De rijksoverheid ziet toe op de basiskwaliteit van het bekostigde onderwijs. Dat is de taak van de Onderwijsinspectie. En wat het hoger onderwijs betreft, is die taak aan een zelfstandig bestuursorgaan (NVAO) gedelegeerd. Maar de rijksoverheid heeft nog een tweede toezichtstaak: zij moet controleren of de bekostigde onderwijsinstellingen de wettelijke regels naleven (compliance). Van der Herberg & Hendriks noemen dat het toezicht op de rechtmatigheid van het handelen van de instellingen (Science Guide 31/5/2011). Zij wijzen erop dat de NVAO niet met dit nalevingstoezicht belast is. De eindverantwoordelijkheid voor het nalevingstoezicht berust uitsluitend bij de Onderwijsinspectie.
De auteurs betogen dat het examenschandaal bij InHolland in de hand is gewerkt door het ontbreken van voldoende nalevingstoezicht inzake de wettelijke taken van de examencommissie. De conclusie moet luiden dat de Onderwijsinspectie een monitorsysteem dient op te zetten om de naleving van de wettelijke regels te bewaken. Hoe zou zo’n systeem er uit moeten zien? Moeten er naast de periodieke kwaliteitsaudits ook nalevingsaudits worden opgezet, om te controleren of de onderwijsinstellingen zich aan de wet houden? Bij de herziening van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) streeft men juist naar beperking van de controlelasten voor de Inspectie en voor de instellingen. Op 16/6/2011 vroeg kamerlid Elias aan de minister of de Inspectie, in plaats van excessieve controle, niet met een piepsysteem kan volstaan: laat benadeelden of klokkeluiders in geval van noncompliance een klacht bij de Inspectie indienen.
Lees verder … (PDF)
Eén reactie op “Kwaliteits- en nalevingstoezicht”
schreef:
Janwillemhendrik klapt uit de school over het falen van het kwaliteits- en nalevingstoezicht (BON 28/8/2011).