Huiswerkbegeleiding

/

Harm Bosma bericht over een Nijkerkse moeder die binnen de gemeente met hulp van vrijwilligers gratis huiswerk­begeleiding van de grond wil krijgen (Stentor 19/10/’11). Vele middelbarescholieren, waaronder haar zoon, ontberen de planningsvaardigheden en de zelfdiscipline die nodig zijn om hun buitenschoolse tijd verstandig in te delen. En vele ouders hebben het geld niet om een commercieel huiswerkinstituut in te schakelen. Onzin, zegt lerarenopleider Ton van Haperen, buitenschoolse huiswerk­begeleiding ontleent haar bestaansrecht aan de gemakzucht van ouders en de lam­lendigheid van scholen, en daarmee ontneemt men de leerlingen alle verantwoorde­lijkheid voor eigen schoolsucces (Volkskrant 17/10/’11). Maar de Onderwijsraad heeft een veel genuanceerder standpunt over dergelijk uitgebreid onderwijs. En wat de vermeende gemakzucht van ouders betreft, moet men niet vergeten dat beide ouders tegenwoordig gewoonlijk een baan hebben: bevordering van de arbeids­participatie is een beleidsprioriteit van de overheid! Bovendien kunnen vele ouders hun kinderen niet de nodige woonomstandigheden bieden om ongestoord huiswerk te maken, terwijl ze evenmin het opleidingsniveau bereikt hebben om hen vervolgens te kunnen overhoren. Een verlengde schooldag van 8.30 tot 17.00 zou een oplossing kunnen zijn (bij voorkeur onderbroken door een uurtje sport): met gesuperviseerde huiswerkklasjes en computerfaciliteiten om leerlingen ter plekke feedback te geven op het resultaat van hun leerwerk. Of zoals Ferry Haan ooit bepleitte: zorg dat de school de functies van het huiswerkinstituut overneemt.

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

Eén reactie op “Huiswerkbegeleiding”

  1. Moby (BON 30/10/2011) inventariseert de functies die door een (commercieel) huiswerkinstituut vervuld worden: (a) men bevordert intensief gebruik van de beschikbare tijd (geconcentreerd werken, bestrijding van afleidingsfactoren); (b) men biedt intensieve begeleiding, afgestemd op beginniveau en tempo van de individuele leerling; (c) men stemt de intensiteit van de begeleiding af op de mate waarin de leerling het vermogen tot zelfstandig werken ontbeert; (d) men stelt regels waaraan leerlingen moeten voldoen en men eist dat deze gedisciplineerd worden nageleefd; (e) men is terughoudend in het toepassen van didactische methoden die onrust veroorzaken in de leeromgeving; en (f) men is ambitieus in de doelen die de leerling in zijn/haar schoolloopbaan moet bereiken.
    Volgens mij moeten er nog twee functies aan worden toegevoegd: (g) men confronteert de leerling met de noodzaak met het oog op schoolsucces rationeel prioriteiten te stellen in de keuze van leerdoelen (en buitenschoolse doelen); en (h) het huiswerkinstituut straalt vertrouwen uit in de goede wil van de leerling en bejegent hem/haar als partner in het onderwijsleerproces. In deze twee functies wordt de nadruk gelegd op de leerling als zelfregulerend subject.