In september zakte de helft van de aankomende PABO-studenten voor de entreetoets Rekenen; zelfs van de havisten onder hen haalde 42% een onvoldoende. Zij moesten hun rekenvaardigheden dus bijspijkeren. Maar bij de eindtoets aan het eind van het studiejaar is nu gebleken dat de helft van de deelnemers aan het bijspijkerprogramma nog steeds niet het vereiste rekenniveau bereikt heeft: de HBO-raad meldde vorige week dat één op de vier eerstejaarsstudenten van de PABO de rekentoets nog steeds niet heeft weten te behalen en de opleiding daarom zal moeten verlaten. Dat is niet alleen een zware tegenslag voor de betrokkenen, maar ook voor de PABO-docenten die hun uiterste best hebben gedaan om de deficiënties alsnog op te heffen. Of hebben de docenten er met de pet naar gegooid? Deze vraag moet bevestigend beantwoord worden. Vorige maand publiceerde het Ministerie van OCW een brochure waaruit blijkt dat de eerstejaarsstudenten hun deficiënties in principe op eigen kracht moesten bijspijkeren. Vaak kregen ze slechts begeleiding van ouderejaars (of van medestudenten die in september voor de rekentoets geslaagd waren). Wordt het niet tijd voor kritische Kamervragen? Het niveau van de rekentoets is hoger dan dat van beginnende MAVO-leerlingen die via het MBO naar de PABO willen doorstromen. En we hebben ’t nu alleen nog maar over de rekentoets en niet over de taaltoets voor de PABO-eerstejaars. Ook rijst de vraag of de studiebelasting van het eerstejaarsprogramma inclusief het bijspijkerprogramma door de beugel kan.