Lesboeren en leerboeren

/

Ik had me al lange tijd voorgenomen nog eens een column van Jeronimoon onder de loep te nemen. Het moet er nu van komen, voordat zijn nieuwe boek uitkomt. Hij walgt van de schoolbureaucratie en van loze managerspraat. Dat is de rode draad in zijn columns. En hij steekt de loftrompet over de lesboer (20/9/2007). Zo iemand die goed is in z’n vak en die gewoon goed onderwijs geeft. Iemand die z’n week niet met allerlei taakuren vult maar die fulltime voor de klas staat. Zo iemand die vindt dat leerlingen structuur nodig hebben en dat Het Nieuwe Leren niet in laissez-faire mag ontaarden.
Zijn columns zouden eigenlijk verplichte kost moeten zijn voor studenten in de lerarenopleiding. Niet omdat hij altijd zo verschrikkelijk gelijk heeft, maar omdat ze tot nadenken prikkelen. Althans als je er de tijd voor neemt. Wat moeten we centraal stellen in het voortgezet onderwijs (en in het MBO): de vorderingen op weg naar het diploma of de persoonlijke ontwikkeling van de leerling? Gaat het om taakgerichte talentontwikkeling of om welzijnszorg en het opvegen van de brokken? En wat is eigenlijk het primaire proces van het onderwijsbedrijf: het lesgeven van de docent of het leren van de leerling? Gaat het om frontaal onderwijs van vakbekwame lesboeren of gaat het om vakbekwame, planmatige voeding, sturing, ondersteuning en toetsing van leerprocessen?
Vorige blogberichten: Van leerling naar gezel; Prestatiemotivatie

Wil je reageren op dit blogbericht? Schrijf dan een reactie op je eigen site en stuur een trackback naar https://onderwijsethiek.nl/onderwijs/lesboeren-en-leerboeren/trackback/ of stuur je reactie per e-mail en vermeld daarbij de permalink van ons bericht (HTML-codes zijn toegestaan).

Eén reactie op “Lesboeren en leerboeren”

  1. Onder de kop Lesboeren trof ik een vermakelijke discussiedraad op de BON-site aan (19/9/2011). Voor de BON-leden is lesboer een geuzennaam, maar J. Oosterga schopt hen tegen het zere been. Hij gebruikt de term in denigrerende zin: een geborneerde vakman die alleen maar z’n lesprogramma afdraait en niet let op de leerprocessen die hij geacht wordt te ondersteunen en evenmin op de bijdrage die hij geacht wordt te leveren aan het bereiken van de leerdoelen van de opleiding als geheel. De discussianten reageren vol van agressie en onbegrip.