Marja over segregatie

Minister Van Bijsterveldt vindt dat het opheffen van de segregatie tussen allochtone en autochtone leerlingen geen doel in zichzelf mag zijn (Volkskrant 7/2/2011). Het gaat er niet om of de school ‘wit’ of ‘zwart’ of ‘keurig grijs’ is, maar of de school kwaliteit levert. En kwaliteit is niet afhankelijk van de etnische samenstelling van de leerlingenpopulatie. De minister erkent dat een gemengde school goed kan zijn voor de burgerschapsvorming, maar zij wil er niet aan meewerken dat daartoe inbreuk zou worden gemaakt op het recht van ouders en leerlingen zelf te beslissen bij welke school ze zich inschrijven. De minister is dus geen voorstander van ‘een postcode­beleid, waarbij je alleen maar een school mag kiezen in je eigen postcodegebied’. Maar ze heeft geen bezwaar tegen lokale initiatieven om de etnische samenstelling van de leerlingenpopulatie te beïnvloeden, bijvoorbeeld als scholen ervoor kiezen binnen de grenzen van de wet met dubbele wachtlijsten te werken.
Al met al blijft het nogal onduidelijk wat de minister precies bedoelt. Bedrijft ze gewoon partijpolitiek om de belangen van autochtone, christelijke ouders en van het bijzonder onderwijs te verdedigen? Of heeft ze goed geluisterd naar de beleidsargu­menten van haar voormalige fractieassistent, politiek adviseur en OCW-ambtenaar Hugo de Jonge?
Lees verder … (PDF)

4 reacties op “Marja over segregatie”

  1. Ik vind het nieuwe standpunt van de minister helemaal zo gek nog niet.
    We moeten eerlijk zijn: wat willen we nu precies bereiken met gemengde scholen? Ligt de nadruk op de kwalificerende functie van onderwijs, of op de socialiserende?

    Gaat het over beter onderwijs/ de kwalificerende functie? Het beste onderwijs wordt gegeven in zo heterogeen mogelijke groepen. Er moeten docenten op zwarte scholen lesgeven die over de benodigde kennis beschikken om (taal)achterstanden weg te werken. Dat er nog veel te verbeteren valt aan de kwaliteit van (zwarte) scholen staat buiten kijf. Goed opgeleide mensen gaan vanzelf hun plek vinden in onze maatschappij.

    Of gaat het over het socialisatieproces? dan zouden we ook eens moeten kijken naar protestantse scholen…
    Verder mag je je ook afvragen of een gemengde school daar DE oplossing voor is. Misschien dat er met uitwisselprojecten net zo veel bereikt kan worden.

    Wat mij betreft moet de focus van de school altijd liggen op de kwalificerende functie. De rest komt daarna pas aan de orde. Ik denk dat het het beste is voor alle leerlingen als je meer energie steekt in het verbeteren van de kwaliteit van de (zwarte) scholen, dan in het proberen ze te ‘mengen’.

    De opmerkingen in het kader doen me trouwens wel pijn aan mn onderwijshart.

  2. @Tanja: Ik vind het jammer dat je niet ingaat op de aanvechtbare stelling van de minister dat kwaliteit en onderwijsopbrengst niet afhankelijk is van de etnische samenstelling van de leerlingenpopulatie, noch op het tegenargument van de Amsterdamse onderwijswethouder dat witte of gemengde scholen veel minder hun best hoeven te doen om de gewenste kwaliteit en onderwijsopbrengst te realiseren. Menging van scholen is weliswaar geen noodzakelijke maar zeker een begunstigende voorwaarde voor schoolsucces. Tegenwoordig wordt de onderdompelingsdidactiek in brede kring omarmd: als je kinderen Engels wilt leren, moet je hen onderdompelen in een Engelstalige leeromgeving. Men stelt dus dat immersie de efficiëntste methode is om ESL-leerlingen Engels te leren. Het is dan niet vergezocht eveneens te stellen dat onderdompeling de efficiëntste methode is om NT2-sprekers en leerlingen met een Nederlandse taalachterstand Nederlands te leren: onderdompeling in een schoolomgeving waarin alle leraren en vele leerlingen perfect Nederlands spreken. De kans dat kinderen met een taalachterstand Nederlands zich uiteindelijk zullen kwalificeren voor de eindexameneisen Nederlands is groter als ze dagelijks intensief contact met kinderen zonder taalachterstand Nederlands hebben. Alleen daarom al zou de minister moeten tegengaan dat ‘witte’ scholen (namens de welopgeleide autochtone ouders) barrières opwerpen tegen de instroom van kinderen met een taalachterstand Nederlands.

  3. OCW heeft op 18/2/2011 kamervragen van D66 over de gewichtenregeling beantwoord. Etniciteit is geen criterium meer voor het toekennen van een hoger leerlinggewicht en dus extra geld aan scholen. Wringt dat met het beleidsvoornemen prioriteit te geven aan verhoging van de onderwijsopbrengsten boven de menging van allochtone en autochtone leerlingen?

  4. Het bestuur van de scholengroep Adite gaat een van haar drie basisscholen in Diest sluiten aangezien nagenoeg alle autochtone leerlingen (en de kinderen van de beter opgeleide allochtone ouders) hun heil bij andere scholen hebben gezocht. ‘Het evenwicht tussen allochtone en autochtone kinderen en de verschillende sociale klassen is compleet zoek’, legt de algemeen directeur van Adite uit. ‘En een dergelijke leeromgeving is niet in het voordeel van deze kansarme leerlingen.’ De 73 leerlingen worden verspreid over de andere scholen van Diest om de sociale mix te optimaliseren, aldus De Morgen (23/2/2011).