Mag de Leidse Rechtenfaculteit vandaag studiepunten ongeldig verklaren die gisteren met vlag en wimpel behaald zijn? En mag zij in dat opzicht discrimineren tussen voltijd- en deeltijdstudenten en tussen oudere- en jongerejaarsstudenten? In een recent lezerscommentaar (DUB 19/3/2014) stelt hogeronderwijsjurist Anton van den Hoeven dat de faculteit daartoe gerechtigd is. Maar zijn gezaghebbende collega Peter Kwikkers zegt dat de faculteit zodoende in strijd met de wet handelt (Cursor 17/3/2014). Wie heeft gelijk?
Het is maar nèt welke wetsinterpretatie je aanhangt. In artikel 7.13 WHW staat dat de geldigheidsduur waar nodig beperkt mag worden. Uitgaande van de oorspronkelijke bedoelingen van de wetgever heeft Kwikkers gelijk: alleen als de getentamineerde kennis niet meer up-to-date is, mag men behaalde studiepunten nietig verklaren. Maar de wetstekst laat ruimte voor een afwijkende interpretatie: als de faculteit het nodig vindt de geldigheidsduur van tentamens te beperken om studenten tot een hoger studietempo aan te zetten, dan is dat niet in strijd met de letter van de wet. En het College van Beroep Hoger Onderwijs (CBHO), het hoogste rechtsorgaan in dit soort zaken, heeft geoordeeld dat de letter van de wet doorslaggevend is. Dus volgens de vigerende jurisprudentie mogen faculteiten de geldigheidsduur van tentamens naar eigen goeddunken beperken. Het ziet er derhalve naar uit dat Van den Hoeven gelijk heeft met zijn stelling dat de Leidse Rechtenfaculteit niet kan worden teruggefloten door de Onderwijsinspectie of door het Ministerie.
Maar er zit schot in de opvattingen over deze kwestie. De onderwijswoordvoerders van CDA, D66 en SP (leden van de Wetgevende Macht) menen dat de wetshistorische interpretatie de voorkeur verdient (DUB 19/3/2014). Ze staan dan echter voor het probleem dat het oordeel van de Rechterlijke Macht niet zomaar overruled kan worden. Als ze de rechter willen corrigeren, moeten ze zorgen dat de bestaande wetstekst wordt aangepast zodat deze duidelijker recht doet aan de oorspronkelijke bedoelingen van de wetgever.
Bron: de verwikkelingen rond Rechtsgeleerdheid Leiden
4 reacties op “Juristen oneens over geldigheidsduur tentamens”
schreef:
Jasper van Dijk (SP) heeft Kamervragen gesteld (24/3/2014).
UPDATE I: Trajectum (18/4/2014) bericht dat vier partijen in week 16 opnieuw Kamervragen hebben gesteld. Science Guide (18/4/2014) legt uit hoe het zit.
UPDATE II: De minister heeft de Kamervragen van Jasper van Dijk beantwoord (9/5/2014). Er is volgens haar niets mis met een grammaticale wetsinterpretatie zolang de rechter deze niet verbiedt. Als het Parlement die interpretatie wil blokkeren, moet het voor een wetswijziging zorgen.
UPDATE III: Hein Cuppen (HogerOnderwijsPersbureau) heeft de reacties van de betrokken Kamerleden gepeild (TUDelta 14/5/2014).
UPDATE IV: Jasper van Dijk laat het er niet bij zitten. Hij stelt nieuwe Kamervragen (DUB 20/6/2014).
schreef:
Het CBHO (3/6/2014) bevestigt zijn oordeel dat faculteiten de geldigheidsduur van tentamens naar eigen goeddunken mogen beperken.
schreef:
Peter Kwikkers heeft zijn standpunt nog eens goed verduidelijkt in ScienceGuide (20/8/2015), zo berichtte ik op deze website (26/8/2015). Mohammed Mohandis (PvdA 14/12/2015) concludeert dat de wet moet worden aangepast. Hij vindt dat de Minister daartoe het initiatief moet nemen (Metronieuws 14/12/2015), maar die had nu juist gezegd dat het Parlement dan maar met een initiatief-wetsvoorstel moet komen.
UPDATE: Op 17/12/2015 heeft de Tweede Kamer een motie van Mohammed Mohandis en Jasper van Dijk (SP) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht met een wetswijziging te komen. De SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, Van Vliet, de Groep Kuzu/Öztürk, Klein, de VVD, de ChristenUnie en het CDA stemden voor de motie!
schreef:
[…] de vorige dag met vlag en wimpel behaald heeft, de volgende dag alweer vervallen worden verklaard (Onderwijsethiek 19/3/2014, 26/8/2015). Overigens moeten we hopen dat de nieuwe wetstekst niet verkeerd wordt uitgelegd. Zoals […]