Drie Amsterdamse middelbare scholen gaan dit jaar experimenteren met een binnenschoolse jongerenrechtbank. Als de schoolleiding overtreding van de schoolregels bewezen acht, kan zij de dader voorgeleiden aan een ‘peer court’, bestaande uit leerlingen. Deze beslissen welke straf de dader krijgt opgelegd. Wat moeten we daarvan denken? Een positieve kant is dat overtreding van de schoolregels niet te snel gecriminaliseerd wordt. In plaats van strafrechtelijke afdoening kiest men voor een interne, tuchtrechtelijke maatregel, in plaats van tuchtrechtelijke schorsing prefereert men pedagogisch verantwoorde straftoemeting, en in plaats van supersnelrecht kiest men voor een transparante rechtsgang waarin de vermeende dader een optimale kans op een eerlijk proces krijgt.
Een negatieve kant is echter dat de leden van de binnenschoolse jongerenrechtbank voor het karretje van de schoolleiding worden gespannen. In een eerder blogbericht heb ik aannemelijk gemaakt dat er binnen een Herrschaftsverband twee rechtssystemen bestaan. Enerzijds kent de middelbare school een formeel rechtssysteem, gefundeerd op de schoolregels die door de staf zijn uitgevaardigd. En anderzijds is er een informeel systeem dat door de leerlingen (de ‘inmates’ van het Herrschaftsverband) gedragen wordt. De kern van het informele rechtssysteem is dat leerlingen solidair met elkaar moeten zijn, dat conflicten door onderling overleg of door eigenrichting moeten worden opgelost, en dat verklikkers (matennaaiers) uit de groep worden gestoten.
Eigenlijk worden de uitgangspunten van dit informele rechtssysteem niet alleen door de leerlingen maar ook door de meeste stafleden onderkend en aanvaard: jongeren moeten leren hun eigen boontjes te doppen. Wij stafleden knijpen een oogje toe, zolang we de schijn kunnen ophouden dat we niks onoorbaars gezien hebben. Het is immoreel leerlingen te stimuleren zich buiten de groep plaatsen, want interne groepssolidariteit is de hoeksteen van de samenleving. Maar als wij er niet onderuit kunnen, distantiëren we ons van hun informele rechtssysteem en wordt geconstateerde inbreuk op onze schoolregels met harde hand gestraft.
Deze dubbelhartige handelwijze der volwassenen wordt door de leerlingen aanvaard. De schoolleiding heeft nou eenmaal tot taak haar formele rechtssysteem (zoals belichaamd in de schoolregels) te handhaven. Maar zij speelt vals spel als zij de verantwoordelijkheid voor de straftoemeting op een ‘peer court’ afwentelt. Want daarmee zou zij de leerlingen met een loyaliteitsconflict opzadelen dat haar eigen dubbelhartigheid weerspiegelt.
Zie ook: Jongeren berechten jongeren (I), (II)
3 reacties op “Jongeren berechten jongeren (III)”
schreef:
De invoering van een binnenschoolse jongerenrechtbank riekt dus naar repressieve tolerantie: als men leerplichtige jongeren inspraak geeft in de uitvoering van het formele rechtssysteem van de schoolleiding, heeft dat tot doel (of in elk geval tot effect) hen door een verdeel- en heerspolitiek onder de plak te houden: men zaait tweespalt tussen de leerlingen en men ondermijnt het informele rechtssysteem dat essentieel is voor hun groei naar volwassenheid.
Of concreter: als een pestslachtoffer eigenrichting pleegt tegen de dader en daarmee de formele schoolregels overtreedt, accepteert hij het risico dat de schoolleiding hem daarvoor straft, maar hij wordt in zijn rechtsgevoel gekrenkt als die straf wordt opgelegd door medeleerlingen. Want naar zijn mening zijn zij gebonden aan de spelregels van het informele rechtssysteem waarin eigenrichting is toegestaan. Dit kan tevens tot gevolg hebben dat deze lievelingetjes van de schoolleiding voortaan uit de groep worden gestoten.
schreef:
In de NY Times (10/4/2015) een verwante discussie (met 232 reacties): moeten studenten meebeslissen in tuchtrechtelijke procedures betreffende date rape e.d.? Zie ook seksueel tuchtrecht.
schreef:
Vanessa Thorpe kijkt terug op haar carrière als head girl in een eliteschool (Guardian 24/5/2015). Head boys/girls c.q. prefects zijn functionarisssen die door de schoolleiding met gezag over hun schoolgenoten bekleed zijn. Soms hebben zij ook tuchtrechtelijke bevoegdheden. Geliefd door de schoolleiding, maar gehaat door de leerlingen.