De Tweede Kamer heeft op 11 oktober ingestemd met de totstandkoming van een openbaar, doorzoekbaar lerarenregister. Leerlingen en hun ouders juichen dat toe, want op die manier kunnen ze controleren of de leraar die bij hen op school voor de klas staat, inderdaad bevoegd is om dat vak op dat niveau te geven. Maar kennelijk houden vele schoolleiders en leraren niet van dat soort pottekijkers. Het Kamerlid Bruins (Christen Unie) heeft op 5 oktober een motie ingediend waarin OCW verzocht wordt te bevorderen dat de doorzoekbare gegevens beperkt worden tot het aggregatieniveau van scholen en niet van de individuele leraren. Deze motie is door staatssecretaris Dekker ontraden. Op de valreep kwam Bruins met een gewijzigde motie waarin verzocht wordt te bevorderen dat de doorzoekbare gegevens zodanig beperkt worden dat de naam van de leraar niet herleidbaar is naar de school waar hij of zij werkt. Deze motie is door de Tweede Kamer aangenomen, waarbij PvdA, CDA, PVV en GL tegen stemden. Ik kan niet helemaal overzien in hoeverre leerlingen en hun ouders hierdoor belemmerd worden in hun mogelijkheden zich tegen onbevoegde onderwijsgevers te beschermen, maar ik vrees het ergste.
De vakbond Leraren in Actie keert zich tegen de openbaarheid van het lerarenregister (AD 7/11/2016).