Hoe is het Yasmina inmiddels vergaan, die vanuit de derde klas mavo naar het speciaal voortgezet onderwijs werd verwezen en daar uitsluitend leerboeken van vmbo-basis kreeg voorgeschoteld? Is ze weer naar een reguliere mavo teruggeplaatst en heeft ze daar aangepast onderwijs gekregen om haar achterstand in te lopen? En hoe is het met de zestienjarige Yassin, die sinds het grensrechterincident nu al negen maanden achter de tralies zit? Hebben de penitentiaire autoriteiten ervoor gezorgd dat hij zijn vmbo-opleiding tijdens de detentie kon vervolgen en is er goede onderwijsopvang geregeld als hij binnenkort vrijkomt? En hoe gaat het met het inmiddels veertienjarige asielzoekerskind Feros? Najaar 2011 konden zijn ouders geen enkele middelbare school vinden die bereid was hem tot de havo-afdeling toe te laten.
Dat soort vragen komt bij me op als ik de Kinderrechtenmonitor 2013 lees, die de nationale Kinderombudsman op 11 september heeft uitgebracht. Hoofdstuk 5 gaat over het recht op onderwijs en passende zorg. De Kinderombudsman heeft zich, evenals de Nationale Ombudsman, ingezet om het probleem van de thuiszitters, zoals Feros, hoger op de onderwijspolitieke agenda te krijgen. Ook het recht op Passend Onderwijs krijgt in de Monitor de nodige aandacht, maar daarbij heeft men het vooral over het verschaffen van passende zorg.
Een veel wijderverbreid probleem is echter dat er geen passende didactische voorzieningen worden geboden: wordt er voldoende maatwerk geleverd zodat iedere leerling wekelijks substantiële vorderingen kan maken in de richting van zijn of haar schooldiploma? Deze vraag is niet alleen voor zorgleerlingen urgent, maar betreft het leerrecht van iedere leerling. Het probleem is dat de meeste middelbare scholen hun handelingsplanning niet tijdens het schooljaar bijstellen als sommige leerlingen het programma niet kunnen bijbenen, doch vertraagde leerlingen verplichten het hele schooljaar te doubleren dan wel af te stromen naar een lager schooltype. Evenmin wordt tijdens het schooljaar ingegrepen als begaafde leerlingen extra uitdaging behoeven. Dit gebrek aan didactisch maatwerk is een ernstige inbreuk op het leerrecht, hetgeen de Kinderrechtenmonitor ten onrechte buiten beschouwing laat.
Aanvankelijk had ik trouwens wel wat moeite om de bedoeling van de Kinderrechtenmonitor-2013 te achterhalen. Kinderrechten vormen een verbijzondering van de mensenrechten. Hoort zo’n monitor niet eerder in de buurt van het College voor de Mensenrechten (de voormalige Commissie Gelijke Behandeling) thuis, in plaats van bij de Kinderombudsman? Is het ombudswerk niet meer bedoeld om burgers (in casu minderjarige burgers) tegen onbehoorlijk of nalatig handelen van de overheid te beschermen? Dat klopt: de Kinderombudsman gebruikt de bepalingen van het Kinderrechtenverdrag slechts als kapstok om het overheidshandelen door te lichten. Het gevolg is dat de klassieke grondrechten (vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, due process, etc.) in deze Monitor nauwelijks aan bod komen. Dat had de Kinderombudsman wel even mogen aankondigen in de inleiding van zijn rapportage.
Aan het leerrecht van meerderjarige gedetineerden heb ik 13-08-2013 een kort blogbericht gewijd onder de titel Breivik wil studeren. Wat het leerrecht van minderjarige gedetineerden in Nederland betreft, wordt hier enige voorlichting gegeven.