‘Meer college, maar leren ho maar’

/

In De Volkskrant (15/12/2007) wijdt Gerard Reijn een artikel aan de onderwijs­intensivering in vijf faculteiten van de Radboud Universiteit. In het eerste studiejaar was het aantal contacturen opgevoerd van gemiddeld 13 naar gemiddeld 17,5 uur per week, maar dat heeft nauwelijks tot betere studieprestaties geleid. Reijn zoekt de verklaring in de ‘Wet van Vos’: er is een plafond aan de belastbaarheid van mensen en dus ook aan de belastbaarheid van studenten. Als men het wekelijkse aantal contacturen te sterk opvoert, gaat dat ten koste van het aantal thuisuren dat studenten wekelijks in hun studie steken.
Ook al nemen we aan dat alle studenten inderdaad aan de contacturen deelnemen, toch zouden we nog drie alternatieve verkla­ringen moeten toetsen: a) misschien is het geïntensiveerde onderwijs niet voldoende afgestemd op het beginniveau en het studie­tempo van de deelnemers; b) de onderwijs­intensivering heeft wel tot betere spreiding van de studiebelasting over de weken geleid, maar misschien bestaan er nog steeds onoverkomelijke piekbelastingen; c) de onderwijsintensi­vering heeft wel tot meer leerwinst per studieweek geleid, maar misschien is het aantal beschikbare weken te klein in verhouding tot de gestelde tentameneisen.
De Radboud Universiteit rapporteert overigens één keihard positief effect. Dankzij de onderwijsintensivering blijken ongeschikte studenten sneller tot het inzicht te komen dat ze beter naar een andere studie kunnen uitkijken: naarmate eerstejaarsstudenten harder werken en beter begeleid worden, komen ze sneller te weten of deze studie geschikt voor hen is.

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.