeken, joodse keppels en sikhse tulbanden), met zoveel woorden in de tekst van haar algemene verbod op hoofdbedekkingen op te nemen. Uit de schoolgids blijkt evenmin dat ouders reeds bij de aanmelding van hun kind uitdrukkelijk op het hoofddoekverbod attent worden gemaakt.

  2. Op 15 oktober jongstleden verscheen het vierde rapport over discriminatie in Nederland, opgesteld door de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI), een onafhankelijk toezichtsorgaan voor de mensenrechten dat is ingesteld door de Raad van Europa. Het onderwijshoofdstuk (p.27-30) gaat uitsluitend over segregatie in witte en zwarte scholen (waarbij bovendien geen aandacht wordt besteed aan bedenkelijke beleidslijnen van schoolbesturen om allochtone aspirant-leerlingen te weren). De Commissie verzuimt dus de indirecte discriminatie van islamitische, joodse en sikhse leerlingen aan de orde te stellen die door een verbod op hoofdbedekkingen worden getroffen, terwijl het DonBosco-arrest daar toch alle aanleiding toe biedt. Wel bepleit de Commissie in meer algemene zin dat het College voor de Rechten van de Mens (het voormalige CGB) zo nodig gebruik maakt van zijn recht schendingen van de wetgeving op gelijke behandeling voor de rechter te brengen (p.22). Begrijp ik het goed dat het College het initiatief had kunnen nemen het DonBosco-arrest van het Gerechtshof tot in de Hoge Raad uit te vechten? Daarbij rijst misschien het probleem dat de gedupeerde leerling geen belang heeft bij de uitkomst als hij/zij de school inmiddels verlaten heeft.

  3. In het artikel van Profielen werd tevens gerefereerd aan een openbare montesorischool in Rotterdam die een gehoofddoekte stagiaire zou hebben geweigerd. OCW heeft inmiddels kamervragen daaromtrent beantwoord (29/10/2013). Helaas is daarbij niet aan de orde gekomen of deze basisschool een hoofddoekverbod jegens haar leerlingen hanteert. Het schoolbestuur (BOOR) heeft daarover uitgangspunten geformuleerd, waarbij verwezen wordt naar de CGB-richtlijnen uit 2003, maar volgens het AD (24/9/2013) houdt de desbetreffende school zich daar niet aan. De PvdA-fractie van de Rotterdamse gemeenteraad heeft hier schriftelijke vragen (23/9/2013) over gesteld, maar deze zijn nog niet beantwoord.
    UPDATE: Op 29/10/2013 heeft B&W de vragen beantwoord: openbare scholen mogen noch stagiaires noch leerlingen vanwege hun hoofddoek weren en dat is in het onderhavige geval ook niet gebeurd.