Er is een baanbrekend boek verschenen, opgesteld door hbo-lectoren die deskundig zijn op het gebied van het NT2-onderwijs. Het boek is geschreven in opdracht van de PO-raad en het ministerie van OCW. Het boek gaat over anderstalige leerlingen die de basisschool instromen. De auteurs betogen dat men in het onderwijs voor deze doelgroep gedurende minimaal vijf jaar uitdrukkelijk moet inspelen op hun moedertaal. In hun inleidende hoofdstuk (p.6) omschrijven de auteurs hun visie op het NT2-onderwijs:
a) ‘Het basisonderwijs neemt de behoeften van het kind als uitgangspunt en zorgt voor een ononderbroken, brede ontwikkeling.
b) Ingroeien in het Nederlandse onderwijs vraagt om een flexibel integratiemodel en vergt zeker vijf jaar aandacht.
c) De meertalige setting waarin kinderen opgroeien, is een belangrijk gegeven. Snelle ontwikkeling van Nederlands als tweede, additionele taal én de eigen taal zijn uitgangspunt voor het onderwijs in de fasen van integratie.’
Deze visie staat haaks op de ideologie die tot nu toe ten grondslag heeft gelegen aan de beleidslijnen van Haagse bestuurders en politici. Zij vinden dat nieuwkomers (en met name de niet-Westerse nieuwkomers) moeten worden ondergedompeld in de Nederlandse taal, dat ze zich moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving en dat ze hun moedertaal daartoe moeten afzweren. Volgens de auteurs (p.15) druist deze ideologie tegen fundamentele mensenrechten in: ‘elk kind heeft het recht om zich via [zijn moedertaal] te ontwikkelen.’ De auteurs laten doorschemeren dat het volgens hen goed zou zijn voor allochtone kinderen als ze de beheersing van hun moedertaal welbewust onderhouden en gaandeweg verbeteren en perfectioneren. Want meertalige mensen hebben de toekomst. Maar het is jammer dat de auteurs ’t niet hebben aangedurfd hun boek mede in dat perspectief te plaatsen. Als puntje bij paaltje komt, nemen ze niet uitdrukkelijk afstand van het ideologische gedachtengoed (a) dat het niet in het belang is van de Nederlandse samenleving dat jonge nieuwkomers hun moedertaal gaandeweg tot near-native niveau onder de knie krijgen, en (b) dat hun eventuele streven in die richting in elk geval niet door de overheid gefaciliteerd moet worden. Of heeft opdrachtgever OCW een vinger in de pap gehad om sommige, haar onwelgevallige tekstgedeelten te verwijderen?
Zie: het boek Ruimte Voor Nieuwe Talenten en de boekaankondiging van de PO-raad (20/3/2017)
Behoort het tot de fundamentele mensenrechten dat ‘elk kind het recht [heeft] om zich via zijn moedertaal te ontwikkelen’? In het Verdrag inzake de Rechten van het Kind lees ik slechts dat het onderwijs zich moet richten op de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van elk kind en op het bijbrengen van eerbied voor zijn eigen culturele identiteit en culturele waarden en voor zijn moedertaal (art.29) en dat kinderen die tot een etnische of taalminderheid behoren, het recht hebben te zamen met andere leden van hun groep hun cultuur te beleven (…) en zich van hun eigen taal te bedienen (art.30).