‘Een uitstekend middel om werkende ouders tegemoet te komen en hangjongeren van straat te weren is de puberopvang: naschoolse opvang in het voortgezet onderwijs. Wat vindt u, is opvang van jongeren een taak van de onderwijsinstelling?’ Dat is de vraag die Bredeschool.nl deze maand in stemming brengt. De huidige stand van zaken is dat ‘van de 1237 locaties voor voortgezet onderwijs in Nederland 350 scholen zichzelf een brede school noemen of bezig zijn zich te verbreden. Dat is bijna 30%.’ Daarbij richt men zich echter lang niet altijd op het creëren van dagarrangementen voor eerste- en tweedeklassers. Op twaalfjarige leeftijd stopt de overheidssubsidie voor het opvangen van sleutelkinderen. En dat komt de ouders algauw op 6 euro per dagdeel, bericht Sandra Donker in een reportage (De Gelderlander 3/10/2008). Dat is 132 euro per kind per maand. Maar afgezien van financiële obstakels speelt wellicht ook mee dat twaalf- en dertienjarigen zich te groot voelen voor zo’n arrangement: ’tussen servet en tafellaken’ luidt de kop van de reportage. Of zou een brede school met ingebouwde huiswerkbegeleiding wèl kans van slagen hebben?
Zo’n 40% van de moeders met een kind tussen 10 en 14 jaar werkt twintig of meer uren per week, rapporteert de Taskforce DeeltijdPlus. Deze werkgroep is door het ministerie van SZW in het leven geroepen om een cultuuromslag te bewerkstelligen zodat méér vrouwen minimaal 24 uur per week gaan werken. In de argumentenkaart die de Taskforce onlangs heeft laten maken, worden onder meer de volgende contra-argumenten genoemd: (a) ik krijg de naschoolse opvang voor mijn tienerkinderen niet geregeld; (b) als ik meer ga werken voel ik mij schuldig, want mijn kinderen willen niet (meer) naar de opvang; (c) meer werken levert te weinig op, want het extra geld ben ik kwijt aan kinderopvang (etc.).
Er is een brochure verschenen over de verschillende verschijningsvormen van brede scholen.