Misdragingen buiten schoolverband (II)

/

Het Huygens College is een kleine christelijke vmbo-school in Amsterdam Oud-West. Twee leerlingen, X en Y, zijn dit weekend gearresteerd, verdacht van betrokkenheid bij dodelijke mishandeling van een grensrechter na afloop van een voetbalwedstrijd. Het ging om het jeugdelftal B1 van een amateurvereniging in Nieuw-West. Iedereen vindt het uiteraard verschrikkelijk wat er gebeurd is. Maar de schoolgenoten leven ook met de daders mee, die zich zo hebben laten gaan. Leerling Z ging zelfs zo ver dat hij de autoriteiten via Twitter opriep zijn schoolgenoot Y vrij te laten: ‘Free Y!’ De schoolleiding interpreteerde dit als het goedpraten van een laffe misdaad en heeft leerling Z voor straf geschorst (Parool 5/12/2012).
Ontegenzeggelijk is de reputatie van de school in het geding als deze tweet de voorbode zou zijn van een bredere, openbare manifestatie van leerlingen ten gunste van de beide verdachten. Het is dus begrijpelijk dat zij dit soort uitlatingen probeert tegen te gaan. Maar de schorsing van Z is volgens mij uiterst aanvechtbaar. Leerling Z kan zich immers beroepen op zijn vrijheid van meningsuiting. Het is echter niet uitgesloten dat de schoolleiding kan bewijzen dat Z zijn bedenkelijke mening tijdens schooltijd heeft getwitterd. Daarmee zou zij haar schorsing misschien nog enigszins kunnen recht­vaardigen.
De schoolleiding heeft echter aangekondigd dat zij leerlingen ook met schorsing zal straffen als ze zich buiten schooltijd aan dergelijke tweets ‘schuldig’ maken. De school gaat hier haar boekje te buiten: zij matigt zich de status van een totale institutie aan (aan wier jurisdictie leerlingen 7/24 onderworpen zouden zijn). De school mag leerlingen niet straffen voor uitlatingen en gedragingen die buiten schoolverband gepleegd zijn, tenzij ze daar heel goede argumenten voor kan aandragen (bijvoorbeeld in het kader van haar antipestbeleid).
Zie ook: Misdragingen buiten schoolverband (I)

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

6 reacties op “Misdragingen buiten schoolverband (II)”

  1. Het gaat dus om de kwaliteit van de aangedragen argumenten, zei ik in mijn laatste volzin. Gesteld nu dat de schoolleiding als argument zou aanvoeren dat dergelijke tweets de interculturele radicalisering en polarisering kunnen aanwakkeren, zowel binnen de school als binnen de samenleving? Het Huygens College is namelijk een kleurrijke school. Wordt haar inbreuk op de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting daardoor gerechtvaardigd? Heeft zij leerling Z en zijn kornuiten met haar schorsing voor zwaardere overheidsmaatregelen trachten te behoeden?

  2. Heeft leerling Z het handelen van Y met zijn tweet trachten goed te praten? Charlotte Huisman (Volkskrant 6/12/2012, p.7) werpt misschien enig licht op de redenering van Z. In de tweet van een van zijn kornuiten wordt gesproken van soldier Y. Met andere woorden: bij de uitoefening van hun soldatenplicht hebben X en Y helaas collateral damage veroorzaakt. Wat is de plicht van een soldaat? Militairen zijn geroepen om de eer van het land, van de ingroup en van zichzelf te verdedigen, meer in het bijzonder als die eer door een ander land, door de outgroup of door een individuele booswicht geschonden is. Volgens Z en kornuiten is dat een verzachtende omstandigheid waarmee rekening moet worden gehouden bij de straftoemeting. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Op diezelfde VK-pagina situeert Peter Giesen dergelijke redeneringen in de straatcultuur van allochtone en autochtone jongeren aan de onderkant van de samenleving.

  3. Over christelijke scholen gesproken: hebben zij vormingsdoelen die aan het oudtestamentische gebod van Oog om Oog, Tand om Tand raken? Of meer in het algemeen: wat zeggen scholen over de doodstraf en andere lijfstraffen, en over de vergeldende functie van het strafrecht? Wat zeggen ze over het recht op eigenrichting door jongeren, door burgers, door staten? Welke ideeën dragen ze uit, inzake het interne tuchtrecht van gezinnen, groepen, scholen, organisaties en gemeenschappen? Kortom: in hoeverre trachten ze, m.b.t. rechtvaardigheid en rechtshandhaving, het morele oordeelvermogen van leerlingen (zoals Z en kornuiten) te versterken? En dan weer terug naar het hoofdthema van mijn blogbericht: hoe reageren ze op leerlingen die bedenkelijke of onbezonnen uitlatingen over rechtvaardigheid en rechtshandhaving doen?

  4. Mijn aanvankelijke taxatie klopte: de schorsing is ingegeven door reputatiemanagement. Geïnterviewd door PowNed (6/12/2012, 12.21″) verwijt de directeur leerling Z dat hij iets verwerpelijks heeft getwitterd en de school daarbij heeft betrokken. De directeur verdraait de feiten. Leerling Z heeft wel iets bedenkelijks (in de trant van deze tweet) gezegd over een gebeurtenis waarbij iemand van de school (leerling Y) is betrokken, maar uit zijn tweet viel niet op te maken dat Z of Y leerlingen van deze school zijn.
    UPDATE: Charlotte Huisman (VK 8/12/2012 p.4) bericht dat de school medialessen aan haar leerlingen gaat geven om hen ervan bewust te maken dat ze, door hun publieke uitlatingen tegenover de media, de vooroordelen tegenover ‘vmbo-scholen, allochtonen en met name Marokkanen uit Nieuw-West’ kunnen versterken.

  5. @ Reactie nr.2: Straatcultuur (eigenrichting, het recht van de sterkste) steekt de kop op in situaties waar de normale rechtshandhaving tekortschiet. Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de rechtshandhaving (en de kwaliteit van de handhaving van de spelregels) op en rond het voetbalveld?

  6. De school volhardt in haar onpedagogische willekeur: zij wil liever niet dat de verdachten X en Y na hun voorlopige hechtenis terugkeren in haar schoolbanken (NOG 21/12/2012). Dat is beter voor hun veiligheid en voor de rust op de school, meent de directeur (Parool 21/12/2012).