Zij vulden zijn buik met stenen en naaiden hem weer dicht. Toen de ‘gottlose’ wolf ontwaakt was, ging hij drinken aan de waterkant. Door het gewicht van de stenen verloor hij zijn evenwicht en verdronk hij. En de zeven geitjes maakten samen met hun moeder een vreugdedans om de vijver.
Zo’n Grimmig sprookje behoort tot ons culturele erfgoed (evenals de verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament). Maar het rechtvaardigt de eigenrichting tegen goddeloze wetsovertreders. En dat draagt nou niet bepaald bij aan de burgerschapsvorming. Door de verhalen die we onze kinderen vertellen, krijgen ze ongewenst gedrag met de paplepel ingegoten. Aan de ene kant houden we hun voor dat bepaalde gedragingen onwettig, immoreel of onethisch zijn, maar in onze verhalen vertellen we het tegendeel. Volgens Guus Kuijer moeten we hun dergelijke verhalen niet onthouden. Maar het behoort wel tot onze pedagogische opdracht om de discrepanties met onze hedendaagse normen en waarden uitdrukkelijk te problematiseren, want anders raken kinderen in een ‘morele spagaat’.
Bron: De Volkskrant 6/9/2008 Het Betoog p.3; Literatuurplein; Leesgoedplus.