Nederlands als tweede en als eerste taal

Als buitenlandse studenten een Nederlandstalige bacheloropleiding willen volgen, moeten ze eerst aantonen dat ze de Nederlandse taal voldoende machtig zijn. Bij voorkeur op het niveau van het staatsexamen NT2-II (upper-intermediate, B2-niveau). Maar de meesten die voor dat staatsexamen slagen, zijn wat hun schrijf­competenties betreft toch niet verder dan het lagere B1-niveau gekomen. Universiteiten en hogescholen moeten dus niet raar opkijken als de toegelaten buitenlandse studenten in hun schriftelijk werk nog heel wat taalfouten maken. Een ‘near-native’ C2-niveau is teveel gevraagd, maar eigenlijk zouden ze in hun eerste studiejaar nog een ‘advanced’ cursus op B2/C1-niveau moeten doen om hun schriftelijke taalbeheersing op peil te brengen. Ik vind dat faculteiten dat krachtig moeten stimuleren. Daartoe moeten ze succesvolle deelname aan zo’n cursus met studiepunten honoreren: maak van zo’n cursus een keuzevak dat meetelt voor het bachelordiploma! Is dat een rare gedachte?
Lees verder … (PDF)